I can describe what people are doing

Today       Present Continuous
- 'I can describe what people are doing' = Ik kan beschrijven wat mensen aan het doen zijn.
- Oefenen met LessonUp en worksheets.

- Aan het eind van de les ken je de vorm van de present continuous en weet je wanneer hij gebruikt wordt.


1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Today       Present Continuous
- 'I can describe what people are doing' = Ik kan beschrijven wat mensen aan het doen zijn.
- Oefenen met LessonUp en worksheets.

- Aan het eind van de les ken je de vorm van de present continuous en weet je wanneer hij gebruikt wordt.


Slide 1 - Diapositive

Welke tenses (werkwoordsvormen) ken je al in het Engels? Geef een voorbeeld. (bijv. tegenwoordige tijd)

Slide 2 - Question ouverte

Welke Engelse werkwoordsvormen kennen we al?
  • Present simple; tegenwoordige tijd - feiten en gewoonten. I walk to school every day.
  • Future; toekomende tijd. I am going to walk to school in a few minutes.
  • Daar komt nu de tegenwoordige tijd in duurvorm bij: Present continuous - I am walking to school at the moment.

Slide 3 - Diapositive

How would you say: Ik ben aan het luisteren.

Slide 4 - Carte mentale

PRESENT CONTINOUS
Present contiNUous: gebeurt NU 
Example: They are working now.

How do you make this tense?
1. you use the verb to be: am, is / are 
2. infinitive + ING (hele ww + ing)
 




Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

I am chilling

Slide 7 - Diapositive

How to make present continuous affirmative
Hoe maken we positieve zinnen
I + am + infinitive + ing
I am just doing my job.

you/we/they + are + infinitive + ing
We are eating soup at the moment. 

he/she/it + is + infinitive + ing
He is singing right now.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Can you do the following exercises correctly?
Choose the correct form of the present continuous.

Slide 10 - Diapositive

Jimmy ___ games.
A
is playing
B
are playing
C
am playing

Slide 11 - Quiz

You ___ London.
A
am visiting
B
are visit
C
are visiting
D
is visiting

Slide 12 - Quiz

Signaalwoorden
When you see these words in a sentence:
Use Present Continuous

now
at the moment
look!/listen!

right now
at present

Slide 13 - Diapositive

Choose the Present Continuous.

Listen! The birds ___ a song!
A
sing
B
singing
C
are sing
D
are singing

Slide 14 - Quiz

Choose the Present Continuous.

Our teacher ___ the grammar at the moment.
A
explains
B
is explain
C
explaining
D
is explaining

Slide 15 - Quiz

Choose the Present Continuous.

When ___ for vacation?
A
are we leaving
B
are we leave
C
we leaving
D
we leave

Slide 16 - Quiz

Even when I lose I ... ....
(Luister wat gezongen wordt)
4. the man is looking at a mine.
present continuous-8

Slide 17 - Question ouverte

How many times do I have to tell you? Even when ...
you are beautiful too.
present continuous-5
4. the man is looking at a mine.

Slide 18 - Question ouverte

I ... .... on sunshine, Oh oh
4. the man is looking at a mine.
present continuous-9

Slide 19 - Question ouverte

Door welk woord weet je dat je de present continuous moet gebruiken?
(signaalwoorden, meerdere goed)
A
At the moment
B
Every Saturday
C
Now!
D
Often

Slide 20 - Quiz

Present simple
Gebruik: Bij feiten en gewoontes.

I walk to school every day.

Vorm: Infinitive (+s bij he/she/it)


Present continuous
Gebruik: Wanneer iets NU gebeurt of aan de gang is.



I am walking to school at this moment.
Vorm: am/are/is + infinitive + -ing
* infinitive = hele werkwoord.

Slide 21 - Diapositive

Welke zin is geschreven in de present simple?
A
I listen to pop music daily
B
I am listening to pop music
C
I listened to pop music

Slide 22 - Quiz

Aan welke woorden herken je de present simple? Meerdere juist.
A
Always
B
Now
C
At the moment
D
Never

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Diapositive

Wat wil je nu doen?
Ik begrijp dit en wil alvast leren hoe je vragen en ontkenningen maakt in de present continuous.
Ik wil graag extra oefenen met het verschil tussen de present simple en present continuous.

Slide 25 - Sondage

Activity of choice
  • Ik wil meer oefenen met de present continuous vs. present simple: Worksheet present tenses + I Writing & Grammar.
  • Ik snap dit en wil alvast oefenen hoe je vraagzinnen/ontkenningen maakt in de pc: Blijf in de LessonUp.
  • Gezamenlijk afsluiten om 11:20.

Slide 26 - Diapositive

Worksheet
  • Lees de uitleg over present simple vs. present continuous eerst door.
  • Daarna maak je de drie oefeningen en lever je het worksheet in met je naam erop.
  • Klaar en nu wel duidelijk? Inleveren -> Oefenen voor mondeling.
  • Klaar en nog niet helemaal duidelijk? Inleveren -> I Writing & Grammar chapter 4.
  • 11:20 weer terug in de klas.

Slide 27 - Diapositive

To see if you really understand, write down in the next slide:

Ik ben de afwas aan het doen.

Hij is de afwas aan het doen.

Jullie zijn de afwas aan het doen.

Slide 28 - Diapositive

Write down:
Ik ben de afwas aan het doen.
Hij is de afwas aan het doen.
Jullie zijn de afwas aan het doen.

Slide 29 - Question ouverte

By now
you can describe what people are doing.

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Let's go on...
'I can describe what people are not doing.'
'I can ask what people are doing.'

Slide 32 - Diapositive

Vragen en ontkenningen in de present continuous
Om een vraag te maken draai je het onderwerp en het werkwoord am/are/is om:
I am walking to school - Am I walking to school?

Om een ontkenning te maken: Voeg 'not' toe tussen am/are/is en het werkwoord:
I am walking to school - I am not walking to school.

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Maak een vraag in de present continuous van deze zin:
He is watching a movie.

Slide 35 - Question ouverte

Maak een ontkenning van deze zin:
He is watching a movie

Slide 36 - Question ouverte

Practise!
  • Worksheet present continuous vs. present simple met vragen en ontkenningen.
  • Maken + inleveren als je klaar bent.
  • Oefenen voor je mondeling!
  • 11:20 gezamenlijk afronden.

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Diapositive

End of class
  • Doel behaald? "I can describe what people are doing".
  • We gaan dit nog vaak herhalen en leren toepassen.

  • Have a good day and see you Friday!

Slide 43 - Diapositive

Slide 44 - Lien

Slide 45 - Lien