Palliatieve zorg

Palliatieve zorg 
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Palliatieve zorg 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen 
Na deze les ... 
  • ... weet je wat palliatieve zorg  en palliatieve terminale zorg is
  • ... kun je benoemen wat het doel is van palliatieve zorg
  • ... ken je de verpleegkundige/verzorgende taken binnen palliatieve zorg 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weten jullie over palliatieve zorg?

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer spreek je van palliatieve zorg
Zorg die gegeven wordt aan cliënten wanneer er geen genezing van een ziekte meer mogelijk is.

- Uitgezaaide kanker
- COPD
- Hartfalen, maar ook
- Dementie

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herkennen van palliatieve patient

Niet-pluis-gevoel
 - Achteruitgang, gewichtsverlies, vermoeidheid, minder eten en/ of drinken, gedragsverandering

Surprise Question? SQ
 - Zou het u verbazen als deze cliënt binnen een jaar zou overlijden?


Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het doel van palliatieve zorg?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Doel palliatieve zorg 
Een zo hoog mogelijke kwaliteit van leven te realiseren, 
door te voorkomen en verlichten van lijden. 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat kunnen verzorgende/verpleegkundige taken bij palliatieve zorg zijn?

Slide 9 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Verzorgende taken 
  • Signalerende taken  --> zorgproblemen                             
    (Pijn, dyspneu, vermoeidheid)
  • Algehele verzorging
  • Psychosociale zorg
  • Advance Care Planning --> Laatste levensfase

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Als zorgverlener heb je oog voor: 
  • Autonomie --> eigen keuzes
  • Toegang tot informatie
                - Informed consent? 
                - Omzetten naar begrijpelijke taal voor de zorgvrager
  • Keuzemogelijkheden

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

4 fasen in de palliatieve zorg
Ziektegericht
 de ziekte wordt behandeld zonder dat genezing mogelijk is
Symptoomgerichte palliatie
de focus licht op het verlichten en onder controle houden van de symptomen. de ziekte schrijdt voort, de cliënt al verzwakken en minder mobiel worden . de symptomen verergeren en in deze fase worden beslissingen genomen rondom het levenseinde.

Palliatie in de stervensfase
hier verschuift de aandacht van kwaliteit van leven naar kwaliteit van sterven
De nazorg
dit wordt ook gezien als onderdeel van de palliatieve zorg. soms hebben naasten behoefte aan ondersteuning tijdens de rouwarbeid




Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Palliatieve zorg begint als het moment van sterven dichterbij komt?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Palliatieve zorg heeft ook betrekking op de naasten van de zorgvrager
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kwaliteit van leven is ook afhankelijk van de normen en waarden van de zorgvrager
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Palliatieve zorg is gericht op het vergroten van de autonomie van de zorgvrager
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

terminale zorg is gericht op
A
zo lang mogelijk blijven leven
B
kwaliteit van sterven
C
kwaliteit van leven
D
stervensbegeleiding

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen terminale zorg en palliatieve zorg?

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Het verschil:
  • Terminale zorg is gericht op de kwaliteit van sterven.
  • Palliatieve zorg is gericht op de kwaliteit van leven.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Palliatie in de stervensfase
Focus verschuift van kwaliteit van leven naar kwaliteit van sterven

Patiënt zijn waardigheid laten behouden

Onder controle houden van de symptomen, zonder zich direct zorgen te maken over de cognitieve functies
Begeleiden van de naasten




Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Markeren stervensfase
Belang van tijdige markering voor patiënten


  • Van symptoomcontrole naar optimaal comfort.
  • Voorbereiden op naderende dood – afscheid kunnen nemen
  • Terugtrekken uit het leven vraagt om ‘met rust gelaten te worden’

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn signalen van de naderende dood?

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Kenmerken stervenfase
Verminderde behoefte aan eten en drinken
Veranderingen in de ademhaling (cheyne stokes)
De bloedsomloop neemt af (circulatievlekken)
Minder contact – verandering in bewustzijn
Onrust en verwardheid (terminaal delier)
Fysieke veranderingen

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

waar staat palliatieve sedatie voor?
A
verhogen van bewustzijn zodat de zorgvrager zo min mogelijk lijdt
B
om kwaliteit van sterven te verbeteren
C
om kwaliteit van leven te verbeteren
D
verlagen van het bewustzijn zodat de zorgvrager zo min mogelijk lijdt

Slide 27 - Quiz

in de volgende dia krijg je uitleg van een arts over palliatieve sedatie
Wat is het verschil tussen palliatieve sedatie en euthanasie?

Slide 28 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Ethische dilemma's
Botsing is tussen verschillende morele waarden
Ene waarde gaat dan ten koste van de andere waarde

Bespreken van casussen

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Interessante bronnen 
Palliaweb
IKNL (Integraal Kankercentrum Nederland )


Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat neem je van deze les mee naar je eigen beroepspraktijk?

Slide 31 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions