Spelling Blok 3 week 1 les 1
1 / 13
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Welke regel geldt voor route woorden?
Slide 3 - Question ouverte
Probeer eens zoveel mogelijk routewoorden te noemen
Slide 4 - Carte mentale
Welk woord hoort erbij?
de paarden, de school, de les
de paarden, de school, de les
Slide 5 - Question ouverte
Welk woord hoort hierbij?
muziek, dansen, discobal
muziek, dansen, discobal
Slide 6 - Question ouverte
Welk woord hoort hierbij:
krokant, aardappelschijfje, krokant
krokant, aardappelschijfje, krokant
Slide 7 - Question ouverte
Schrijf op in welke tijd het woord staat en waar je dat aan kunt zien.
het gebeurt
het gebeurt
Slide 8 - Question ouverte
Schrijf op in welke tijd het woord staat en hoe je dat kunt zien
zij is gestrand
zij is gestrand
Slide 9 - Question ouverte
Schrijf op in welke tijd het woord staat en hoe je dat kunt zien
Lotte besteedt
Lotte besteedt
Slide 10 - Question ouverte
Schrijf op in welke tijd het woord staat en hoe je dat kunt zien
de mannen verbonden
de mannen verbonden
Slide 11 - Question ouverte
Wat zijn leenwoorden?
A
Woorden die we soms gebruiken om dat we dat leuk vinden
B
Woorden uit een andere taal die we nu ook in Nederland gebruiken
C
Woorden zonder echte betekenis
D
Woorden die we niet kennen, maar toch gebruiken
Slide 12 - Quiz
Noem zoveel mogelijk leenwoorden
