4.2: Het Rijk van de Franken

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

De Middeleeuwen

4.2: Het Rijk van de Franken

In West-Europa ontstaat na de val van het Romeinse Rijk een nieuw Rijk onder leiding van de Franken. De machtigste koning is Karel de Grote, die tot keizer wordt gekroond door de paus. Onder zijn leiding ontstaat het feodale leenstelsel. 

Leerdoelen 4.2

4.2A: Je kunt uitleggen hoe het Rijk der Franken is ontstaan. 

4.2B: Je kunt uitleggen wie Karel de Grote is. 

4.2C: Je kunt uitleggen waarom er met Karel de Grote weer een keizer in West-Europa kwam. 

4.2D: Je kunt uitleggen hoe het bestuur werkte in het Rijk der Franken.

Ontstaan Rijk der Franken

• Volksverhuizingen: Germaanse koninkrijken in Romeinse Rijk
• Merovingen o.l.v. Clovis heersers van alle Franken, machtigste volk
• 'Barbaarse' meedogenloze koning
• Romeinse gewoonten behouden

LD: 4.2A

Karel de Grote

• Macht hofmeiers familie Karolingen groeit
• Pippijn de Korte neemt macht over, Karel de Grote volgt hem op
• Machtigste van alle Frankische koningen!
• Oorlogen tegen heidense Saksen
• Door gewonnen oorlogen heerst hij over groot deel Europa

LD: 4.2B

Keizerskroning

• Karel helpt paus door Longobarden te verslaan
• Paus Leo kroont Karel tot keizer
• Weer keizer in West-Europa!
• Karel probeert Romeinse en Byzantijnse keizer te imiteren
• Wetten, zendgraven, opleiding voor priesters, geleerden bij hof
• Aken was zijn belangrijkste stad

LD: 4.2C

Bestuur

• Krijgsmannen in dienst, beloning van vazallen in oorlogsbuit
• Wapenuitrusting kostbaar! Grond in leen om dat te bekostigen
• Leenstelsel met leenheer- en man
• Karel betaalt zijn dienaren met grond, geld werd niet gebruikt
• Feodale stelsel; adel en geestelijken leenmannen koning

LD: 4.2D

Waarom wilde Karel de Grote graag tot keizer gekroond worden?

Bedenk een reden waarom Karel 'de Grote' wordt genoemd?

Aan de slag!

• Invullen leerdoelen
• Maken opdrachten
• Werkboek of laptop

Wat zijn vazallen?

1. Kooplieden die handel drijven
2. Boeren die land bewerken
3. Burgers die belastingen betalen
4. Leden van de adel die trouw zweren.

Wat is een voorbeeld van het feodale stelsel?

1. Leenheer en leenman die landruil uitvoeren
2. Boeren die het land bewerken in ruil voor bescherming
3. Koning die directe heerschappij over het land heeft
4. Handelaren die goederen ruilen voor bescherming

Hoe betaalde Karel de Grote zijn krijgsmannen?

1. Met beloftes en titels
2. In land en privileges
3. Met voedsel en kleding
4. Met goud en zilver