Woordenschat H4 - Extra oefenen

Woordenschat H4 
Extra oefenen
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Woordenschat H4 
Extra oefenen

Slide 1 - Diapositive

Benoem de verschillende manieren
voor het vinden van betekenissen in de tekst.

Slide 2 - Carte mentale

De manieren
Een synoniem zoeken, een omschrijving zoeken, een voorbeeld zoeken, een tegenstelling zoeken, een bekend woorddeel zoeken of zoeken in een woordenboek. 
Dat is wat je tot nu toe hebt geleerd. Het gebruiken van een homoniem om een betekenis te vinden, is nieuw voor je. 

Slide 3 - Diapositive

Welke manieren had je genoemd in je woordweb?

Slide 4 - Question ouverte

Slide 5 - Vidéo

Een homoniem is een
A
ander woord met dezelfde betekenis
B
een synoniem
C
een woord met verschillende betekenissen
D
een voorbeeld bij een onbekend woord

Slide 6 - Quiz

Wat is een homofoon?
A
een woord met meerdere betekenissen
B
twee woorden die hetzelfde klinken, maar anders worden geschreven
C
woorden die ongeveer hetzelfde betekenen

Slide 7 - Quiz

Wat zijn synoniemen?
A
1 woord met meerdere betekenissen.
B
spreekwoorden.
C
zoiets als anoniem.
D
meerdere woorden die hetzelfde betekenen.

Slide 8 - Quiz

Welk van deze woorden is een homoniem?
A
eten
B
weer
C
gelijk
D
avond

Slide 9 - Quiz

Waarom?

Slide 10 - Question ouverte

Welk woord is geen homoniem?
A
bank
B
haar
C
bloem
D
telefoon

Slide 11 - Quiz

Waarom?

Slide 12 - Question ouverte


Lees de zin en kies de juiste schrijfwijze van het homofoon
De mannen stroopten hun ............ op om de piano op te tillen. 
  
A
mauwen
B
mouwen

Slide 13 - Quiz

en
A
homofoon
B
homoniem

Slide 14 - Quiz

rat - rad
A
homofoon
B
homoniem
C

Slide 15 - Quiz

'bank' is een...
A
homoniem
B
homofoon

Slide 16 - Quiz

Welke woorden vormen een homofoon?
A
kou - kauw
B
bank - bank
C
regent - regent
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 17 - Quiz

Homoniem of niet?
Kussen
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz

Homoniem of niet?
Kaas
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quiz

Homoniem of niet?
Water
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quiz

Homoniem of niet?
Pan
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quiz

Noem zelf 7
homoniemen

Slide 22 - Carte mentale

Noem zelf 7
homofonen

Slide 23 - Carte mentale

Dus: wat is een homoniem? Leg dit uit met een voorbeeld.

Slide 24 - Question ouverte

Dus: wat is een homofoon? Leg dit uit met een voorbeeld.

Slide 25 - Question ouverte

Sleep het juiste woord naar de juiste betekenis
Antoniem
Homoniem
Synoniem
Homofoon
Een woord wat ongeveer hetzelfde betekent
Een woord met meerdere betekenissen
Een woord wat hetzelfde klinkt, maar een andere betekenis heeft
Een woord wat het tegengestelde betekent

Slide 26 - Question de remorquage