les 8 r1-7

Latijn 1
les 8 r1-7
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Latijn 1
les 8 r1-7

Slide 1 - Diapositive

vragen over de tekst
dus spullen bij de hand!

Slide 2 - Diapositive

Hoeveel woorden in de eerste zin
(Mater...Pollucis)
staan in de genitivus?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 3 - Quiz

Hoeveel woorden in de eerste zin
(Mater...Pollucis)
staan in de ablativus?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 4 - Quiz

Mater sedet cum filio et filia sub columnis templi
 Castoris et Pollucis

Een moeder zit met haar zoon en dochter onder de zuilen van de tempel van Castor en Pollux.

Cum gaat met een abl, dus filio en filia zijn abl.
Sub gaat met een abl, dus columnis is abl.

Templi, Castoris en Pollucis zijn allemaal gen:
van de tempel, van Castor, van Pollux

Slide 5 - Diapositive

Hoe heet de dochter en hoe heet de zoon?

Slide 6 - Question ouverte

Sleep de vertaling naar het juiste stukje Latijn.
Initium               triumphi              exspectant. 

Optimos             locos                     habent.

zij hebben
zij wachten op
(de) plaatsen
(het) begin
van de trioftocht
beste

Slide 7 - Question de remorquage

Initium triumphi exspectant. Optimos locos habent.

Ze wachten op het begin van de triomftocht. 
Ze hebben de beste plaatsen.
let op: zelf onderwerp aanvullen: 
exspectant: zij wachten
habent: zij hebben

Slide 8 - Diapositive

Ibi diu sedent. - Zij zitten daar lange tijd

Waar is daar?

Slide 9 - Question ouverte

Puer et puella impatientes sunt.
De jongen en het meisje zijn ongeduldig.

Welk woord is naamwoordelijk deel vh gezegde?

A
puer
B
puella
C
impatientes
D
sunt

Slide 10 - Quiz

Sleep het woord FOUT! naar de fout in de vertaling.
Aulus discedere temptat. Mater rogat: ‘Cur discedis?’

Aulus probeert weg te gaan. Moeder vraagt:


‘Waarom gaat hij weg?’
FOUT!!

Slide 11 - Question de remorquage

Sleep de juiste benoeming naar het juiste werkwoord
Respondet Aulus: ‘Sitio. Aquam bibere cupio.’

1e ev
1e ev
3e ev
inf

Slide 12 - Question de remorquage

Respondet Aulus: ‘Sitio. Aquam bibere cupio.’

Aulus antwoordt: ‘Ik heb dorst. Ik wil (graag) water drinken.’ 
let op de nieuwe werkwoorduitgangen:

siti-O: ik heb dorst
cupi-O: ik wil

Slide 13 - Diapositive

en weer even naar it's

Slide 14 - Diapositive