Thema 5 - Waarneming,- gedrag en regeling Bs 6

Thema 5 - Waarneming,- gedrag en regeling Bs 6
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Thema 5 - Waarneming,- gedrag en regeling Bs 6

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vandaag 
  • Uitleg Basisstof 6
  • Zelfstandig werken aan opdrachten/Bio x drama
  • Quiz Thema 5

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen bs 6:
Je kunt benoemen wat terugkoppeling is en hiervan voorbeelden geven.
Je kunt de werking van adrenaline, glucagon en insuline benoemen.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zenuw cellen regelen de werking van ..... en van ......
Vul in!

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Klieren
Organen die stoffen produceren

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Klieren
Organen die stoffen produceren
Hormoonstelsel
  • Hormoonklieren
  • Hormonen

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kennen jullie al hormonen? Noem ze!

Slide 7 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Insuline en glucagon

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Insuline en glucagon
Gemaakt door: Eilandjes van Langerhans

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Insuline en glucagon
Gemaakt door: Eilandjes van Langerhans
Reguleren: Glucose gehalte in het bloed

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Insuline en glucagon
Gemaakt door: Eilandjes van Langerhans
Reguleren: Glucose gehalte in het bloed
Ook wel genoemd: De bloedsuikerspiegel

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Insuline en glucagon
Gemaakt door: Eilandjes van Langerhans
Reguleren: Glucose gehalte in het bloed
Ook wel genoemd: De bloedsuikerspiegel

Insuline: Glucose --> Glycogeen
Glucagon: Glycogeen --> Glucose

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Insuline en glucagon
Terugkoppeling

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Adrenaline

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Adrenaline
Gemaakt door: De bijnieren

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Adrenaline
Gemaakt door: De bijnieren
Reguleren: vecht of vlucht reactie

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Adrenaline
Gemaakt door: De bijnieren
Reguleren: vecht of vlucht reactie
Ook wel genoemd: Het vlucht-of-vecht-hormoon

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Adrenaline
Gemaakt door: De bijnieren
Reguleren: vecht of vlucht reactie
Ook wel genoemd: Het vlucht-of-vecht-hormoon

Adrenaline: Glycogeen --> Glucose

Enige hormoon met snel en kortdurende werking

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn glucagon en insuline?
A
Stoffen
B
Organen
C
Hormonen
D
Klier

Slide 19 - Quiz

Danae: wat zijn glucagon en insuline
Door glucagon wordt de bloedsuikerspiegel
A
Hoger
B
Lager

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als er glucagon in het bloed komt dan:
A
Komt er extra glycogeen in het bloed
B
Wordt er glucose opgeslagen
C
Wordt glucose omgezet in insuline
D
Wordt glycogeen omgezet in glucose

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk orgaan maakt insuline?
En wat is het effect van insuline?
A
Alvleesklier - Glucose wordt omgezet in Glycogeen
B
Alvleesklier - Glycogeen wordt omgezet in Glucose
C
Schildklier - Glucose wordt omgezet in Glycogeen
D
Schildklier - Glycogeen wordt omgezet in Glucose

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat klopt niet over adrenaline?
A
Het laat het hart langzamer kloppen.
B
Je pupillen worden groter
C
Je gaat er sneller door ademen.
D
Je bloeddruk gaat er door omhoog.

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfstandig werken

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vandaag
Quiz van de stof
Werken aan script
Pauze
Werken aan script

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk levenskenmerk gaat over zien, horen, ruiken, voelen en proeven?
A
Voeden
B
Ademhalen
C
Waarnemen
D
Uitscheiden

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is waarnemen?

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

welke 5 zintuigen hebben wij?
A
ruiken, proeven, zien, horen, luisteren
B
luisteren, zien,proeven,voelen
C
ruiken, proeven, horen,kijken, voelen
D
ruiken, proeven,zien,kijken

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zintuig
Prikkel
Orgaan
Smaakzintuig
Reukzintuig
Tastzintuig
Warmtezintuig
Huid
Tong
Oog
Neus
Zwaartekracht
Geur
Licht
Pijn

Slide 29 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Lagen van de huid
Opperhuid
lederhuid
Onderhuids bindweefsel

Slide 30 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de huid?
A
orgaan
B
weefsel
C
orgaanstelsel
D
cel

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar liggen je zintuigen in de huid?
A
Hoornlaag
B
Kiemlaag
C
Lederhuid

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je kunt een groter aantal smaken proeven dan geuren ruiken
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zit er NIET in je oor?
A
slakkenhuis
B
fornuis
C
stijgbeugel
D
gehoorgang

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het oor heeft als taak prikkels op te vangen. Wat is de prikkel voor het oor?
A
licht
B
impuls
C
geluid
D
tikken

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heeft de laag met dode cellen die aan het oppervlakte van je huid ligt?
A
Opperhuid
B
Hoornlaag
C
Kiemlaag
D
Lederhuid

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke nummers geven het tastknopje en de zweetklier aan?
A
11 & 5
B
13 & 14
C
10 & 12
D
10 & 14

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar in het oor liggen de gehoorzenuwen?
A
Bij het trommelvlies
B
Bij de hamer en aambeeld
C
Bij het evenwichtszintuig
D
Bij het slakkenhuis

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Is dit een bijziend of een verziend oog?
A
Bijziend
B
Verziend

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Uit welke onderdelen bestaat het centrale zenuwstelsel?

Slide 40 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem 1 voorbeeld van een inwendige prikkel en 1 voorbeeld van een uitwendige prikkel

Slide 41 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Aangeboren gedrag
Aangeleerd gedrag

Slide 42 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is terugkoppeling?

Slide 43 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions