Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
dierlijke cel
plantaardige cel
Slide 16 - Question de remorquage
zetmeelkorrel
kleurstofkorrel
bladgroenkorrel
Slide 17 - Question de remorquage
Hoe noem je onderdeel 1?
A
celkern
B
vacuole
C
cytoplasma
D
bladgroenkorrel
Slide 18 - Quiz
Hoe noem je onderdeel 14?
A
celkern
B
bladgroenkorrel
C
vacuole
D
cytoplasma
Slide 19 - Quiz
Waar gaat de groene kleur van de bladeren van een boom in de herfst naar toe?
A
de kleur verdwijnt doordat de bladgroenkorrels afsterven
B
de kleur verdwijnt omdat de bladgroenkorrels verteerd worden
C
deze verdwijnt in de lucht voordat de bladeren afvallen
D
de kleur verdwijnt omdat de boom de bladgroenkorrels uit de bladeren terughaalt
Slide 20 - Quiz
Waar in een plantencel zit het celmembraan?
A
Tegen de vacuole aan
B
Aan de buitenkant tegen de celkern
C
Aan de buitenkant van de celwand
D
Aan de buitenkant van het cytoplasma
Slide 21 - Quiz
Als een rozenbottel rijp wordt, verandert de kleur van groen naar rood. Welke verandering in de plastiden is hiervan de oorzaak?
A
Kleurstofkorrels worden bladgroenkorrels
B
Kleurstofkorrels worden bladgroenkorrels
C
Bladgroenkorrels worden kleurstofkorrels
D
Bladgroenkorrels worden zetmeelkorrels
Slide 22 - Quiz
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Welke uitspraken zijn waar over chromosomen?
A
Elke diersoort heeft evenveel chromosomen
B
Een mens heeft 48 chromosomen
C
chromosomen liggen in cytoplasma
D
Chromosomen bestaan uit DNA
Slide 28 - Quiz
Alle mensen hebben hetzelfde aantal chromosomen in hun celkernen?
A
waar
B
niet waar
Slide 29 - Quiz
basenparen
basenparen
A
T
C
G
Slide 30 - Question de remorquage
Wat is geen erfelijke eigenschap?
A
steil haar
B
paarse heurkleur, na verven van het haar
C
oogkleur
D
vachtkleur van konijn
Slide 31 - Quiz
Hoe je er precies uitziet, heeft niet alleen te maken met je DNA. Ook waar je woont en wat je eet, heeft invloed op hoe jij eruitziet. Heeft je lengte te maken met je DNA, met wat je eet of met allebei?