havo/vwo5 periode 5.1

Extra punt halen op je toets?

- lees Aufgabe 2 en 4 nog eens goed door
- analyseer welke schrijffouten je hebt gemaakt
- bij beide opdrachten is elk 7 punten te verdienen
- voor elke schrijffout verdwijnt er 0.5 punt, dus heb je 5 punten dan heb je 4 fouten gemaakt
timer
1:00
- je hebt 5 minuten tijd om te analyseren
- je mag slechts één fout verbeteren met een rode pen
- schrijffouten zijn o.a. hoofdletters, Umlauten, spellingsfouten, der/die/das
1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Extra punt halen op je toets?

- lees Aufgabe 2 en 4 nog eens goed door
- analyseer welke schrijffouten je hebt gemaakt
- bij beide opdrachten is elk 7 punten te verdienen
- voor elke schrijffout verdwijnt er 0.5 punt, dus heb je 5 punten dan heb je 4 fouten gemaakt
timer
1:00
- je hebt 5 minuten tijd om te analyseren
- je mag slechts één fout verbeteren met een rode pen
- schrijffouten zijn o.a. hoofdletters, Umlauten, spellingsfouten, der/die/das

Slide 1 - Diapositive

Aufgabe 2
Lieber Max,
wie geht es dir?
Vielen Dank für deine Einladung
Ich freue mich auf den Austausch (den is VWO stof)
Wann fährst/gehst du in die Niederlande?
Schreibe bald wieder
Viele Grüße / Schöne Grüße / Liebe Grüße
Aufgabe 4
Sehr geehrter Herr Müller,
herzlichen Dank für Ihre Email
Ich habe noch ein paar Fragen
Kann ich einen Gutschein einlösen?
Ich hätte gern Informationen über den Versand (den is VWO-stof)
Im Voraus vielen Dank für Ihre Bemühungen
Mit freundlichen Grüßen / Mit freundlichem Gruß


Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

sich beschweren über +4e naamval
Vertaal naar het Duits: (möchten/sich beschweren über)
1. Ik wil graag klagen over de verzending

1e naamval               4e naamval
der Versand              den Versand
die Lieferzeit             die Lieferzeit
das Paket                   das Paket

Slide 5 - Diapositive

Zelfstandig aan het werk

- je schrijft nu een laatste keer een informele 
of het formele tekst, je kiest zelf!
- na het schrijven ontvang je ook uitgebreide feedback van een mede-leerling en een mede-leerling
- je geschreven tekst lever je aan het eind van de les van je docent in.
 
timer
1:00
Je maakt:
- Aufgabe 2 (informeel) of Aufgabe 3 (formeel) van de Abschlusstraining op blz 107 en 108
- gebruik de checklijst bij het schrijven! (je kunt daar zien hoe je beoordeeld wordt)

Slide 6 - Diapositive

Pak je boek en leg deze open op blz 90
Heute:

- het feedback van de docent verbeteren

- iemand anders feedback geven en een nieuwe schrijfopdracht maken. (opnieuw toepassen dus was je vandaag geleerd hebt, en dit volgende week meenemen!)

Slide 7 - Diapositive

Aufgabe: finde die 8 Fehler und schreibe sie in deinem Heft auf! (Zeit: 3 Minuten)

Geheerten herr Müller,

ich will gern eine Frage stellen und er ist ein Problem. Ich hat am 12. Januar ein Gerät auf dem Internet bestellt. Wist du die Lieferzeit?  Ich will gern der Kopfhörer umtauschen und kan ich die zurückschicken? 

Mit freundlichen Gruße

Svenno
Nola

Slide 8 - Diapositive


Geheerten herr Müller,

ich will gern eine Frage stellen und er ist ein Problem. Ich hat am 12. Januar ein Gerät auf dem Internet bestellt. Wist du die Lieferzeit?  Ich will gern der Kopfhörer umtauschen und kan ich die zurückschicken? 

Mit freundlichen Gruße

Svenno
Nola
1Vaste formuleringen: sehr geehrter Herr Müller
2. ich will --> ich möchte gern eine Frage stellen (beleefder)
3. er is= es gibt ein Problem
4. vervoeging werkwoorden: ich habe
5. vaste constructies: im Internet bestellen
6. werkwoorden! Weißt du! Ich weiß, du weißt, er weiß
7. Werkwoorden! Ich kann, du kannst, er kann
8. vaste formuleringen leren! Mit freundlichem Gruß

Slide 9 - Diapositive

Benutze Standardformulierungen

Je hoeft bij een schrijfopdracht niet alles op het moment van de toets zelf te verzinnen. Er zijn namelijk heel wat formuleringen en vaste combinaties die je bij veel schrijfopdrachten kunt gebruiken:
- Leer vaste formuleringen: Sehr geehrte Frau Groß, mit freundlichen Grüßen
- Leer vaste combinaties: einen Gutschein einlösen, im Internet nachlesen/bestellen

Slide 10 - Diapositive

Gebruik Bindewörter
Een tekst bestaat niet uit een losse opsomming van feiten. Om ervoor te zorgen dan je tekst lekker loopt, gebruik je bijvoorbeeld de volgende signaalwoorden:
aber: Ich möchte neue Kopfhörer kaufen, aber ich habe kein Geld
nämlich: Ich will dir nicht helfen, das ist nämlich nicht mein Problem
weil: Ich brauche ein neues Handy, weil mein altes kaputt ist
denn: Ich gebe wenig Geld aus, denn ich bin sparsam

Slide 11 - Diapositive

Gebruik Bindewörter
Een tekst bestaat niet uit een losse opsomming van feiten. Om ervoor te zorgen dan je tekst lekker loopt, gebruik je bijvoorbeeld de volgende signaalwoorden:

also: Ich bin krank, also bleibe ich zu Hause
dass: Ich hoffe, dass du heute Zeit für mich hast
dagegen: Normalerweise komme ich pünktlich, heute dagegen bin ich zu spät

Slide 12 - Diapositive

Aufgabe: Korrigiere einen Fehler pro Satz und schreibe die korrekte Lösung auf

1. Ich wolle so gerne mehr Freizeit
2. Meine Schwester habt zwei Hamster
3. Am Ende des Schuljahres ist er ein Fest in der Aula
4. Obst und Gemüse sein gesund
5. Ich weiße das leider nicht
6. Stimmt es, dass Sie heute keine Zeit haben oder machst du einen Spaß (grap)

Slide 13 - Diapositive

Aufgabe: Korrigiere einen Fehler pro Satz und schreibe die korrekte Lösung auf

1. Ich wolle so gerne mehr Freizeit
2. Meine Schwester habt zwei Hamster
3. Am Ende des Schuljahres ist er ein Fest in der Aula
4. Obst und Gemüse sein gesund
5. Ich weiße das leider nicht
6. Stimmt es, dass Sie heute keine Zeit haben oder machst du einen Spaß (grap)
1. Ich wolle = ich will , du willst, er will= VEEL GEMAAKTE FOUT!
2. Meine Schwester hat: werkwoorden vervoegen!
3. er is of er zijn vertaal je altijd met es gibt +4e naamval
4. Obst und Gemüse sind gesund! SEIN schrijf je NOOIT!!!
5. Ich weiße= ich weiß, du weißt, er weiß= VEEL GEMAAKTE FOUT!
6. Sie en du niet door elkaar halen! Stimmt es, dass Sie heute keine Zeit haben, oder machen Sie einen Spaß

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Aufgabe: finde die 4 Fehler (Zeit: 2 Minuten)

Liebe Sarah,

vielen Dank für die Einladung. Es tut mir wirklich leid, aber ich kann am 28. September um 10:00 Uhr leider nicht kommen. Ich komme später. Ich hoffe, dass das kein Problem ist. Ich freue mich auf jeden Fall schon auf das Hockeyspiel!

Bis dann!

Viele Grüße
Nola


1. dank schrijf je met een hoofdletter!
2.data schrijf je met een punt!
3standaard: ich freue mich auf....
4 ZN: HOOFDLETTER!


Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Hausaufgaben besprechen

Aufgabe in Dreiergruppen


Tijd: 10 Minuten in stilte werken


Heb je een fout ontdekt? Zet dan voor de desbetreffende zin een streep. Zie je er 2, dan zet je 2 streepjes enz....
Klaar? 

Schrijf afsluitend één Top (wat doet hij zij goed) en één Tip (wat kan er nog beter) naast opdracht 4C op.

Klaar? ? Leer dan vast de woorden en zinnen op blz 84/85 van je boek.




-Wissel van boek met iemand uit je groepje
-lees opdracht 6 van je buurman/vrouw
- controleer daarna eerst de hoofdletters
- controleer daarna of opdracht 6 aan de criteria voor een mail op blz 329 van je boek voldoet.
- controleer daarna opdracht 8
timer
1:00

Slide 18 - Diapositive

Zusammenarbeit
- verbeter je feedback van een klasgenoot van Aufgabe 6 en 8
- snap je niet wat je fout hebt gedaan? Vraag dan eerst een klasgenoot en daarna pas je docent.
Klaar? Leer dan de woorden op blz 84 N-D


Zeit: 5-10 Minuten

Slide 19 - Diapositive

Aufgabe: finde die 4 Fehler (Zeit: 1 Minute)

Liebe Sarah,

vielen Dank für die Einladung. Es tut mir wirklich leid, aber ich kann am 28. September um 10:00 Uhr leider nicht kommen. Ich komme später. Ich hoffe, dass das kein Problem ist. Ich freue auf jeden Fall schon auf das hockeyspiel!

Bis dann!

Viele Grüße
Nola


1. dank schrijf je met een hoofdletter!
2.data schrijf je met een punt!
3standaard: ich freue mich auf....
4 ZN: HOOFDLETTER!
3. du= jij aan jou= dir, jou=dich
4. data=am, uurtijden=um

Slide 20 - Diapositive

Aufgabe: finde die 4 Fehler und schreibe sie in deinem Heft auf! (Zeit: 2 Minuten)

Lieber Daniël

Wie geht es dir? Mir geht es sehr gut. Ich habe nächste Woche Geburtstag und ich organisiere ein Geburtstagsfest. Ich möchte du auch du einladen. Das Fest findet am 17.Oktober am 20.00 Uhr statt. Hoffentlich hast du Lust zu kommen.

Bitte schreib mir bald zurück!

Viele Grüße
Nola

Slide 21 - Diapositive

Aufgabe: finde die 4 Fehler (Zeit: 1 Minute)

Lieber Daniël

Wie geht es dir? Mir geht es sehr gut. Ich habe nächste Woche Geburtstag und ich organisiere ein Geburtstagsfest. Ich möchte du auch du einladen. Das Fest findet am 17.Oktober am 20.00 Uhr statt. Hoffentlich hast du Lust zu kommen.

Bitte schreib mir bald zurück!

Viele Grüße
Nola
1. na aanhef komma schrijven: Lieber Daniël,
2. eerste letter klein schrijven: wie geht es dir?
3. du= jij aan jou= dir, jou=dich
4. data=am, uurtijden=um

Slide 22 - Diapositive

Konzentrier dich!
Mach mit!
Bist du bereit?
Mittwoch, der 9.10.2024
Herzlich Willkommen zu einer neuen Deutschstunde!
Schön, dass ihr heute wieder da seid!

Slide 23 - Diapositive

In dieser Deutschstunde lernst du
-  de meest voorkomende woordenschatfouten

- de juiste vertaling van 'naar' 

- het verbeteren van je eigen fouten

Dit symbool betekent: dit onderdeel is onderdeel van de toets: schrijf op!

Slide 24 - Diapositive


Liebe Austauschschüler,

ich freue mich auf eure Besuch in den Niederlanden. Der Unterricht bei uns dauert ein Uhr. Am Montag gehen wir nach Schule und haben wir Sport und Deutsch. Am Dienstag spielen wir Fußball, das ist sehr toll. Am Samstag gehen wir aus und danach fahren wir mit dem Fahrrad zu Hause.

Viele Grüße

Nola
Zoek de volgende fouten in de tekst:
1 naamvalsfout
6 woordenschatfouten

timer
1:00

Slide 25 - Diapositive

Liebe Austauschschüler,

ich freue mich auf 1. eure Besuch in den Niederlanden. Der Unterricht bei uns dauert 2. ein Uhr. Am Montag gehen wir nach Schule und 3. haben wir Sport und Deutsch. Am Dienstag 4.spielen wir Fußball, das ist sehr 5.toll. Am Samstag gehen wir aus und danach fahren wir mit dem Fahrrad 6.zu Hause.

Viele Grüße

timer
1:00

Slide 26 - Diapositive

Liebe Austauschschüler,

ich freue mich auf 1. eure Besuch in den Niederlanden. Der Unterricht bei uns dauert 2. ein Uhr. Am Montag gehen wir nach Schule und 3haben wir Sport und Deutsch. Am Dienstag 4.spielen wir Fußball, das ist sehr 5.toll. Am Samstag gehen wir aus und danach fahren wir mit dem Fahrrad 6. zu Hause.

Viele Grüße

Nola


1. ich freue mich auf +4e naamval: euren Besuch of den Austausch
Woordenschat:
1. uur= die Stunde     die Uhr= het horloge, klok, es ist drei Uhr.
2. naar school gaan= zur Schule gehen (staat ook in woordenlijst!)
3. haben wir Sport und Deutsch: gibt es Sport und Deutsch!
4. serieus? klas 5? Verzin eens een andere activiteit: an den Strand gehen, ins Kino..
5.toll? nee, niet meer schrijven. Woordenschatniveau: es macht mir Spaß/großartig
6. naar huis gaan: nach Hause gehen, thuis zijn: zu Hause sein

Slide 27 - Diapositive

Denk aan de vertaling van 'naar'
nach: bij landen, steden, richtingen. --> Ich gehe nach der Kreuzung nach link. (VWO: nach+3e naamval)

in: bij landen met lidwoord en vaste uitdrukkingen. --> Ich gehe in die Türkei/Schweiz/USA. Ich gehe ins Kino/in die Stadt/ins Museum.

zu: bij personen en andere gevallen. Ich gehe zu meiner Oma/zu der Schule/ zu dem Bahnhof/zu dem Rathaus (VWO: zu+ 3e naamval)


Slide 28 - Diapositive

Kapitel: Lust auf Austausch?






timer
1:00
Daarna 15 minuten samen werken
- vraag eerst je buurman/vrouw naar de fouten die je zelf niet wist te verbeteren en daarna pas je docent.
- klaar? laat dan je werk door je docent controleren. 
- maak na de controle de opdrachten 1-3 op blz 86 van je boek.
An die Arbeit!
Zeit: 25 Minuten
Was? Eerst 10 minuten stil werken
- verbeter eerst zelfstandig je fouten.
- weet je niet wat je fout hebt gedaan? Sla over, en ga door met de volgende fout.
- klaar? Maak dan de opdrachten 1-3 op blz 86 van je boek.

Slide 29 - Diapositive

Exit-Aufgabe
Übersätze diese Sätze ins Deutsche:

1.   In Berlijn zijn er veel bezienswaardigheden (Sehenswürdigkeiten)
2.  Op woensdag ga ik eerst naar de bioscoop en daarna een uur naar mijn oom.

Slide 30 - Diapositive

Aufgabe: finde die 4 Fehler und schreibe sie in deinem Heft auf! (Zeit: 2 Minuten)

Liebe Sarah,

vielen dank für die Einladung. Es tut mir wirklich leid, aber ich kann am 28 September um 10:00 Uhr leider nicht kommen. Ich komme später. Ich hoffe, dass das kein Problem ist. Ich freue auf jeden Fall schon auf das hockeyspiel!

Bis dann! 
Viele Grüße
Nola

Slide 31 - Diapositive

Mittwoch, der 11. September
Herzlich Willkommen und schön, dass du da bist!

Hast du dein Buch, Planung und Heft in den Unterricht mitgebracht?

Slide 32 - Diapositive

 Inhalt dieser Stunde:

1. Wort der Woche lernen

2. Steh auf, steh auf spielen
3. Hausaufgaben besprechen 



Lernziele dieser Stunde: 

  • Je kent het Wort der Woche
  • Je schrijft zelfstandige naamwoorden met een hoofdletter
  • Je hebt de Aufgaben 3 und 4 af. (weektaak)



Am Anfang, anschließend, außerdem, zum Schluss

Slide 33 - Diapositive

der Austausch
der Austauschschüler

die Austauschschülerin

der Austauschdozent

Slide 34 - Diapositive

red thauscAu
Die einzelnen Buchstaben wurden vertauscht. Welches Wort suchen wir? 

Slide 35 - Diapositive

Spiel: Übersetze!
Du hast eine Minute Nachdenkzeit. Versuch möglichst viele Wörters ins Deutsche zu übersetzen (vertalen)

Während der Nachdenkzeit darf NICHT gesprochen werden. (nicht überlegen)

Slide 36 - Diapositive

1. de zus
2. uitnodigen
3.de uitwisseling
4. de uitwisselingsleerling (man)
5. omdat
6.broers en zussen
7. werken (niet: arbeiten)
8. les
9. uitnodiging
10. het eindexamen
11. ik verheug me op
12. missen

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive

Dingetjes........
1. je studiewijzer: staat in SOM en krijg je op papier! 

2. elke week heb je een weektaak: opdrachten en leerwerk. (weektaak moet begin volgende week af zijn!)

3. je hebt ook een tussentoets om te kijken hoe ver je al bent. 

4. vraag stellen in de les: Klassensprache gebruiken!

5. naast boek ook apart schrift meenemen!

6 HAVO leerlingen zitten aan de linkerkant en VWO leerlingen zitten aan de rechterkant in het lokaal!

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Diapositive

Kennst du deine Klassenkameraden?
Jeder Schüler schreibt auf ein Kärtchen 2 Fragen an die anderen Schüler.("Welche Musik hörst du am liebsten?". Anschließend gehen alle im Raum umher, auf das Signal des Lehrers bleiben alle stehen. Die Frage auf dem Kärtchen wird der Person gestellt, die einem am nächsten steht. Nachdem beide ihre Antwort bekommen haben, werden die Karten ausgetauscht und geht das Spiel weiter.


Slide 42 - Diapositive

Wort der Woche: welches Wort wird gemeint? 

Slide 43 - Diapositive

nI ned Serfomermein hbae im fsat nedej gaT im Skrearpumt gbobejt
Im untenstehenden Satz wurden die Buchstaben (letters) der einzelnen Wörter vertauscht. Versuch die Buchstaben in die richtige Reihenfolge (volgorde) zu bringen. Schreib den Satz in deinem Heft auf! 

Slide 44 - Diapositive

Slide 45 - Diapositive



Leerdoelen behaald? 
- Je kunt je medeleerlingen 2 vragen stellen en deze ook beantwoorden
- Je kent het woord van de week
- Je weet 2 nieuwe feitjes over de Duitse cultuur/maatschappij/sport/muziek/kunst



😒🙁😐🙂😃

Slide 46 - Sondage

HAVO:

-Ga naar de topruimte
- Bekijk de video in Classroom
- Maak aantekeningen in je schrift over het thema 'dass' of 'das'
- de volgende les leggen jullie de VWO-groep uit wat het verschil tussen das en dass is!
VWO

Krijgen in het lokaal uitleg over de VWO-stof: voorzetsels met een 2e naamval

Slide 47 - Diapositive

Slide 48 - Diapositive

Slide 49 - Diapositive

Extra punt halen  op je gemaakte toets?

- bekijk Aufgabe 2 und 4
- voor elke opdracht kun je 7 punten krijgen
- door elke gemaakte fout is er 0.5 punt verdwenen (max 2 fouten per zin)
- heb je bijvoorbeeld 5 punten, dan heb je dus 4 fouten gemaakt.


- lees Aufgabe 2 und 4 nog eens goed door
- analyseer welke fouten je hebt gemaakt
- je mag er daarvan slechts één verbeteren met een rode pen! 
- tijd: maximaal 5 minuten, de stopwatch loopt
fouten zijn: Umlauten, hoofdletters, der/die/das, spelling
timer
1:00

Slide 50 - Diapositive