Oefenne oefnenenoefnen

Oefenne oefnenenoefnen
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Oefenne oefnenenoefnen

Slide 1 - Diapositive

Nerven
Kleurstofkorrels
Wortelharen
Zetmeelkorrels
Bladgroenkorrels
Korrels waar suiker in opgeslagen zit
De vaten in een blad
Dunne uitstulpingen vlak bij de uiteinden van wortels
Korrels die de kleur van het blad bepalen
Korrels waar fotosynthese in plaatsvind

Slide 2 - Question de remorquage

Wat is een juiste omschrijving van een orgaan?
A
Onderdelen van het lichaam die samen werken
B
Onderdeel van het lichaam
C
Onderdeel van het lichaam met een specifieke functie
D
Onderdeel van het lichaam opgebouwd uit cellen

Slide 3 - Quiz

Bij dierlijke cellen zorgt de celwand voor stevigheid
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Een blad van een plant is een:
A
Organisme
B
Orgaanstelsel
C
Orgaan
D
Cel

Slide 5 - Quiz

Uit onderzoek aan een cel, die in het midden van een rode bloem zat, blijkt dat hij veel plastiden bevat.
Welke plastiden zullen dat zeer waarschijnlijk zijn geweest?
A
Zetmeelkorrels
B
Bladgroenkorrels
C
Kleurstofkorrels

Slide 6 - Quiz

Waar in een plantencel zit het celmembraan?

A
Aan de buitenkant van het cytoplasma
B
Aan de buitenkant van de celwand
C
Aan de buitenkant tegen de celkern
D
Tegen de vacuole aan

Slide 7 - Quiz

In de stengels van een plant komen vaatbundels voor.
Komen vaatbundels ook in de wortels voor? En in de bladeren?
A
Alleen in de stengels en in de wortels komen vaatbundels voor.
B
In de stengels, in de wortels en in de bladeren komen vaatbundels voor
C
Alleen in de stengels en in de bladeren komen vaatbundels voor

Slide 8 - Quiz

Op het ..... staat het bouwplan van ons lichaam.
A
Chromosomen
B
DNA
C
Celkern
D
Plastiden

Slide 9 - Quiz

Als je DNA oprolt krijg je .......
A
Chromosomen
B
DNA
C
Celkern
D
Plastiden

Slide 10 - Quiz

In een menselijk lichaam heb je altijd ...... chromosomen.
A
35
B
46
C
48
D
56

Slide 11 - Quiz

Welk onderdeel komt wel voor in een planten cel maar niet in een dierlijke cel?
A
Celwand
B
Celmembraan
C
Vacuole
D
Kern

Slide 12 - Quiz

Hoeveel chromosomen heeft een moedercel?
A
14
B
24
C
46
D
56

Slide 13 - Quiz