OGK 2.4.2 - GGZ - Psychose en Schizofrenie

2.4 OGK - GGZ



Psychose en Schizofrenie
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

2.4 OGK - GGZ



Psychose en Schizofrenie

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen

Jullie kunnen het volgende benoemen:​
- Wat is een psychose​
- Wat zijn positieve en negatieve symptomen​
- Wat is schizofrenie ​
- Drie kenmerken van een behandeling van schizofrenie ​
- Drie kenmerken van hoe je omgaat met iemand die psychotisch is​










Slide 2 - Diapositive

Psychose
Wat is het? ​


‘Psychotische mensen kunnen de wereld als vreemd, overweldigend en angstaanjagend ervaren. Je merkt bijzondere dingen op, er is van alles gaande en je bent de enige die ziet en ervaart wat er gebeurt.’​

Slide 3 - Diapositive

Welke symptomen horen bij een psychose?

Slide 4 - Carte mentale

Symptomen
Depersonalisatie --> vervreemding van zichzelf​

Reality testing -->  niet meer kunnen onderscheiden wat werkelijkheid of onwerkelijkheid is​

Anosognosie --> geen ziekte inzicht

Slide 5 - Diapositive

Symptomen

Hallucineren​
Waanideeën​  
Gedesorganiseerde spraak en denken​
Versnelt, vertraagd of chaotisch ​
Angst​
Onrust​








Slide 6 - Diapositive

Wanneer de nieuwslezer rechtstreeks tot jou lijkt te spreken en jou opdrachten geeft dan hebben we het over....
A
grootsheidswaan
B
schuld- of zondewaan
C
betrekkingswaan
D
achtervolgingswaan

Slide 7 - Quiz

Een 'ruziezoeker' is ervan overtuigd van dat hem onrecht wordt aangedaan en voelt zich onheus bejegend. Hij spant (onterecht) rechtzaken aan tegen zijn werkgever.
A
erotomanie
B
querulanten waan
C
jaloersheidswaan
D
schuld- of zondewaan

Slide 8 - Quiz

Soorten wanen
Betrekkingswaan, achtervolgingswaan, schuld- of zondewaan, grootheidswaan, vergiftigingswaan, querulantenwaan, somatische waan, erotomanie en jaloersheidswaan​

Slide 9 - Diapositive

Eerste signalen van een psychose: ​

​Meer moeite met het concentreren​
Meer moeite met het in slaap komen​
Meer moeite met opstaan/uit bed komen​
Meer spanning voelen​
Een duidelijke verandering in mate van activiteit meer of juist minder​
Meer gevoel van achterdocht​
Meer het gevoel dat er steeds over je gepraat wordt​








Slide 10 - Diapositive

Wat zijn oorzaken van een psychose?

Slide 11 - Carte mentale

Oorzaken

Lichamelijk: - Erfelijkheid - Medicijn gebruik - Hormonale stoornis ​
Operatieve ingreep ​- Ernstige invaliderende ingreep ​- Andere psychiatrische ziektebeelden ​

​Psychologisch : - Karakter/ persoonlijkheid ​

Sociaal: - Life events ​



​​










Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Slide 14 - Vidéo

Schizofrenie
Wat is het: ​

​Letterlijke betekenis gespleten geest​
Kenmerkt zich door psychotische perioden ​

Ingewikkelde ziekte met vaak ernstige psychische en sociale gevolgen​
1 op de 100 mensen, vaker bij mannen (begint in adolescentie) ​
Vaker in stedelijke gebieden ,vaker bij migranten ​







Slide 15 - Diapositive

positieve symptomen


Hallucinaties​
Wanen​
Verwardheid ​

Deze symptomen nemen steeds meer toe. 
Positief = aanwezigheid van..



Slide 16 - Diapositive

Wat zijn negatieve symptomen bij schizofrenie?

Slide 17 - Carte mentale

Negatieve symptomen

weinig initiatief​
geen zin in sociale contacten​
geen energie hebben​
minder concentratie​
vervlakking van gevoelens​
gedesorganiseerd gedrag ​

Negatief = afwezig





Slide 18 - Diapositive

Bij iedere psychose gaat het logisch denken en
het geheugen achteruit ​

Negatieve symptomen nemen toe ​
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Oorzaak
Niet precies bekend ​

Bio-psychosociale model ​
​- Genetische aanleg ​
- Hoge stress​
- Negatieve omgevingsfactoren ​
- Cannabis ​








Slide 20 - Diapositive

Behandeling
Vertrouwen​

Relatie aangaan​
Presente houding ​
Aanwezig zijn​
Actief en bewust luisteren naar de mens achter de diagnose ​
Je bent een reisgenoot in het herstelproces van de zorgvrager ​




Slide 21 - Diapositive

Behandeling

Medicatie ​:
- anti-psychotica ​
- benzodiazepinen ​
- depotinjecties​

Bijwerking​
- motoriek trager​
- mimiek gezicht minder​
- spierkrampen​











Slide 22 - Diapositive

Behandeling

Zelfzorgtekort​
Slaap-waakritme ​
Structuur in de dag ​
Werk/ maatschappelijke bijdrage ​
Aangaan sociale contacten ​
Aangaan familie contacten ​
Psycho-educatie​
Rouwverwerking ​
Oog hebben voor (overbelaste) mantelzorg ​
Crisissignaleringsplan ​










Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Lien

Hoe ga je als verpleegkundige met iemand om die op dat moment in een psychose zit? ​

Slide 25 - Question ouverte

1. Neem de persoon serieus
  • Vraag naar gedachten en gevoelens :​
Hoe kijkt deze persoon tegen de situatie aan? ​
Probeer deze gedachten en beelden niet te veroordelen of weg te praten ​

  • ​Blijf rustig en geïnteresseerd doorpraten en doorvragen​. Dit werkt twee kanten op:
Ten eerste krijg je zo zelf een idee wat er in deze persoon omgaat​
Ten tweede wordt deze persoon door jouw vragen gedwongen naar zichzelf te kijken en de eigen gedachten en gevoelens te verklaren​








Slide 26 - Diapositive

Benadruk de realiteit
Geef de persoon geen ongelijk in zijn of haar hallucinaties of wanen. Vertel alleen dat jij er zelf niet zo over denkt maar er anders tegenaan kijkt.
Bevestig de ideeën die wel realistisch zijn​

Iemand met een psychose heeft een chaos in zijn hoofd en kan soms erg achterdochtig zijn. Wees daarom duidelijk en ondubbelzinnig​



Slide 27 - Diapositive

3. Blijf rustig
Het is niet altijd even makkelijk, maar probeer rustig te blijven en niet boos of geïrriteerd te reageren. Hier kan iemand die psychotisch is erg heftig op reageren​.


Je moet iemand met een psychose niet achter de broek aan zitten, maar ook niet volledig in zijn sop gaar laten koken, ook al heeft hij daar zelf om gevraagd​.

 ​



Slide 28 - Diapositive

4. wat kun je verder nog doen?
Ook lichamelijke verzorging is belangrijk; gezond eten en een goede lichamelijke verzorging. ​

Dring jezelf niet teveel op en laat de persoon zoveel mogelijk zelf bepalen hoe hij of zij het dagelijkse leven oppakt. Vraag de persoon wat jij zelf zou kunnen doen om daarbij te helpen​





Slide 29 - Diapositive

Leerdoelen

Wat is een psychose​?

Schizofrenie: 
Benoem 3 positieve symptomen en 3 negatieve symptomen​

Welke behandeling wordt ingezet bij schizofrenie?











Slide 30 - Diapositive

Wat vond je van de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Sondage