Faalangst

Faalangst workshop




 
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
MentorlesHBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Faalangst workshop




 

Slide 1 - Diapositive

Doelstellingen
  • De student is in staat om de 3 verschillende soorten faalangst te benoemen door middel van een quiz.
  •  De student is in staat om per casus te herkennen welk soort faalangst daarbij hoort.

Slide 2 - Diapositive

Waar gaan we het over hebben tijdens de workshop?


Informatie over faalangst
Casussen bestuderen
Helpende en niet helpende gedachten
Evaluatie

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Wat zagen jullie bij de pianist tijdens de video? 

Slide 5 - Diapositive

We gaan jullie nu wat meer informatie geven over 3 soorten faalangst


Motorische faalangst
Sociale faalangst
cognitieve faalangst

Slide 6 - Diapositive

Motorische faalangst 
Bij motorische faalangst hebben kinderen angst dat een bepaalde gym-oefening of een wedstrijdprestatie niet of onvoldoende lukt. Kinderen kunnen afhaken, ze ‘verstoppen’ zich bijvoorbeeld op het toilet, onzeker over de motorische mogelijkheden van hun eigen lichaam

Slide 7 - Diapositive

Cognitieve faalangst
Bij cognitieve faalangst zijn kinderen bang om bepaalde leerstof niet op het juiste moment paraat te hebben. Ze krijgen bijvoorbeeld een black out bij de CITO toets of zijn extreem zenuwachtig voor een boekbespreking.

Slide 8 - Diapositive

Sociale faalangst 
sociale faalangst komt voor bij kinderen. Dat is de angst over wat anderen van je denken, over wat je zegt of hoe je eruit ziet. De invloed van social media speelt hierin een toenemende rol.

Slide 9 - Diapositive

Faalangst gedachtes 

Maak het werkblad alleen en na 4 minuten bespreek je het met je buurman/buurvrouw dit doe je met de werkvorm denken-delen-uitwisselen

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Welke soort faalangst hoort er niet bij?
A
Cognitieve faalangst
B
Sociale faalangst
C
Affectieve faalangst
D
Motorische faalangst

Slide 12 - Quiz

Wat is een kenmerk van sociale faalangst?
A
Angst om contact te maken
B
Vaak nee zeggen.
C
Kan zich moeilijk focussen
D
Gaan taken uit de weg

Slide 13 - Quiz

Hoeveel procent van de 13 tot 17 jarige jongeren heeft last van sociale faalangst?
A
1%
B
26%
C
8%
D
4%

Slide 14 - Quiz

Op welke 2 manieren kan cognitieve faalangst tot uiting komen?
Er zijn er 2 goed
A
Actieve faalangst
B
Natuurlijke faalangst
C
Passieve faalangst
D
Laag zelfbeeld

Slide 15 - Quiz

Wat is de betekenis van faalangst?
A
Angst dat het niet goed gaat
B
Angst om te falen
C
Angst om er niet bij te horen
D
Angst om fouten te maken

Slide 16 - Quiz

Helpende en niet helpende gedachten
Faalangstgevoelens en faalangstgedrag worden veroorzaakt door jouw gedachten. Jouw gedachten voeden de faalangst. De kunst is om van deze niet-helpende gedachten -> helpende gedachten te maken. 

Slide 17 - Diapositive

Oefening maak tweetallen en schrijf 3 helpende en 3 niet helpende gedachten op een kaartje.

Voorbeeld helpend : Ik heb er voor geleerd en ik doe mijn best
Voorbeeld niet helpend: Het gaat morgen bij de toets toch weer mis

Slide 18 - Diapositive

Sneeuwballen evaluatieeeee!

Slide 19 - Diapositive