Je kunt stappen noemen waarin een bloem verandert naar een vrucht
Je kent het verschil tussen ware vruchten en schijnvruchten
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1
Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
B4 Vruchten & zaden
Zitten volgens de plattegrond
Spullen op tafel
Boek, werkboek, schrift
Tas van tafel
Lees blz. 110 t/m 113
timer
5:00
Kennen/Kunnen
Je kunt stappen noemen waarin een bloem verandert naar een vrucht
Je kent het verschil tussen ware vruchten en schijnvruchten
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we doen?
Herhalen
Onstaan van een vrucht
Soorten vruchten
Tijd voor hw
Afsluiten
Slide 2 - Diapositive
Wat gebeurt er als een stuifmeelkorrel van een zonnebloem op de stempel van een paardenbloem komt?
A
Niks
B
Korrel maakt een stuifmeelbuis, maar stopt na een tijdje
C
Korrel maakt een stuifmeelbuis tot aan een zaadbeginsel, daarna niks
D
Korrel maakt stuifmeelbuis en bevrucht daarna een zaadbeginsel
Slide 3 - Quiz
In het vruchtbeginsel van een appelbloem komen 8 zaadbeginsels voor. Tijdens de bloei van deze plant komen er 10 stuifmeelkorrels van appelbloemen, 5 van zonnebloemen en 2 van een roos op de stempel van de bloem. Hoeveel zaden verwacht je dat er uiteindelijk in de vrucht voorkomen? (alleen nummer typen!)
Slide 4 - Question ouverte
In het echt komen er ontzettend veel stuifmeelkorrels op een stempel van bloemen terecht. Toch ontwikkelen niet altijd alle zaadbeginsels zich tot zaden. Wat kan hiervoor een reden zijn?
Slide 5 - Question ouverte
Plantenkwekers maken gebruik van een techniek die selecteren heet. Wat betekent dit?
Slide 6 - Question ouverte
Slide 7 - Diapositive
Zaden in vruchten
Elk zaadje of pitje in een vrucht was een zaadbeginsel.
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
Slide 10 - Vidéo
Ware vrucht
Alleen het vruchtbeginsel groeit uit tot vrucht
Schijnvrucht
Andere plantendelen (naast vruchtbeginsel) zijn ook deel van de vrucht