Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Lezen (10 minuten)
Doelen
Theorie
Opdrachten/huiswerk
Afsluiting
Welkom bij Nederlands!
Tekst
Mevrouw Doddema
Slide 1 - Diapositive
Welkom
Telefoon op stil in de telefoontas of in je eigen tas.
Ga rustig zitten.
Pak je boek.
Zodra de les start luister je naar de docent en ben je stil.
Slide 2 - Diapositive
Deze les
15 minuten nakijken
15 minuten uitleg
15 minuten huiswerk maken
Doelen
- Je weet wat teksten met een mening zijn
- Je weet wat een overtuigende tekst is.
Slide 3 - Diapositive
Raadsel
Op zondagochtend wordt een koning dood gevonden in zijn kasteel. De politie komt en concludeert dat er 4 verdachten zijn met alle vier een alibi:
- zijn vrouw sliep
- de huishoudster haalde de post op
- de kok was bezig met het ontbijt
- de tuinman was aan het grasmaaien
Slide 4 - Diapositive
Oplossing
De huishoudster, op zondag wordt er geen post bezorgd.
Concludeert: Komen tot een besluit/gevolgtrekking.
Slide 5 - Diapositive
Tekst met meningen
Dit is een tekst waar de schrijven alleen meningen laat zien. De bedoeling is dat de lezer dan zelf een mening kan vormen.
Voorbeelden: Artikelen in de krant/tijdschriften.
Let op: Een schrijver laat zijn eigen mening vaak niet blijken in de tekst.
Slide 6 - Diapositive
Overtuigende tekst
De schrijver heeft een tekst geschreven en geeft hierin zijn eigen mening. Hij benoemt hierbij zoveel mogelijk argumenten en bronnen als nodig is om zijn mening te ondersteunen.
Voorbeelden: Recensies, bloggen en ingezonden columns.
Slide 7 - Diapositive
Nakijken opdracht 1 en 2
Slide 8 - Diapositive
Tekstverbanden en signaalwoorden
In geschreven teksten staan allerlei verbanden. Om teksten beter te begrijpen en sneller te begrijpen kan het handig zijn om de tekstverbanden snel te leren herkennen.
Een tekstverband kun je vaak herkennen aan bepaalde signaalwoorden.
Slide 9 - Diapositive
Uitleg: Signaalwoorden
Slide 10 - Diapositive
signaalwoorden reden
want, omdat, daarom, vanwege, immers, namelijk
Hij heeft een paraplu bij zich, want het gaat zo regen.
De planten moeten, vanwege de droogte, extra water.