Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Les en doelen
Herhaling theorie over het bijwoord.
Opdracht 9 behandelen.
Aan het eind van de les kun je
bijwoorden benoemen.
Slide 2 - Diapositive
Wat kun je vertellen over een bijwoord?
Slide 3 - Carte mentale
Een bijwoord geeft extra informatie over:
een werkwoord
een ander bijwoord
een bijvoeglijk naamwoord
de plaats
de tijd
Slide 4 - Diapositive
Het volume van de muziekinstallatie staat hard. Wat is 'hard'?
A
bijvoeglijk naamwoord
B
bijwoord
Slide 5 - Quiz
Het erg harde geluid verstoort de rust. Wat is 'harde'?
A
bijvoeglijk naamwoord
B
bijwoord
Slide 6 - Quiz
Het erg harde geluid verstoort de rust. Wat is 'erg'?
A
bijvoeglijk naamwoord
B
bijwoord
Slide 7 - Quiz
Hoeveel bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden staan in de zin. De nieuwste apps verschijnen binnenkort op de aangepaste website.
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 8 - Quiz
De nieuwste apps verschijnen binnenkort op de aangepaste website.
Slide 9 - Diapositive
De nieuwste apps verschijnen binnenkort op de aangepaste website.
Slide 10 - Diapositive
Hoeveel bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden staan in de zin. Wanneer is het superleuke nummer van dit tijdschrift eindelijk ook in de winkel te koop?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 11 - Quiz
Wanneer is het superleuke nummer van dit tijdschrift eindelijk ook in de winkel te koop?
Slide 12 - Diapositive
Wanneer is het superleuke nummer van dit tijdschrift eindelijkook in de winkel te koop?
Slide 13 - Diapositive
Hoeveel bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden staan in de zin. De bus rijdt bijzonder langzaam langs de gedeeltelijke wegafzetting.
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 14 - Quiz
De bus rijdt bijzonder langzaam langs de gedeeltelijke wegafzetting.
Slide 15 - Diapositive
De bus rijdt bijzonderlangzaam langs de gedeeltelijke wegafzetting.
Slide 16 - Diapositive
Hoeveel bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden staan in de zin. Je moet thuis je vieze kleren snel in de witte wasmachine stoppen.
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 17 - Quiz
Je moet thuis je vieze kleren snel in de witte wasmachine stoppen.
Slide 18 - Diapositive
Je moet thuis je vieze kleren snel in de witte wasmachine stoppen.
Slide 19 - Diapositive
Noteer hier het onderdeel dat je nog moeilijk vindt.