review test + herh. to be (present simple)

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Present Simple - after...

• First: YOU reflect on your test
• Second: WE talk about
  learning methods and secondary school
• Third: YOU take responsibility and
  find out what you need to successfully learn.  What will be YOUR strategy for next chapter?
• Fourth: YOU make SURE that you know enough to continue

First: YOU reflect on your test

= zelf-reflectie

Second: WE talk about learning methods and secondary school

Second: WE talk about 

learning methods and secondary school

Third: YOU take responsibility and 

find out what you need to successfully learn. 

What will be YOUR strategy for next chapter?

Fourth: enough to continue

- Je kan 'to be' in de Present Simple vervoegen

- Je kent de She - he - it regel van de Present Simple

- Je kunt de regels toepassen op alle werkwoorden

Antwoord voor jezelf:   JA / NEE ?

Controle lijst docent

JA ?

- maak de oefentoets op je iPad en drop daarna

 een printscreen van je resultaat in Showbie

NEE?

- herhaling uitleg Present Tense

- ga 'Slim Stampen' op je iPad: kies voor Grammar

JA: Maak de oefentoets van Theme 2.

NEE: Maak de opdrachten van Slim Stampen.
DIT IS OOK HUISWERK dat vóór de eerste les volgende week af moet zijn!

- Werk stil voor jezelf !
- Denk eerst zelf na over een vraag,
dan in je boek kijken.


- Als je klaar bent, dan vooruit werken:

begin met Theme 3:

A, B en C (lezen, luisteren) plus oefeningen

+ woordjes ABC

Is je antwoord NEE: 

dan volgt eerst nog een herhaling van de Present Tense VOORDAT je begint met Slim Stampen !

Herhaling Present Tense

Schrift pakken voor aantekeningen!
His name is Micheal.
She's 13 years old.
The dog likes dog food.
She buys a book.
Tim plays soccer.

Present Simple She-he-it

• His name is Micheal.
  
• His name =  it (of  'I - you - he - she - you (mv) - they - we'?
• De regel die je moet toepassen is dus 'she-he-it'. 
  
• She's 13 years old.
  
• I ___ 13 years old.  They ____ 13 years old.

Present Simple She-he-it

• The dog likes dog food.
  
• The dog = ____ (I - you - he - she - it - you (mv) - they - we ?)
• She buys a book.
  
• I ____ a book.  We ____ a book.
• Tim plays soccer.
  
• Tim = I - you - he - she - it - you (mv) - they - we ?
• They _____ soccer.  You _____ soccer.

Zijn

Ik ben

Jij bent

Hij is

Zij is

Het is

Wij zijn

Jullie zijn

Zij zijn

To be = zijn 

I am
You are
He is
She is
It is
We are
You are               (mv = meervoud; jullie)
They are

Hebben

Ik heb

Jij hebt

Hij heeft

Zij heeft

Het heeft

Wij hebben

Jullie hebben

Zij hebben

To have - hebben

I have
You have
He has
She has
It has
We have
You have                  (mv)
They have 

I am not interested in cars.

We are not fond of acting.

Max is  not my favourite dog.

Hoe maak je een ontkenning?

Ontkenning = wanneer iets niet zo is.
Gebruik het woordje not achter de vorm van 'to be'.

I am not interested in cars.

We are not fond of acting.

Max is not my favourite dog.

Maak de volgende zinnen ontkennend:

• He is into pop music.
  
• They are fond of homework.
  
• I am interested in animals.
  
• He isn't into pop music.
  
• They aren't fond of homework.
  
• I'm not interested in animals.

JA: Maak de oefentoets van Theme 2.

NEE: Maak de opdrachten van Slim Stampen.
DIT IS OOK HUISWERK dat vóór de eerste les volgende week af moet zijn!

- Werk stil voor jezelf !
- Denk eerst zelf na over een vraag,
dan in je boek kijken,
en dan pas naar mij komen.

- Als je klaar bent, dan vooruit werken:

begin met Theme 3:

A, B en C (lezen, luisteren) plus oefeningen

+ woordjes ABC

Afsluiting

- Huiswerk staat in je planner of agenda.
- Les kort nabespreken.
- We blijven zitten tot de bel gaat.

Deze les

Doelen:
- Je kan 'to be' in de Present Simple vervoegen

- Je kent de He - she - it regel van de Present Simple

Welk cijfer geef jij deze les? Waarom?