De accu van een laptop levert 14,4 V met cellen van 3,6 V. Hoeveel batterijen zijn hier in serie geschakeld?
Slide 27 - Diapositive
Spanning groter maken
Als je een hogere spanning nodig hebt moet je batterijen in serieschakeling koppelen (+ van een aan - van ander)
3 batterijen van 1,5 V = 4,5 V
Een batterij van 9 V bestaat uit 6 kleine 1,5V batterijtjes
Slide 28 - Diapositive
Een batterij is een chemische spanningsbron.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 29 - Quiz
Hoeveel spanning leveren een batterij van 2,0 Volt en 4,0 Volt bij elkaar op als ze in serie staan?
A
-2,0 Volt
B
6,0 Volt
C
3,0 Volt
D
Niks, ze exploderen
Slide 30 - Quiz
Een blokbatterij levert een spanning van 9 volt. De batterij bestaat uit 6 cellen die in serie geschakeld zijn. Hoe groot is de spanning van elke cel?
A
13,5 V
B
6 V
C
9 V
D
1,5 V
Slide 31 - Quiz
Batterijen en Accu's
Hoelang gaat je batterij mee?
Slide 32 - Diapositive
Batterijen en Accu's
Hoelang gaat je batterij mee?
Dit hangt af van:
- de grootte van de stroom die de batterij/accu levert,
- de tijd dat de batterij/accu stroom levert;
Slide 33 - Diapositive
Batterijen en Accu's
Capaciteit: de tijdwaarin een accu of batterij een bepaalde stroom kan leveren.
C=I⋅t
I⋅tC
Slide 34 - Diapositive
even oefenen!
Een batterij in een afstandsbediening gaat 233 uur mee.
De afstandsbediening werkt met een stroomsterkte van16 mA.
Bereken de capaciteit van de batterij in mAh.
Gebruik de G,G,F,B,A methode
Slide 35 - Diapositive
Antwoord
G: I = 16 mA , t = 233 uur
G: C = ? mAh
F: C = I . t =
B: C = 16 . 233 = 3728
A: De capaciteit is 3728 mAh
Slide 36 - Diapositive
even oefenen!
De accu van je telefoon is helemaal leeg. De accu heeft een capaciteit van 3800 mAh. De oplader heeft een laadstroom van 1,8 A. Hoe lang duurt het voordat de accu opgeladen is?
Gebruik de G,G,F,B,A methode
Slide 37 - Diapositive
Antwoord
G: I = 1,8 A, Capaciteit = 3800 mAh
G: t = ? h
F:
B:
A: De tijd van volledig opladen is 2,11 uur.
t=IC
C=I⋅t
t=IC=1,83,8=2,11h
Slide 38 - Diapositive
Pak je planner!
Noteer voor de volgende les
Lezen §5.3 uit je boek
Maak alle opgaven behalve de ster-route
Slide 39 - Diapositive
Aan de slag!
Lezen §5.3 uit je boek
Maak alle opgaven behalve de ster-route
Zs
Slide 40 - Diapositive
Aan de slag!
Lezen §5.3 uit je boek
Maak alle opgaven behalve de ster-route
Zf
Slide 41 - Diapositive
Wat weet je al???
Slide 42 - Diapositive
Een spanningsbron levert...
A
elektrische energie
B
chemische energie
C
licht
D
warmte
Slide 43 - Quiz
Wat is een spanningsbron?
A
Snoertjes
B
Batterij
C
Lampjes
Slide 44 - Quiz
Welke spanningsbron levert 230V?
A
Dynamo
B
Batterij
C
Accu
D
Stopcontact
Slide 45 - Quiz
Batterijen die in serie geschakeld zijn, leveren samen een hogere spanning dan losse batterijen.
A
waar
B
niet waar
Slide 46 - Quiz
Welke batterij gaat langer mee? Een batterij van 0,1 mAh of 0,09 mAh.
A
0,1 mA
B
0,09 mA
C
Kun je niets zeggen
Slide 47 - Quiz
Een lampje dat 50 mA verbruikt kan op een volle batterij 16 uur branden. Wat is de capaciteit van de batterij?
A
3,125 mAh
B
1600 mAh
C
800 mAh
D
0,32 mAh
Slide 48 - Quiz
Een batterij wordt aangesloten op een lampje. Het lampje gebruikt 0,5 A. De capaciteit van de batterij is 7000 mAh. Bereken hoelang het lampje op deze batterij kan branden?
A
14 000uur
B
3500 uur
C
3500000 s
D
14 uur
Slide 49 - Quiz
Als ik een hogere spanning wil krijgen moet ik de batterijen...
A
parallel zetten
B
in serie zetten
C
maakt niet uit
D
kan niet
Slide 50 - Quiz
Wat is de spanning?
A
0V
B
6V
C
18V
D
36V
Slide 51 - Quiz
Je kunt nu ...
aangeven welke spanningsbronnen thuis gebruikt worden;