1ha1/1a2 - chapitre 3 - voca A

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

• Je kent woorden die te maken hebben met school en vakken.
• Je kunt zeggen in welke klas je zit.
• Je kan het verschil uitleggen tussen het Franse schoolsysteem en het Nederlandse schoolsysteem.
  

• Ça va ?
  
• Comment tu t'appelles ?
  

• Tu as quel âge ?
  
• Tu habites où ?
  
• Tu as un (petit) frère / une (petite) soeur ?
  
• Tu es en quelle classe?
  

• On fait 4a

Une nouvelle classe

• On fait 4b > via lessonup
  

Une nouvelle classe

J'aime ... + le / la / l'

Je n'aime pas ... + le / la / l'

Une nouvelle classe

• Regarde à la page cent-trois
• Waarover verwacht jij dat de tekst gaat?      (check het plaatje/begin stukje vd tekst /blauwe vakjes) > LessonUp
  

Waarover gaat de tekst?

Une nouvelle classe

• On va lire et écouter le texte
• On fait l'exercice 5a/b
  

Au travail

• On fait l'exercice 6a,b
  

- Uitleg over wát je precies moet doen,

daarna mag je zelf aan de slag.

• Klaar? Quizlet (leren voor het proefwerk)
  

Het Franse schoolsysteem
(wat heb je ontdekt?)

Tu es en quelle classe?

• Je kent woorden die te maken hebben met school en vakken.
• Je kunt zeggen in welke klas je zit.
• Je weet het verschil tussen het Franse schoolsysteem en het Nederlandse schoolsysteem.