Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Welzijn kind en jongere
De volgende vragen horen hierbij
Slide 1 - Diapositive
Grote bewegingen die je met je lijf maakt, bijvoorbeeld rennen of fietsen, noem je
……………………………………………………………………. Kleinere bewegingen die je met je handen en vingers maakt, bijvoorbeeld tekenen of schrijven, noem je ……………………………………………………………….
Slide 2 - Question ouverte
Bij welke leeftijdsfase kunnen baby’s de volgende handelingen uitvoeren? Sleep de juiste leeftijdfase naar de handelingen in het groene vakje.
Let op! Eén leeftijdsfase komt twee keer voor.
Hoofdje optillen
Kruipen
Omrollen
Staan
Zitten met hulp
10/11 maanden
9 maanden
6 maanden
3 maanden
3 maanden
Slide 3 - Question de remorquage
Bram is 3 jaar oud en is dan een..
A
baby
B
kleuter
C
peuter
D
dreumes
Slide 4 - Quiz
Bram zijn ouders vinden een strenge opvoeding belangrijk. Welke opvoedstijl hoort hierbij?
A
democratische opvoedstijl
B
anti-autoritaire opvoedstijl
C
laissez faire opvoedstijl
D
autoritaire opvoedstijl
Slide 5 - Quiz
als je, je vinger in het handje van de bay legt doet hij zijn knuistje dicht
zodra een baby iets in zijn mond voelt begint hij te zuigen
Als je het wangetje van de baby aanraakt draait de baby zijn hoofdje
grijpreflex
zuigreflex
zoekreflex
Slide 6 - Question de remorquage
Welk speelgoed stimuleert de sociale ontwikkeling?
A
lego
B
springtouw
C
ganzenbord
D
knuffelbeest
Slide 7 - Quiz
Naast sociale ontwikkeling zijn er nog twee ontwikkel gebieden. Welke ?
Slide 8 - Question ouverte
Ontwikkelingsfasen van baby tot volwassene.
welkom in deze lesson up les.
Het doel van deze les:
aan het einde van de les ken je de kenmerken van de ontwikkelingsfasen van de baby tot en met het schoolkind
Slide 9 - Diapositive
Ieder mens veranderd in zijn leven en maakt ontwikkelingen door.
Dat begint al meteen na de geboorte en gaat je hele leven door.
Je groeit, je lichaam veranderd niet alleen van buiten maar ook van binnen. Je leert steeds nieuwe dingen en gaat ook anders denken naarmate je ouder wordt.
We noemen dit de ontwikkelingsfasen.
Deze fasen zijn ingedeeld in een aantal groepen
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Noem de 3 ontwikkelingsgebieden
Slide 12 - Question ouverte
Wat bedoelen we met: Lichamelijke of motorische ontwikkeling?
Slide 13 - Question ouverte
Hoe noemen we de fase van 0 - 1 ,5 jaar?
A
baby
B
kleuter
C
peuter
D
schoolkind
Slide 14 - Quiz
Wat is een reflex?
Slide 15 - Question ouverte
Wanneer de moederborst langs het mondje van de baby strijkt begint hij meteen te zuigen, dit noemen we de zuigreflex.
De zuigreflex is in eerste plaats belangrijk om te drinken maar ook om later goed te leren praten.
Vanaf de geboorte klemt de baby zijn vingers om alles wat hij in zijn handje krijgt, dit heet de grijp reflex.
Slide 16 - Diapositive
Wat weegt een baby ongeveer bij de geboorte en hoeveel cm is een baby gemiddeld bij de geboorte?
Slide 17 - Question ouverte
Na hoeveel maanden kunnen de meeste baby's kruipen
A
3
B
5
C
8
D
12
Slide 18 - Quiz
Waarom is het goed om veel tegen een baby te praten?
Slide 19 - Question ouverte
Wat wordt bedoeld met grove en fijne motoriek
Slide 20 - Question ouverte
Hoe noemen we de fase van 1,5 - 4 jaar
A
Baby
B
Peuter
C
Kleuter
D
Schoolkind
Slide 21 - Quiz
Noem voorbeelden van grove motoriek
Slide 22 - Carte mentale
wat bedoelen we met de peuter puberteit
Slide 23 - Question ouverte
een baby zgt zijn 1e woordjes, bij welke ontwikkeling hoort dit?
A
Geestelijke ontwikkeling
B
lichamelijke ontwikkeling
C
motorische ontwikkeling
D
sociale ontwikkeling.
Slide 24 - Quiz
In welke ontwikkelingsfase is het belangrijk dat een kind zindelijk wordt?
Slide 25 - Question ouverte
Spelen peuters met (samen) elkaar of spelen ze naast elkaar?
Met elkaar.
Naast elkaar.
Slide 26 - Sondage
Wat betekend zindelijk worden?
Slide 27 - Question ouverte
hoe noemen we de fase van 4 - 6 jaar
A
peuter
B
kleuter
C
baby
D
schoolkind
Slide 28 - Quiz
In deze periode gaan kinderen steeds meer samen spelen, vaak spelen ze dan een rollen spel. bij welke ontwikkelingsfase hoort dit?
Slide 29 - Question ouverte
de fase tussen de 4 - 6 jaar noemen we de kleuterfase.
Vanaf 4 jaar mag je in Nederland voor het eerst naar school, maar kleuters kunnen niet lang stil zitten en leren het meest door te spelen.
Slide 30 - Diapositive
Wat bedoelen we met: de Sociale ontwikkeling?
Slide 31 - Question ouverte
Slide 32 - Vidéo
Hoe noemen we de fase tussen 6 - 12 jaar?
A
Baby
B
Peuter.
C
Kleuter.
D
Schoolkind
Slide 33 - Quiz
De fysieke groei gaat ook in deze fase door maar minder snel als in de peuter en kleutertijd.
Kinderen kunnen al heel erg verschillen in lengte en gewicht.
Slide 34 - Diapositive
Vanaf ongeveer welke leeftijd kan het lichaam van jongens en meisjes zichtbaar veranderen?
A
meisjes 10
jongens 12
B
meisjes 12
jongens 14
C
meisjes 8
jongens 10
D
meisjes 14
jongens 16
Slide 35 - Quiz
Wat is de oorzaak van die veranderingen?
A
Hormonen.
B
Voedsel
Slide 36 - Quiz
In deze fase leren kinderen lezen, schrijven en rekenen en leren steeds beter met informatie om te gaan.
ook sociaal kan het kind zich steeds beter inleven in de ander, daardoor leren kinderen ook beter om te gaan met het maken van afspraken, regels en conflicten.
De eigenwaarde maakt een grote ontwikkeling door in de basisschool tijd.
Slide 37 - Diapositive
Wat wordt bedoeld met eigenwaarde?
Slide 38 - Question ouverte
noem 3 opvoedstijlen
Slide 39 - Question ouverte
interne factoren bij de ontwikkeling zijn?
A
erfelijke ziekten
B
opvoeding
C
School
D
aangeboren
Slide 40 - Quiz
externe factoren bij de ontwikkeling komen van buiten af