Hoofdstuk4_Deel1

Hoofdstuk 4 (deel 1)
Oefeningen over het hele hoofdstuk
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 4 (deel 1)
Oefeningen over het hele hoofdstuk

Slide 1 - Diapositive

Lever hier je huiswerk in

Slide 2 - Question ouverte

De zwaartekrachtpijl begint middenin het voorwerp. Hoe noem je dit punt?

Slide 3 - Question ouverte

Wat betekent 1 cm =^ 80 N?

Slide 4 - Question ouverte

Welke krachten werken op de bovenkant van het brugdek?
A
Trekkrachten
B
Drukkrachten

Slide 5 - Quiz

Wat is het verschil tussen een katrol en een takel?

Slide 6 - Question ouverte

De kortste afstand tot een last is
3,8 m. Wat is dan de maximale last
en de maximale hoogte?
A
Max last: 2050 kg, max hoogte: 3,8 m
B
Max last: 2050 kg, max hoogte: 1,59 m
C
Max last: 750 kg, max hoogte: 5,7 m
D
Max last: 750 kg, max hoogte: 3,79 m

Slide 7 - Quiz

Hoeveel keer kleiner is de kracht
die de aap nodig heeft?

Slide 8 - Question ouverte

In de tekening hiernaast zie je hoe een dop van een fles
verwijderd wordt. In deze tekening zijn de afmetingen van
de flessenopener gegeven. Iemand duwt met een kracht
van 20 N op de lange arm. Bereken met welke kracht de
dop van de fles gewipt wordt.

Slide 9 - Question ouverte

In de figuur hiernaast zie je hoe met behulp van een steekwagen een zware kist
wordt opgetild. Het midden van de kist bevindt zich op 20 cm (l) van het draaipunt
(D). De kist heeft een massa van 60 kg. Hij moet dus worden getild met een kracht
(Fl) van 600 N. Bereken met welke kracht (Fk) op het handvat moet worden geduwd
als k = 120 cm.

Slide 10 - Question ouverte

Dieuwke en Rob zitten op de wip. Dieuwke heeft een massa van 30 kg, Rob een gewicht van 450 N. Dieuwke zit op 3 m van het draaipunt van de wip. Bereken hoe ver Rob van het draaipunt moet gaan zitten om de wip in evenwicht te krijgen.

Slide 11 - Question ouverte

Bij Marlies en Geert hangt een katrollamp. De lampenkap kan op en
neer worden bewogen. Het touw beweegt dan langs twee katrollen
(met verwaarloosbaar gewicht). De lamp heeft een gewicht van 16 N.
Hoe groot moet het gewicht van de metalen cilinder zijn om de lamp
op zijn plaats te houden?

Slide 12 - Question ouverte