2F maandag 10-03-2025 8e uur

Regels in de klas
  1.  Je hebt je spullen voor Nederlands bij je.
  2. Je let op als ik iets vertel/uitleg.
  3. Je bent geconcentreerd met je werk bezig.
  4. Aan het einde van de les staat je tafel recht en is je stoel aangeschoven.
  5. We gaan respectvol om met de docent en met elkaar.


1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Regels in de klas
  1.  Je hebt je spullen voor Nederlands bij je.
  2. Je let op als ik iets vertel/uitleg.
  3. Je bent geconcentreerd met je werk bezig.
  4. Aan het einde van de les staat je tafel recht en is je stoel aangeschoven.
  5. We gaan respectvol om met de docent en met elkaar.


Slide 1 - Diapositive

Als je je niet aan de regels houdt
  1.  Mondelinge waarschuwing.
  2. Naam op het bord met het 1e streepje achter je naam.
  3. 2e streepje = nablijven of uitgestuurd.

Slide 2 - Diapositive

Lezen


Fedor, Bram, Jana, Dex en Djoy
 mogen voor laten lezen op hun Chromebook.




Slide 3 - Diapositive

Programma 2F maandag 10-03-2025
  • Uitdaging: raad de titel.
  • Spellingsapp 10 min.
  • Spellen: Woordenslang en woorden uitbeelden 15 min.
  • Video. 15 min.

Slide 4 - Diapositive

Uitdaging: probeer van de volgende tekst de titel te raden...

Slide 5 - Diapositive

Uitdaging: probeer van de volgende tekst de titel te raden...

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Doe de spellingsapp in Blink
Daarna doen we een actief taalspel!
timer
10:00

Slide 8 - Diapositive

Woordenslang
  • Als je de beurt krijgt, schrijf je een woord op het bord.
  • De volgende leerling moet een nieuw woord maken dat begint met de laatste letter van het vorige woord.
  • Woorden mogen niet herhaald worden.

Slide 9 - Diapositive

We gaan lekker iets actiefs doen
Spel: Welk woord beeld ik uit?

Als je de beurt krijg, beeld je een Nederlands woord uit. 
De rest moet raden welk woord het is.
Als het fout is, raak je 3 keer je tenen aan.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo