5.3 - Menstruatiecyclus

Welkom!
Pak je laptop + binas
Ga in deze lessonup

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Pak je laptop + binas
Ga in deze lessonup

Slide 1 - Diapositive

Wat ben ik?
Ik ben een huis van spier. Ik bied een tijdelijke woonplaats– voor negen maanden om precies te zijn, soms iets minder, soms iets meer.

Mijn huurders zijn niet altijd met evenveel en ook niet even groot, maar ik ben over het algemeen flexibel.

Ik ben erg zorgvuldig. Vanaf mijn pubertijd bereid ik me elke maand voor op eventuele gasten. Ik leg een mooi rood, dik en sponzig tapijt uit. Als er niemand komt, dan haal ik het tapijt weer weg. Dit duurt ongeveer een week.

Hierna begint het hele circus weer opnieuw. Tot mijn 50e ongeveer, dan ga ik met pensioen.

Slide 2 - Diapositive

Wat is jouw antwoord op het vorige raadsel?

Slide 3 - Question ouverte

DOEL
  • Je kunt uitleggen hoe hormonen zorgen voor het ontstaan van secundaire gesachtskenmerken
  • Je kunt uitleggen hoe hormonen de zaadcelproductie en menstruatiecyclus aansturen. Je kunt hierbij interactieschema’s maken en interpreteren. Aan de hand van deze schema’s kun je beredeneren wat mogelijke effecten zijn van: de pil, testosteroninjecties, HCG, in een opgave gegeven afwijkingen etc.

theorie 19.7 en 19.8

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

hormonen man
FSH stimuleert vorming zaadcellen in zaadbal

LH stimuleert productie testosteron

Testosteron zorgt voor secundaire geslachtskenmerken maar – (remt) productie FSH, LH en GnRH 

Slide 6 - Diapositive

Verklaar aan de hand van BINAS 89 welk effect testosteron-achtige stoffen hebben op de vruchtbaarheid.

Slide 7 - Question ouverte

interactieschema
lees de legenda

elk pijl hardop in je hoofd doorlopen

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Geef het antwoord op de vorige vraag

Slide 10 - Question ouverte


De afbeelding geeft schematisch de ontwikkeling van een eicel in de eierstok van een vrouw weer gedurende een bepaalde periode.
Welk proces vindt plaats op tijdstip P?
A
bevruchting
B
menstruatie
C
eisprong

Slide 11 - Quiz


De afbeelding geeft schematisch de ontwikkeling van een eicel in de eierstok van een vrouw weer gedurende een bepaalde periode.
Is deze vrouw op tijdstip Q zwanger?
A
ja
B
nee
C
dat is niet uit de gegevens af te leiden

Slide 12 - Quiz

timer
10:00
Herhaling. Neem het schema over en vul per bolletje in of er een + of een - komt te staan. (overleggen mag) 
Gebruik de theorie van 19.7

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Leg aan de hand van je interactieschema uit, waarom het slikken van de pil (met oestrogenen) lijdt tot onvruchtbaarheid.

Slide 15 - Question ouverte

Leg aan de hand van je interactieschema uit, waarom als het gele lichaam verdwijnt er weer een nieuwe follikel ontwikkelt.

Slide 16 - Question ouverte

De hypothalamus is een deel van de hersenen en scheidt een hormoon uit genaamd GnRH. Hiervoor is een bepaalde vetverhouding in het lichaam nodig. Door de afgifte van dit hormoon worden de hormonen FSH en LH vrijgemaakt uit de hypofyse. FSH stimuleert de groei van het aantal follikels met de eicellen in de eierstokken. Iemand die anorexia nervosa heeft, is vaak veel te dun en heeft ondergewicht. Bij meisjes die lijden aan anorexia nervosa, blijft de menstruatie vaak uit. Waardoor worden meisjes met anorexia nervosa niet ongesteld? (T2, 2p)
Gebruik je eigen schema

Slide 17 - Question ouverte

Zwangerschap
Het embryo geeft HCG af

Zoek in je binas wat HCG doet en bedenk waar/hoe je dit in je schema zou kunnen verwerken
timer
2:30

Slide 18 - Diapositive

Bij een eventuele zwangerschap gaat het embryo een nieuw hormoon aanmaken: HCG. Dit hormoon zorgt ervoor dat het gele lichaam in stand wordt gehouden. Leg aan de hand van je interactieschema uit wat dat dit leidt tot geen nieuwe ontwikkeling van een follikel

Slide 19 - Question ouverte

Huiswerk
Toetsvragen bij 19.7 en 19.8 maken en nakijken

Slide 20 - Diapositive