Rekenen | 3. Omtrek, oppervlakte en inhoud

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1

DOMEIN METEN EN MEETKUNDE

LES 3 | OMTREK, OPPERVLAKTE EN INHOUD

LES 3 | omtrek, oppervlakte en inhoud

• Diameter = de doorsnede van een cirkel. De diameter wordt aangegeven met d. 
• Straal = de helft van de diameter. De straal wordt aangeven met r (radius). 
• Pi (π) = het getal pi is afgerond 3,14 en wordt gebruikt bij het berekenen van omtrek en oppervlakte

Hoe bereken je de omtrek?

1. lengte x breedte
2. lengte x 2 x breedte x 2
3. lengte + lengte + breedte + breedte
4. Lengte + breedte

Welke gegevens heb je nodig voor het berekenen van de inhoud?

1. Lengte en breedte
2. Lengte, breedte en omtrek
3. Lengte, breedte en oppervlakte
4. Lengte, breedte en hoogte

1 dm3 = 1 liter

1. Waar
2. Niet waar

5 cm

5 cm

5 cm

5 cm

5 x 5 = 

25 cm2

20 m

2000 cm

20 m

2000 cm

Bereken de oppervlakte in m2

De oppervlakte in
het voorbeeld is ...

1. 400 m2
2. 40.000 m2
3. 40 m2
4. 4.000 m2

Bereken de inhoud in dm

De inhoud in
het voorbeeld is ...

1. 180 m3
2. 180 dm3
3. 60 dm3
4. 36 dm3