Week 19 - gram z H5 - hoofd en bijzinnen

Welkom!
Dinsdag 9 mei
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Dinsdag 9 mei

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
  • Huiswerkcontrole gram. woordsoorten H3 opdr. 1, 2 en 5
  • Gram Z H5 - hoofd- en bijzinnen
  • Week 21: boektoets (23 mei)
  • Week 23: FT gram H3 en H5 (7 juni)
  • Week 24: inleveren schrijfopdracht (14 juni)
  • Week 25: Toetsweek (let op! Ook hoofdletters en interpunctie - herhaling - inschrijfuren)

Slide 2 - Diapositive

Voorbeelden
Ik heb een hele leuke meivakantie gehad.

Ik heb een hele leuke meivakantie gehad en ik heb ook mijn verjaardag gevierd.

Ik heb een hele leuke meivakantie gehad omdat ik een week naar Spanje ben geweest.

Slide 3 - Diapositive

Enkelvoudig vs samengestelde zinnen
  • Een zin met 1 persoonvorm: enkelvoudige zin.
  • Een zin met meerdere persoonsvormen: samengestelde zin.
  • Samengestelde zin heeft:
  • 2 of meer hoofdzinnen.
  • 1 hoofdzin met 1 of meer bijzinnen.
  • 1 of meer hoofdzinnen met 1 of meer bijzinnen. 

Slide 4 - Diapositive

Hoofdzinnen en bijzinnen
  • Hoofdzin: onderwerp en persoonsvorm staan naast elkaar. Er passen (bijna nooit) andere zinsdelen tussen. Probeer het woordje 'niet'. De pv staat aan het begin van de zin.
  •  Bijzin: tussen onderwerp en persoonsvorm kunnen andere zinsdelen staan (probeer het woordje 'niet'). De pv staat vaak achter in de zin.

Slide 5 - Diapositive

Hoofdzin-hoofdzin of hoofdzin-bijzin?:
Grote gezinnen worden zeldzaam, maar er bestaan nog altijd gezinnen met zes of meer kinderen.
A
H-B
B
H-H

Slide 6 - Quiz

Hoofdzin(nen)/hoofdzin+bijzin?
Advertenties worden geplaatst, zodat mensen dit ook kopen.
A
H+H
B
H+B
C
B+H
D
H+H+B

Slide 7 - Quiz

Schrijf op of de zin bestaat uit hoofdzin- hoofdzin, hoofdzin- bijzin of bijzin- hoofdzin. Kies het goede antwoord.

Het gaat vast beter als ik een stukje hard ga lopen.
A
H-H
B
H-B
C
B-H

Slide 8 - Quiz

Hoofdzin(nen)/hoofdzin+bijzin?
Ik weet niet of ik morgen naar het bos ga.
A
H+H
B
H+B
C
B+H
D
H+H+B

Slide 9 - Quiz

Schrijf op of de zin bestaat uit hoofdzin- hoofdzin, hoofdzin- bijzin of bijzin- hoofdzin. Kies het goede antwoord.

Ik probeerde te lezen, maar mijn ogen vielen steeds dicht.
A
H-H
B
H-B
C
B-H

Slide 10 - Quiz

Schrijf op of de zin bestaat uit hoofdzin- hoofdzin, hoofdzin- bijzin of bijzin- hoofdzin. Kies het goede antwoord.

Hoewel ik laat naar bed ga, ben ik vroeg opgestaan
A
H-H
B
H-B
C
B-H

Slide 11 - Quiz

Werkdoelen
Gram Z H5 - blz. 148/149 opdr.  1 t/m 3 (deadline = 16 mei)

  • Spellingboekje
  • Lezen

Slide 12 - Diapositive