Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Welkom!
Dinsdag 9 mei
Slide 1 - Diapositive
Vandaag
Huiswerkcontrole gram. woordsoorten H3 opdr. 1, 2 en 5
Gram Z H5 - hoofd- en bijzinnen
Week 21: boektoets (23 mei)
Week 23: FT gram H3 en H5 (7 juni)
Week 24: inleveren schrijfopdracht (14 juni)
Week 25: Toetsweek (let op! Ook hoofdletters en interpunctie - herhaling - inschrijfuren)
Slide 2 - Diapositive
Voorbeelden
Ik heb een hele leuke meivakantie gehad.
Ik heb een hele leuke meivakantie gehad en ik heb ook mijn verjaardag gevierd.
Ik heb een hele leuke meivakantie gehad omdat ik een week naar Spanje ben geweest.
Slide 3 - Diapositive
Enkelvoudig vs samengestelde zinnen
Een zin met 1 persoonvorm: enkelvoudige zin.
Een zin met meerdere persoonsvormen: samengestelde zin.
Samengestelde zin heeft:
2 of meer hoofdzinnen.
1 hoofdzin met 1 of meer bijzinnen.
1 of meer hoofdzinnen met 1 of meer bijzinnen.
Slide 4 - Diapositive
Hoofdzinnen en bijzinnen
Hoofdzin: onderwerp en persoonsvorm staan naast elkaar. Er passen (bijna nooit) andere zinsdelen tussen. Probeer het woordje 'niet'. De pv staat aan het begin van de zin.
Bijzin: tussen onderwerp en persoonsvorm kunnen andere zinsdelen staan (probeer het woordje 'niet'). De pv staat vaak achter in de zin.
Slide 5 - Diapositive
Hoofdzin-hoofdzin of hoofdzin-bijzin?: Grote gezinnen worden zeldzaam, maar er bestaan nog altijd gezinnen met zes of meer kinderen.
A
H-B
B
H-H
Slide 6 - Quiz
Hoofdzin(nen)/hoofdzin+bijzin? Advertenties worden geplaatst, zodat mensen dit ook kopen.
A
H+H
B
H+B
C
B+H
D
H+H+B
Slide 7 - Quiz
Schrijf op of de zin bestaat uit hoofdzin- hoofdzin, hoofdzin- bijzin of bijzin- hoofdzin. Kies het goede antwoord.
Het gaat vast beter als ik een stukje hard ga lopen.
A
H-H
B
H-B
C
B-H
Slide 8 - Quiz
Hoofdzin(nen)/hoofdzin+bijzin? Ik weet niet of ik morgen naar het bos ga.
A
H+H
B
H+B
C
B+H
D
H+H+B
Slide 9 - Quiz
Schrijf op of de zin bestaat uit hoofdzin- hoofdzin, hoofdzin- bijzin of bijzin- hoofdzin. Kies het goede antwoord.
Ik probeerde te lezen, maar mijn ogen vielen steeds dicht.
A
H-H
B
H-B
C
B-H
Slide 10 - Quiz
Schrijf op of de zin bestaat uit hoofdzin- hoofdzin, hoofdzin- bijzin of bijzin- hoofdzin. Kies het goede antwoord.
Hoewel ik laat naar bed ga, ben ik vroeg opgestaan