h4 economie

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 4 De financien in balans

Investeringsbegroting

Investeringsbegroting

• Inventaris

• Voorraad goederen

• Geld
  

investeringsbegroting

• hiermee kan je een inschatting maken hoeveel geld je nodig hebt om een eigen zaak te beginnen.

Vaste opbouw investeringsbegroting

Vaste activa

• grond 
• gebouw
• inventaris

Vlottende activa

• voorraad goederen
• debiteuren

Liquide middelen

• betaalrekening
• kas
• kas

begroting maken

Een begroting maken is heel natuurlijk.

Een begroting is een voorspelling van de toekomst. Wat gebeurt er als....?



Resultatenbegroting (wat gaan we verdienen?)

resultatenbegroting

• de resultatenrekening geeft een overzicht van de verwachte toekomstige kosten en opbrengsten.

Resultatenbegroting

Afschrijvingskosten

De kosten van waardevermindering van vaste activa

Balans

f

schulden (credit)

bezittingen (debet)

EVENWICHT

vaste activa

vlottende activa

liquide middelen

eigen vermogen

schulden lange termijn

schulden korte termijn

duurzame activa (vaste activa)

• Gebouwen
  
• Inventaris
  
• Machines

Balans

BalanS

Debet (Bezittingen)

Vaste activa (>1 jaar)

• Inventaris
  

Vlottende activa (<1 jaar)

• Voorraad
  
• Debiteuren
  

Liquide middelen

• Geld in kas
  
• Banksaldo

Credit (Schulden)

Eigen vermogen

Schulden lange termijn (>1 jaar)

• Lening bank

Schulden korte termijn (<1 jaar)

• Crediteuren

balansmutaties

• een balansmutatie is een verandering op de balans.
• de balans is altijd in evenwicht
• daarom moeten er minimaal 2 veranderingen plaatsvinden

Balans

Paragraaf 3 opbrengsten en kosten

leerdoelen

Je leert wat een resultatenrekening is en waar deze uit bestaat

Resultatenrekening

Resultatenrekening 

Winst & verlies rekening

Omzet

- Inkoopwaarde

-----------------------------

Brutowinst

- Kosten

---------------------------

Winst (verlies)

Balansmutatie

Een verandering op de balans noem je een balansmutatie.

Er kan nooit één mutatie plaatsvinden. De balans moet namelijk altijd in evenwicht zijn.

voorbeeld

Een debiteur betaalt zijn openstaande rekening van €199,- per bank.

Let op! je moet de mutatie op deze manier opschrijven!

voorbeeld

Een bedrijf koopt voor €800,- aan goederen in.

Let op! je moet de mutatie op deze manier opschrijven!

Opbrengsten en kosten

Zodra er opbrengsten en kosten worden geboekt zal dit ook effect hebben op het (vermogen) van de onderneming. En moet je deze óók op de resultatenrekening boeken!

Namelijk als een bedrijf een energierekening betaalt van € 467,- per bank, dan neemt het banksaldo af, maar zal dus ook het eigen vermogen met het bedrag afnemen (balans moet ten alle tijden in balans zijn).

voorbeeld

Een bedrijf koopt voor €800,- aan goederen in.

Let op! je moet de mutatie op deze manier opschrijven!

Voorbeeld

Let op! je moet de mutaties op deze manier opschrijven!

Verkoop van je goederen

Je verkoopt een product voor €120,- met een inkoopwaarde van € 35,-. Het geld ontvang je in de kas.

voorbeeld

Een bedrijf koopt voor €800,- aan goederen in.

Let op! je moet de mutatie op deze manier opschrijven!

Voorbeeld

Let op! je moet de mutaties op deze manier opschrijven!