Les 5 Röntgen

Röntgen
13.9 + 13.10
Marlijn van Gent 
Schooljaar 2022-2023
Boek: Tandheelkundige kennis voor de tandartsassistenten
1 / 55
suivant
Slide 1: Diapositive
TandheelkundeBeroepsopleiding

Cette leçon contient 55 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Röntgen
13.9 + 13.10
Marlijn van Gent 
Schooljaar 2022-2023
Boek: Tandheelkundige kennis voor de tandartsassistenten

Slide 1 - Diapositive

LessonUp regels 
Doe actief mee in de les voor aanwezigheid!
Niet reageren = verwijdering uit de les

Slide 2 - Diapositive

Lesprogramma
Les 1: 13.1+13.2 
Les 2: 13.3+13.4
Les 3: 13.5+13.6
Les 4: 13.7+13.8
Les 5: 13.9+13.10
Les 6: 13.11+13.12
Les 7: Herhaling 
Les 8: Toets röntgen

Slide 3 - Diapositive

1 Wat is het verschil tussen een extra-orale opnametechniek en een intra-orale opnametechniek? Noem van beide enige voorbeelden.

Slide 4 - Question ouverte

2 Wat wordt op een OPG-opname afgebeeld? Waarvoor is deze röntgenfoto geschikt? Wat is niet goed te beoordelen op een OPG?

Slide 5 - Question ouverte

3 Hoe wordt de schedel afgebeeld op een RSP-opname? Wat kan worden beoordeeld op een RSP?

Slide 6 - Question ouverte

4 Waarom heet een bitewing-opname zoals hij heet? Welke gebitselementen zijn zichtbaar op een bitewing? Waarom worden bitewing-opnames vooral gemaakt? Welke andere afwijkingen zijn ook te zien?

Slide 7 - Question ouverte

5 Wat wordt afgebeeld op een solo-opname? Noem zeven redenen om een solo-opname te maken.

Slide 8 - Question ouverte

6 Welke afwijkingen kunnen worden opgespoord op een opbeetfoto?

Slide 9 - Question ouverte

7 Wanneer wordt gekozen om een driedimensionale opname te maken?

Slide 10 - Question ouverte

8 Beschrijf de paralleltechniek.

Slide 11 - Question ouverte

9 Beschrijf de deellijntechniek. Wanneer wordt de deellijntechniek toegepast?

Slide 12 - Question ouverte

10 Geef voor- en nadelen van beide technieken.

Slide 13 - Question ouverte

13.9 Onduidelijke foto`s
Door een onjuiste insteltechniek of belichting of door fouten in de ontwikkelprocedure kunnen onduidelijke foto’s ontstaan. Mislukte foto’s betekenen een onnodige stralenbelasting voor de patiënt.

Slide 14 - Diapositive

Onscherpe foto
Is het resultaat van bewegen van de patiënt tijdens de belichting. Het is belangrijk de patiënt instructies te geven en het hoofd te steunen. Het röntgenapparaat mag tijdens de belichting niet bewegen.

Slide 15 - Diapositive

Belichtingstijd
  • Te lange belichtingstijd leidt tot een te zwarte foto;
  • Te korte belichtingstijd tot een te lichte foto;
  • De belichtingstijd moet aangepast zijn aan het patiënttype en aan het te fotograferen element.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Fouten bij het instellen van de apparatuur
Wanneer de invalrichting van de röntgenfoto’s in het horizontale vlak niet loodrecht op de tandboog is, worden de approximale vlakken van de elementen over elkaar geprojecteerd. Dit verschijnsel heet overlapping. 

Slide 18 - Diapositive

Cone-cutting
Als de conus niet goed is gericht, wordt de film niet geheel belicht. Er ontstaat een witte band op de foto. 

Slide 19 - Diapositive

Wat is niet goed gegaan bij deze OPG?

Slide 20 - Diapositive

Wat is er fout gegaan?

Slide 21 - Question ouverte

Slide 22 - Diapositive

Wat is er fout gegaan?

Slide 23 - Question ouverte

Wat is niet goed gegaan bij deze OPG?

Slide 24 - Diapositive

Wat is er fout gegaan?

Slide 25 - Question ouverte

Wat is niet goed gegaan bij deze OPG?

Slide 26 - Diapositive

Wat is er fout gegaan?

Slide 27 - Question ouverte

Wat is niet goed gegaan bij deze OPG? 

Slide 28 - Diapositive

Wat is er fout gegaan?

Slide 29 - Question ouverte

Wat is niet goed gegaan bij deze OPG? 

Slide 30 - Diapositive

Wat is er fout gegaan?

Slide 31 - Question ouverte

Slide 32 - Diapositive

Wat is er fout gegaan?

Slide 33 - Question ouverte

Slide 34 - Diapositive

Wat is er fout gegaan?

Slide 35 - Question ouverte

Slide 36 - Diapositive

Wat is er fout gegaan?

Slide 37 - Question ouverte

13.10 Invloed van röntgenstraling op levend weefsel

Slide 38 - Diapositive

Ioniserende straling

Slide 39 - Diapositive

Wat kan ioniserende straling aanrichten?

  • In een cel kunnen eiwitten in stukken worden gebroken ->
    dit kan leiden tot functieverlies van de cel-> tot celdood of tot celverandering.

    Dit effect is meestal niet aantoonbaar 

Slide 40 - Diapositive

Somatisch effect 

Slide 41 - Diapositive

Somatisch effect
  • Is het effect van röntgenstraling op een lichaam heeft;
  • Bestraling op steeds weer hetzelfde stuk weefsel kan tot afsterving leiden -> stralings ulcus;
  •  Positief gebruik -> vernietigen van cellen bij kankervorm.

Slide 42 - Diapositive

Somatisch effect op zwangerschap
Eenvoudige weinig-ontwikkelde cellen zijn gevoeliger voor straling dan gespecialiseerd weefsel. Een groeiend embryo heeft veel niet-gespecialiseerd celmateriaal, met name in de eerste drie maanden. Een relatief kleine hoeveelheid straling kan dus schadelijk zijn en afwijkingen aan het embryo veroorzaken. Tijdens de zwangerschap, vooral in de eerste drie maanden, dienen foto’s daarom vermeden te worden.

Slide 43 - Diapositive

Genetisch effect 

Slide 44 - Diapositive

Mutatie
Straling kan veranderingen veroorzaken in genetisch materiaal. Dit betekent dat een volgende generatie andere eigenschappen in zich draagt dan op grond van de eigenschappen van beide ouders verwacht mag worden. 

Slide 45 - Diapositive

Doses in de tandheelkunde
  • De in de tandheelkunde gebruikte doses zijn laag;
  •  De tandarts-gebruiker heeft de wettelijke verplichting hierop toe te zien;
  • Het tandheelkundig personeel bevindt zich nooit in de rechtstreeks door het röntgenapparaat uitgezonden primaire bundel.

Slide 46 - Diapositive

Slide 47 - Lien

Welke golflengte heeft zichtbaar licht?
A
Tussen 200 en 400 nanometer
B
Tussen 400 en 700 nanometer
C
Tussen 700 en 1000 nanometer
D
tussen 1000 en 1300 nanometer

Slide 48 - Quiz

Wat is geen elektromagnetische straling?
A
Geluid
B
Zichtbaar licht
C
Radiogolven
D
Microgolven

Slide 49 - Quiz

Welke stelling is juist?
A
Harde röntgenstraling heeft een grote golflengte
B
Harde röntgenstraling wordt grotendeels geabsorbeerd door het lichaam
C
Harde röntgenstraling heeft een groot doordringend vermogen
D
Harde röntgenstraling is schadelijker voor het menselijk lichaam dan zachte röntgenstraling

Slide 50 - Quiz

Hoe ziet een röntgenfoto eruit op de plaats waar alle röntgenstraling door een voorwerp werd geabsobeerd?
A
Licht
B
Donker

Slide 51 - Quiz

Wat is een verschil tussen zichtbaar licht en röntgenstraling?
A
Licht plant zich rechtlijnig voort met de lichtsnelheid en röntgenstraling niet
B
Licht beïnvloedt fotografisch papier en röntgenstraling niet
C
Röntgenstraling wordt gedeeltelijk door een voorwerp geabsorbeerd en licht niet
D
Röntgenstraling kan bij bepaalde stoffen fluorescentie opwekken en licht niet

Slide 52 - Quiz

Vooruitblik
13.11 Beschermende maatregelen tegen straling
13.12 De Kernenergiewet

Slide 53 - Diapositive

Hoe vonden jullie deze les
😒🙁😐🙂😃

Slide 54 - Sondage

Tot volgende week :-)

Slide 55 - Diapositive