Lessenserie vaccinatie

Asg: vaccinatie 
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens en natuurMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Asg: vaccinatie 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

wat betekent het woord Vaccinatie?

Slide 2 - Diapositive

Bij een prik worden verzwakte of kleine deeltjes van virussen of bacteriën in je lichaam gespoten. Door die verzwakte virussen of bacteriën bouwt je lichaam afweer op. Daardoor herkent je lichaam de echte virussen en bacteriën en kan het de juiste antistoffen aanmaken. Zo word je niet of veel minder ziek.
Lesplanning
  • Leerdoelen
  • Vaccineren 
  • Opdracht! 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Na deze les kan je...
  • Verklaren wat in het lichaam gebeurt na een inenting, je beschrijft hierbij wat er in het lichaam wordt gespoten en wat de reactie van het lichaam is.
  • Benoemen wat het betekent dat iemand immuun is voor een bepaalde ziekte.
  • Een superschema uitleggen over vaccineren.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Op reis! 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heeft vaccinatie met reizen te maken?

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurt er bij een vaccinatie?
  • Bij een vaccin of ook wel een inenting wordt er een verzwakte ziekteverwekker het lichaam in gespoten. 
  • Maar hoe zit dat dan? 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Antistoffen


  • Stofjes
  • Gemaakt door witte bloedcellen
  • Hechten aan de antigenen
  • Ziekteverwekker onschadelijk kunnen maken.

Antigenen 

  • Herkenningspunten aan de buitenkant van een cel.
  • Ziekteverwekkers hebben ook antigenen aan de buitenkant van een cel.


Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Antistoffen
  • Het lichaam maakt antistoffen
  • Antistoffen 'passen op' antigenen
  • Elk antigen heeft eigen antistof
  • Ziekteverwekkers kunnen niks meer
Werking antistoffen

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

=

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vaccinatie 
  1. Bij een vaccin of ook wel een inenting wordt er een verzwakte ziekteverwekker het lichaam in gespoten. 
  2. Er worden antistoffen gemaakt door witte bloedcel die passen op de antigenen van de ziekteverwekker. 
  3. Als je een keer het 'echte' virus binnenkrijgt, kan jouw immuunsysteem de ziekte herkennen en snel tegen het virus vechten. Geheugencellen!

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een mogelijke bijwerking van vaccinaties?
A
Versterking van de reukzin
B
Haargroei op handen
C
Verandering van oogkleur
D
Lichte koorts

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Roodvonk
De Bof
mazelen
rode hond
vijfde ziekte
kinkhoest
hersenvliesontsteking
Waterpokken

Slide 15 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 
  •  Wat: samen met jouw klasgenoot ga je verder met de opdracht van blz 82. maak de presentatie af over vaccineren
timer
10:00

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom is het belangrijk om te vaccineren?

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is vaccineren?

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen behaald?
Na deze les kan je...
  • Uitleggen welke vaccinatie aan kinderen worden gegeven
  • Stapsgewijs uitleggen wat er bij een vaccinatie gebeurt.
  • In een presentatie voorlichting geven over vaccineren

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent oorzaak en gevolg?

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Oorzaak en gevolg 
Een oorzaak vertelt je waaróm iets gebeurt. Het geeft de aanleiding of de start van iets weer. Het gevolg is wat daarná gebeurt; het vervolg. Het vertelt hoe iets verder gaat.


Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions