H8.4 Fase

1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Programma en leerdoelen
  • herhaling 
  • Wat betekent fase?
  • Wat betekent de gereduceerde fase?
  • Hoe bepaal/bereken  je fase/ de gereduceerde fase?
  • Hoe bepaal je het faseverschil? (45 min inclusief zelfstandig gedeelte)
  • Hoe kun je een plaats-functie voor een trillend voorwerp maken?
  • Hoe bepaal en bereken je de snelheid van het trillende voorwerp?
  • Wanneer is de snelheid maximaal en hoe kun je deze bepalen?

Slide 2 - Diapositive

wat weet je nog van H8?

Slide 3 - Diapositive

Trilling
Periodieke beweging om evenwichtsstand
f=1/T of T=1/f en amplitude 
voorwaarde voor een harmonische trilling?
Fres ~ -u
T voor een slinger en voor een massa veer systeem
veerenergie en resonantie 
 modelleren voor een  gedempte harmonische trilling

Slide 4 - Diapositive

ECG

Slide 5 - Diapositive

fase 
Fase: hoeveel (delen van )trillingen heeft een voorwerp al uitgevoerd?  

Afspraak: start als trilling voor eerst door x-as is positieve richting gaat

Slide 6 - Diapositive

De fase is hoeveel trillingen het voorwerp in totaal heeft uitgevoerd. 

De gereduceerde fase geeft aan waar de trilling in zijn huidige trilling is. 

Bijvoorbeeld: fase = 4,25 betekent dat het voorwerp al vier en een kwart trilling heeft uitgevoerd.
De gereduceerde fase is dan 0,25: hij zit op één kwart in zijn huidige trilling.

De gereduceerde fase is dus altijd een getal van 0 tot 1.
ϕ=Tt

Slide 7 - Diapositive

R
S
R en S:
tijd noteren!
faseverschil tussen Q en R

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

R
S
R en S:
tijd noteren!
faseverschil tussen Q en R

Slide 10 - Diapositive

Wat is de fase van R?

Slide 11 - Question ouverte

Wat is de fase van S?

Slide 12 - Question ouverte

Wat is dus het faseverschil tussen R en S?

Slide 13 - Question ouverte

Hoe groot is de fase op het aangegeven punt (hoeveel trillingen zijn tot dan toe uitgevoerd?)
A
3,5
B
3,25
C
2,5
D
1,75

Slide 14 - Quiz

Hoe groot is de gereduceerde fase op het aangegeven punt ?
A
0,25
B
0,5
C
0,75
D
1,75

Slide 15 - Quiz

Wat is de eenheid van fase?
A
s
B
Hz
C
D
fase heeft geen eenheid

Slide 16 - Quiz

zelfstandig gedeelte 
maak 36, 37 en 38
timer
10:00

Slide 17 - Diapositive

wat weet je van de vorige les?
wat betekent fase?
wat betekent faseverschil?
wat betekent gereduceerde fase?
hoe bepaal je deze drie grootheden?

Slide 18 - Diapositive

een massa veer systeem: hoe kunnen we een functievoorschrift voor dit systeem maken?

Slide 19 - Diapositive

T
T : trillingstijd (s)
f  : frequentie (Hz)
A : amplitude (maximale uitwijking) (m of cm)
We kunnen t(s)-as vergelijken met een hoek-as, fasehoek

αas

Slide 20 - Diapositive

plaats-functie u opgave 39
u=Asin(α)=Asin(T2πt)

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Maximale snelheid
De snelheid bij een trilling is maximaal bij passage van de evenwichtsstand

vmax=T(2πA)

Slide 23 - Diapositive

Hoe bepaal je de snelheid van een trillend voorwerp?
A
2 (pi) A/T
B
2 (pi) A f
C
raaklijn tekenen in een (u,t)-diagram en de helling bepalen

Slide 24 - Quiz

Hoe bepaal je maximale snelheid voor een trillend voorwerp?

Slide 25 - Question ouverte

Het verschil tussen bepalen en berekenen:
A
geen verschil
B
bij berekenen moet je echt een formule gebruiken
C
bij bepalen mag je een formule gebruiken
D
bij bepalen moet je een formule gebruiken

Slide 26 - Quiz

zelfstandig gedeelte
maak 39, 40, 41
huiswerk: 36 t/m 43

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Lien

Slide 29 - Diapositive

Oscilloscoop

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Lien