B5: De celkern

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

B5: De celkern

• Terugblik cellen
• Uitleg chromosomen
• Uitleg DNA
• Uitleg genen

Na deze les:

• Kun je de kenmerken van chromosomen noemen.
• Kun je de bouw en functie van DNA beschrijven.

plantencel vs. dierencel

Welke drie celorganellen kom je wel tegen in een plantencel maar niet in een dierencel?

B1: De celkern

De celkern is het regelcentrum van de cel. 

In de celkern ligt alle informatie die nodig is om de cel aan te sturen. Deze informatie erf je van je ouders.

Chromosomen

Lange, dunne draden in de celkern.

Regelen wat er in de cel gebeurt .

Door de microscoop alleen te zien als de cel zich deelt/ splitst.

Lichaamscellen

Je lichaam is opgebouwd uit cellen:

Huidcellen

Spiercellen

Levercellen

etc.

Lichaamscellen

Een mens heeft in elke cel van zijn lichaam 46 chromosomen en die liggen in 23 paren.

Er is dus altijd een even aantal chromosomen nodig!

Wat zegt het aantal chromosomen? 

DNA

Chromosomen bestaan voor een groot deel uit DNA.

DNA is opgebouwd uit basen.

Deze 4 basen worden aangegeven met letters en vormen altijd dezelfde paren: A met T en C met G.

DNA

DNA bepaald dus een groot deel van onze eigenschappen. De informatie voor deze eigenschappen wordt bepaald door de volgorde van de basenparen. Met de 4 leters van de basen A en T, C en G kun je veel verschillende combinaties maken.

Informatie in je DNA erf je van je ouders: erfelijke eigenschappen

Genen

Voor 1 erfelijke eigenschap zijn duizenden basenparen nodig.

Basenparen die samen nodig zijn voor 1 (of meer) eigenschappen vormen een gen. Die basenparen kunnen naast elkaar liggen maar meestal zijn ze verdeeld over het DNA

Huiswerk

Lezen 2.5 vanaf blz 116

en maken Opdracht 1 t/m 9 

(6 niet)