Woordenschat H4 3hv stijlfouten

30 maart
Lezen 10 min.
Laptop (Lessonup)

1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

30 maart
Lezen 10 min.
Laptop (Lessonup)

Slide 1 - Diapositive

Planning
Huiswerk bespreken

Woordenschat H4: Stijlfouten

Opdrachten maken

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
- Aan het eind van de les kan je verschillende stijlfouten herkennen en benoemen.

- Aan het eind van de les kan je verschillende stijlfouten verbeteren in een tekst.

Slide 3 - Diapositive

Hoe is jouw proefwerk gegaan?
010

Slide 4 - Sondage

Huiswerk bespreken
Schrijven H4: Een betoog schrijven

Hoe ging het?

Zijn er nog vragen?

Slide 5 - Diapositive

Wat is een betoog?
A
Een nieuwsbericht over salarisverhogingen bij supermarkten
B
Een tekst waarin de schrijver jou wil overtuigen om iets te doen
C
Een oproep voor een betoging/demonstratie
D
Een tekst waarin een standpunt wordt verdedigd met behulp van argumenten

Slide 6 - Quiz

Pleonasme & Tautologie

Slide 7 - Diapositive

Wat valt je op aan deze zinnen?
De jongen knielde neer in het groene gras.

Slide 8 - Diapositive

Pleonasme
Bij een pleonasme wordt een eigenschap van iets dubbel uitgedrukt (een onnodige herhaling).

Een pleonasme bestaat vaak uit een bijvoeglijk naamwoord en een zelfstandig naamwoord (verschillende woordsoorten).

VB: Ronde bal, houten boomstam, omlaag vallen, etc.

Slide 9 - Diapositive

Pleonasme - Voorbeelden
"Mijn kat was gevallen en zat onder de witte sneeuw."
Sneeuw is van oorsprong al wit en daarom is het woord 'wit' overbodig. Het feit hoeft niet extra benadrukt te worden.

"De aanwezige bezoekers zijn opnieuw geteld."
Bezoekers zijn al aanwezig, dus je hoeft dat er niet bij te vermelden. 

Slide 10 - Diapositive

Kort nadat de storm was gaan liggen, werd de wedstrijd weer hervat.
Is de zin goed of fout?
A
Fout, want 'kort' en 'nadat' vormen een pleonasme
B
Fout, want 'weer' en 'hervat' vormen een pleonasme
C
Goed
D
Fout, want een storm kan niet liggen

Slide 11 - Quiz

Tautologie
Een tautologie drukt de betekenis van een woord nog een keer uit met een ander woord dat (bijna) dezelfde betekenis heeft.

Bestaat uit 2 of meer woorden van dezelfde woordsoort.

VB: Maar echter, altijd en eeuwig, enkel en alleen, etc.

Slide 12 - Diapositive

Tautologie - Voorbeelden
  • "We hebben verschillende soorten thee, zoals bijvoorbeeld muntthee, gemberthee en groene thee."
'Zoals' geeft in dit geval aan dat er voorbeelden volgen. Het woord 'bijvoorbeeld' is dus overbodig.

  • "Ik geef je deze boeken gratis en voor niets."
'Gratis' geeft al aan dat de boeken voor nul euro worden gegeven. 'Niets' is dus overbodig. We accepteren deze tautologie, omdat het een versteende uitdrukking is. Net zoals: vast en zeker, voor eeuwig en altijd, etc.

Slide 13 - Diapositive

Hij kwam afgemat aan en startte uitgeput met de conditietraining.
Welke stijlfiguur herken je?
A
Geen, dit is een goede zin
B
Tautologie. Trainen is altijd voor conditie
C
Tautologie. Afgemat en uitgeput betekenen hetzelfde
D
Tautologie. Kwam en aan betekenen hetzelfde

Slide 14 - Quiz

"We hebben verschillende soorten thee, zoals bijvoorbeeld muntthee, gemberthee en groene thee"
Wat voor fout staat er in de zin?
A
Pleonasme
B
Tautologie
C
Dit is een correcte zin
D
Anders...

Slide 15 - Quiz


Resultaat: Herkennen en benoemen stijlfouten.
Met wie? Alleen.
Hulp: Geen.
Tijd: +/- 5 minuten
Wat: Opdrachten woordenschat H4 (Niet opdr 4)

PS: Laat de LessonUp nog even openstaan. Hier gaan we straks mee verder!

Aan de slag (havo)

Slide 16 - Diapositive

Contaminatie (vwo)

Slide 17 - Diapositive

Contaminatie
Een contaminatie is een verhaspeling van twee woorden of uitdrukkingen. Deze worden door elkaar gebruikt, waardoor een contaminatie ontstaat. 

Bijv.
Je moet dat overnieuw doen! 
            Je moet dat opnieuw doen.
            Je moet dat over doen.

Slide 18 - Diapositive

Contaminatie - Voorbeelden
"Het apparaat zou duur moeten kosten."
Iets is duur of iets kost veel. 

 "Aan het eind van de partij legde hij het laatste loodje."
Iemand legt het loodje -  (het loodje leggen)
of
De laatste loodjes wegen het zwaarst. (Kan dat wel?)

Slide 19 - Diapositive

"De mond-tot-mondreclame over de mond-op-mondbeademing lijkt soepel te verlopen."

Is de zin goed of fout?
A
De zin is goed
B
De zin is half goed
C
De zin is fout, want iets kan niet soepel verlopen.
D
De zin is fout, want mond-tot-mond is verhaspeld.

Slide 20 - Quiz

"Van de docent mag je verwachten dat hij een voorbeeldfunctie geeft."
Is de zin goed of fout?
A
Er zit een contaminatie in de zin
B
Er zit een tautologie in de zin
C
Er zit een pleonasme in de zin
D
De zin is goed

Slide 21 - Quiz

Huiswerk (vwo)
Woordenschat H4: Stijlfouten
Tot en met opdracht 6


De hele klas doet vanaf nu weer mee


Slide 22 - Diapositive

Hij is bezig met het schrijven van een subjectief betoog.

A
Correcte zin
B
Contaminatie
C
Pleonasme
D
Tautologie

Slide 23 - Quiz

Even herhalen!
Een pleonasme ontstaat als je een eigenschap nog eens uitdrukkelijk omschrijft, terwijl het begrip al onlosmakelijk is verbonden met die eigenschap.

Bij een tautologie wordt eenzelfde begrip twee keer genoemd. Woorden van dezelfde woordsoort die hetzelfde betekenen.

Slide 24 - Diapositive

Even herhalen! (vwo)

Een contaminatie is een combinatie van twee of meer woorden of uitdrukkingen die je door elkaar gebruikt. 

Slide 25 - Diapositive

Ik begrijp de behandelde stijlfouten en kan deze in eigen woorden uitleggen aan de hand van een voorbeeld.
Ja
Nee
Beetje

Slide 26 - Sondage

Lesdoelen behaald
Je kan verschillende stijlfouten herkennen en benoemen.

Je kan verschillende stijlfouten verbeteren in een tekst.

Slide 27 - Diapositive

Huiswerk
(Voor de volgende les)
Havo
Alle opdrachten (behalve opdracht 4)

Vwo
T/m opdracht 6

Slide 28 - Diapositive