VWO 3 - Procenten rekenen 10 oefenvragen
1 / 11
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Een winkel heeft een voorraad van 800 boeken. 25% van de boeken zijn kinderboeken. Hoeveel kinderboeken zijn er?
timer
1:00
Slide 2 - Question ouverte
In een klas zijn 12 leerlingen linkshandig, wat 20% van de klas is. Hoe groot is de hele klas?
timer
1:00
Slide 3 - Question ouverte
Een klas heeft 32 leerlingen, waarvan 14 meisjes. Welk percentage van de klas zijn meisjes?
timer
1:00
Slide 4 - Question ouverte
Een fabriek produceert 180 defecte producten, wat 6% van de totale productie is. Hoeveel producten zijn er in totaal gemaakt?
timer
2:00
Slide 5 - Question ouverte
Van een groep van 240 mensen is 35% ouder dan 50 jaar. Hoeveel mensen zijn ouder dan 50?
timer
2:00
Slide 6 - Question ouverte
Een bedrijf heeft 150 werknemers, waarvan 45 in de IT-afdeling werken. Welk percentage werkt in de IT?
timer
2:00
Slide 7 - Question ouverte
De prijs van een brood stijgt van €2,50 naar €3,00. Met hoeveel procent is de prijs gestegen?
timer
2:00
Slide 8 - Question ouverte
Een winkel koopt een product voor €50 en verkoopt het voor €65. Wat is de procentuele winst?
timer
2:00
Slide 9 - Question ouverte
Een fiets kostte eerst €480 en is nu in de aanbieding voor €400. Hoeveel procent korting krijg je?
timer
2:00
Slide 10 - Question ouverte
Een stad had 120.000 inwoners en groeit met 8%. Hoeveel inwoners heeft de stad nu?
timer
2:00
