Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
3.4 water in rivieren en polders
Slide 1 - Diapositive
I. Noordzee
II. Eems
III. Maas
IV. IJssel
V. IJsselmeer
VI. Rijn
VII. Schelde
VIII. Waal
Slide 2 - Diapositive
Steden:
Frankfurt
Dortmund
Berlijn
München
Hamburg
Düsseldorf
Rivieren:
Rijn
Donau
Gebied:
Ruhrgebied
Buurlanden
Slide 3 - Diapositive
Water:
Grote Oceaan of Stille Ocean
Atlantische Oceaan
Golf van Mexico
Mississippirivier
Steden:
New Orleans
New York
Seattle
Los Angeles
Buurlanden:
Mexico
Canada
Slide 4 - Diapositive
Steden:
Hongkong
Shanghai
Beijing
Guangzahou
Shenzhen
Macau
Reliëf:
Himalaya gebergte
Hoogvlakte van Tibet
Lössplateau
- Xi-Jiang Parelrivier
- Hiang He Gele rivier
- Jangstekiang Chang Jiang
- Grote Kanaal
Stuwdam:
Drieklovendam
Slide 5 - Diapositive
Egypte
Syrië
Israël
Jordanië
Irak
Turkije
Nijl
Jordaan
Dode zee
Eufraat
Tigris
Middellandse zee
Aswandam
Atatürkdam
Slide 6 - Diapositive
Gebergtes:
Cantabrisch gebergte
Pyreneeën
Castiliaans Scheidingsgebergte
Spaanse hoogvlakte of Meseta
Sierre Nevada
Water:
Atlantische oceaan Ebro
Taag
Middellandse zee
Steden:
Madrid
Barcelona
Almeria
Slide 7 - Diapositive
Een gemengde rivier bestaat uit......
A
zoet water en zout water
B
oppervlaktewater en grondwater
C
smeltwater en neerslag
D
water van beken, sloten en meren samen
Slide 8 - Quiz
Het stroomgebied is
A
De hoofdrivier en alle zijrivieren
B
hetzelfde als het stroomstelsel
C
Het hele gebied dat afwatert op een rivier en de zijrivieren
Slide 9 - Quiz
Leerdoelen:
1. Je weet uit welke onderdelen het rivierlandschap en de waterbalans en een polder bestaan.
2. Je begrijpt hoe een polder werkt en hoe rivieren bevaarbaar blijven
3. Je kunt op een kaart polders en belangrijke vaarwegen herkennen.
Slide 10 - Diapositive
Waterbalans. Wat is dat?
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Vidéo
waterbalans
Slide 13 - Diapositive
Positieve waterbalans
=
voldoende water
Negatieve waterbalans
=
onvoldoende water
Slide 14 - Diapositive
Het Nederlandse rivierengebied
Slide 15 - Diapositive
Het rivierenlandschp: delta (benedenloop)
Slide 16 - Diapositive
10.000 jaar geleden......
Rivieren hadden geen dijken.
Ze overstroomden regelmatig. Zeker iedere winter.
De mensen woonden op terpen
om zo droge voeten te houden.
Slide 17 - Diapositive
Wat gebeurde er bij een overstroming?
Slide 18 - Diapositive
Overstroming
Als het water niet meer stroomt zakt er zand en klei naar de bodem. (= sedimentatie)
Vlak langs de rivier zakt zand omlaag (ontstaan van oeverwallen)
Verder van de rivier af zakt klei omlaag want klei is heel licht. (ontstaan van komgronden)
Slide 19 - Diapositive
Rivier zonder dijken
Veel sedimentatie langs de oever
Zo ontstaan oeverwallen
en komgronden
Slide 20 - Diapositive
NATUURLIJKE RIVIER
Slide 21 - Diapositive
De mens grijpt in.
De mens gaat het rivierengebied inrichten en legt dijken
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Oud
Nieuw
Piekafvoer
Het rivierlandschap
Slide 24 - Diapositive
Oude inrichting rivierengebied al ingesteld ‘gewone’ schommelingen.
veel water
tussen de winterdijken
uiterwaarden lopen onder water
PIEKAFVOER
Slide 25 - Diapositive
Oude inrichting rivierengebied al ingesteld ‘gewone’ schommelingen.
weinig water
tussen de zomerdijken
uiterwaarden zijn beschikbaar voor landbouw
Slide 26 - Diapositive
NA INGREEP MENS
Slide 27 - Diapositive
Je kunt de volgende onderdelen van een rivier in Nederland aanwijzen op een dwarsdoorsnede / foto: oeverwal, komgrond, zomerdijk, winterdijk en uiterwaard.
Slide 28 - Diapositive
Nu in het echt
Slide 29 - Diapositive
Nederland, polderland, maar wat is een polder eigenlijk?
Slide 30 - Diapositive
Slide 31 - Vidéo
Wat is een polder?
Slide 32 - Diapositive
Polder
Een polder is een
gebied waar de mens
de waterstand regelt.
Rondom de polder liggen
dijken.
Slide 33 - Diapositive
Slide 34 - Diapositive
Waar komt dat water in polders vandaan?
- Regen
- Kwelwater
Kwelwater = water dat onder de duiken en duinen doorstroomt.
Slide 35 - Diapositive
Polder
De waterstand wordt geregeld door:
een molen
een gemaal
Niet pompen = vol lopen van de polder = "verzuipen"
Slide 36 - Diapositive
Vroeger gebeurde dit met molens
Zowel in laag als in hoog Nederland.
Nu gebeurt dit met een gemaal
(elektrisch pomp)
Het water moet steeds weg gepompt worden.
Slide 37 - Diapositive
Slide 38 - Diapositive
Transport over water.
zeevaart: via de zee, oceaan
binnenvaart: via de rivieren
Nederland: toegangspoort van Europa.
Via de haven van Rotterdam
Slide 39 - Diapositive
De gunstige ligging van Nederland
Rand van het Europese continent
Monding van de Maas en de Rijn
De Noordzee is de drukst bevaren zee ter wereld
Goed bereikbare haven van Rotterdam
Slide 40 - Diapositive
Slide 41 - Diapositive
Hoe zorgt men ervoor dat regenrivieren het hele jaar bevaarbaar blijven?
door:
- stuwen
- sluizen
Slide 42 - Diapositive
Stuwen
Stuwen kunnen het water tegenhouden bij een hoge waterstand. Bij lage waterstand kunnen de stuwen water doorlaten.
Slide 43 - Diapositive
Stuwen
Slide 44 - Diapositive
Sluizen
Zijn gemaakt om ervoor te zorgen dat je groot hoogteverschil in een rivier kan overbruggen.
Drie Kloven Dam: meerder sluizen achter elkaar. Hoogteverschil van 113 meter overbruggen