,

H5 - Introductie massacultuur

MASSACULTUUR
Introductie
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

MASSACULTUUR
Introductie

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we deze week doen?
Lesdoelen:
Je hebt een eerste indruk van de cultuur van de Massa en geoefend met de eerste vragen van H9.
Je weet wat; massacultuur, massamedia, hoge en lage kunst en postmodernisme zijn
Je weet wat de accenten zijn die je moet beheersen voor je schoolexamen

Lesplan:
Introductie cultuur van de Massa
Uitleg accenten Massacultuur
Beginnen aan de vragen van H9

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive


Jeff Koons, Ushering in banality, 2007



Dit beeldhouwwerk is een typisch werk uit de massacultuur, zoals we de periode uit de kunstgeschiedenis van 1945 tot heden noemen.
-> Na deze les kan je uitleggen waarom dit een typisch kunstwerk uit de massacultuur is.

Slide 4 - Diapositive

timer
0:30
Wat speelde er in de wereld
tussen 1950 - nu?

Slide 5 - Carte mentale

Wat speelde er in de wereld?
1945: Oprichting Verenigde Naties
1945-1989: Koude Oorlog

1930: Eerste soapseries Amerikaanse radio
1945: Begin Marshallhulp
1945-55: Hoogtijdagen bebop
1946: Ontstaan abstract expressionisme

Slide 6 - Diapositive

Wat speelde er in de wereld?

1952: Oprichting voorloper EU
1955-1975: Vietnamoorlog
1954: Ontstaan rock-'n-roll
1956: Ontstaan popart

Slide 7 - Diapositive

Wat speelde er in de wereld?

1962: Andy Warhol - Marilyn Tweeluik
1969: 1e mens op de maan
1969: Woodstock
1970: Opkomst postmodernisme
1976: Ontstaan hiphopcultuur
1989: Val Berlijnse Muur, einde sovjetcommunisme

Slide 8 - Diapositive

Wat speelde er in de wereld?

1990: Ontstaan WWW
1993: EU
2000: Opkomst internetkunst
2008: Economische crisis
2020: Covid-19
2022: ...
2024: ...

Slide 9 - Diapositive

Wat weet je van de geschiedenis van de tweede helft van de 20e eeuw?
Waar denk je aan bij kunst voor de massa?

Massacultuur

Slide 10 - Carte mentale

MASSACULTUUR
=
KUNST VOOR DE MASSA



“Vanaf de jaren zestig ontstond een overheersende cultuur die door de smaak van de grote massa bepaald werd:
de massacultuur.”
Kunstwerken worden onpersoonlijk en oppervlakkig

 

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

In de massacultuur vervaagt het verschil tussen ‘lage’ en ‘hoge’ kunsten 

  • HOGE kunst wordt gezien als kunst voor de 'elite'. 
  • LAGE kunst wordt gezien als kunst voor de ‘gewone’ mens. 
  • Kunst- en cultuurvormen die voorheen slechts voor de elite waren bestemd (‘hoge’ kunst) worden onderdeel van de massacultuur.  
  • Ook komt de (‘lage’ kunst) via kunstenaars als Keith Haring en Andy Warhol in het museum terecht waardoor het ook wordt geaccepteerd door de elite.  

Slide 13 - Diapositive

Accenten binnen de Massacultuur

  • popart en massamedia; 
  • soaps, comedy, tv-drama, videoclips;
  • musical;
  • mainstream en subculturen;
  • popmuziek, filmmuziek, elektronische muziek;
  • fusion en cross over;
  • multidisciplinaire kunst;
  • postmodernistische kunst in relatie tot massacultuur;

Slide 14 - Diapositive

Hoge kunst
  • Elitair  (voor mensen met geld en opleiding)
  • Moeilijk te begrijpen zonder kennis van zaken
  • Op officiële kunstplekken zoals musea, concertzalen en theaters.
  • bijv. klassieke muziek, ballet
Lage kunst
  • Voor de massa

  • Onderdeel van vrijetijds-industrie en amusement
  • Makkelijk toegankelijk via media zoals televisie, radio en internet
  • bijv. popmuziek, hiphop

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Hoge kunst
Lage kunst

Slide 17 - Question de remorquage

Ontwikkelingen in de geschiedenis
na 1945
  • Als WOII op 5 mei 1945 in Nederland is afgelopen, kan ons land alleen weer worden opgebouwd door met andere landen samen te werken.
  • Er ontstaan samenwerkingsverbanden, zoals de Benelux en de NAVO.
  • De Verenigde Staten bieden financiële hulp, met het Marshallplan, waardoor de Nederlandse wederopbouw en economie weer op gang kwamen.
    -> De VS worden hierdoor extra populair in Europa. 

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Jonge cultuur
Oude cultuur
Voor 1950 weinig invloed op andere continenten
Door de tijd heen invloed op andere continenten gehad
Geen grondschade na WO2
Veel grondschade na WO2
Marshallhulp-troepen die hielpen in de bevrijding van WO2

Slide 21 - Question de remorquage

Stroming die het najagen van genot in de algemene zin van het woord tot het hoogste doel heeft. Het eigen genot/plezier/genieten, gaat boven al het andere.
Hedonisme

Slide 22 - Diapositive

Verzorgingsstaat
Marshall plan
Hedonisme
Consumptie-maatschappij
Definitie
Match de juiste definitie bij de begrippen)
Een samenleving waar vrije tijd overwegend wordt gebruikt om goederen of diensten te verwerven, om daarover na te denken en om te pronken met aangeschafte goederen.
Een filosofische leer en een bepaalde levenshouding die in beide gevallen de opvatting heeft dat genot (in algemene zin) het het hoogste levensdoel is.
Een omvangrijk hulpplan voor de wederopbouw van Europa, dat op initiatief van de toenmalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken drie jaar na de Tweede Wereldoorlog in werking trad.
Een staat waarin de overheid allerlei maatregelen heeft genomen om burgers, vooral de zwakkeren, in de samenleving te helpen en te beschermen. De mensen worden dus van wieg tot graf verzorgd.

Slide 23 - Question de remorquage

Engagement
Postmodernisme
Subcultuur
Pop muziek
Hedonisme
Situatie dat je je ergens bij betrokken voelt; maatschappelijk betrokken
Er is geen richtinggevende stijl meer maar elementen uit verleden en andere culturen worden vrijelijk geciteerd en gecombineerd.
Een verzamelnaam voor tal van stijlen in de muziek. Meer gericht op de populariteit dan naar de diversiteit van de muziek.
Groep die veel gemeen heeft met de dominante cultuur maar ook op een aantal punten verschillen. 
Filosofische leer waarin het genot centraal staat

Slide 24 - Question de remorquage

Hoe ontstaat de massacultuur
Toenemende democratisering
(vrijheid en gelijkheid voor iedereen, macht en kennis niet alleen van de elite)
Toegankelijkheid van het onderwijs
(onderwijs voor iedereen, niet meer alleen voor de elite)
Bloeiende economie: groeiende welvaart en meer vrije tijd
(toenemende koopkracht: iedereen heeft meer geld te besteden waardoor aanbod van producten en diensten groeit)
De nieuwe massamedia
(radio, tv, internet zorgen voor informatie en amusement voor alle lagen van de bevolking )

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Postmodernisme
  • Door de stijgende welvaart wil de moderne mens 24 uur per dag genieten en vermaakt worden. (= Hedonisme)
    -> Hier spelen diverse kunstvormen op in.
  • Ontstaan van het POSTMODERNISME: Kunstenaars die tot deze stroming behoorden vonden dat het niet (meer) mogelijk was om steeds iets nieuws te verzinnen. 
      Oplossing: Met bestaande kunst/voorwerpen nieuwe kunst maken.


Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Kenmerken postmodernisme (in de beeldende kunst)
  • makkelijk communicerende kunst/ geen diepgaande betekenis
  • speelsheid is aanwezig/ kitsch
  • Maken veel gebruik van opzichtige kleuren (vooral primair)
  • Kopiëren van stijlen uit het verleden maar op hun manier.
      Bv. Klassieke zuilen (ipv marmer) van glimmend staal
  • Gebruik maken van clichés
  • Van bestaande kunst/voorwerpen nieuwe maken maar de bestaande betekenis ondermijnen
  • betekenis- of inhoudsloos
  • Veel gebruik maken van glimmende voorwerpen (vooral in de architectuur)

Slide 29 - Diapositive

Ga voor jezelf na of de lesdoelen zijn gehaald?
  • Weet je nu wat massacultuur, massamedia, hoge en lage kunst en postmodernisme zijn?
  •  Je weet nu dat ook de massacultuur accenten heeft en dat je die leert beheersen voor je schoolexamen. 

Slide 30 - Diapositive

Werk in een tweetal of drietal:
Schrijf op (onder elkaar) wat is:
massacultuur, massamedia, hoge en lage kunst en postmodernisme (leg het begrip uit!)

Slide 31 - Question ouverte

Belangrijkste begrippen
massacultuur: de cultuur van de grote massa, met kunstwerken die onpersoonlijk en oppervlakkig zijn.
massamedia: de pers, radio, film, televisie en internet. Deze vormen van massacommunicatie hadden (en hebben nog steeds) een belangrijke rol in de verspreiding van deze massacultuur.
hoge en lage kunst: kunst van de elite en kunst van het volk. In de massacultuur vervagen de grenzen tussen ‘lage’ en ‘hoge’ kunst:
postmodernisme: stroming ná het modernisme, waarin men vindt dat je niets nieuws meer hoeft te verzinnen.

Slide 32 - Diapositive

Wat hebben we gedaan?
Lesdoelen:
Je hebt een eerste indruk van de cultuur van de Massa en geoefend met de eerste vragen van H9.
Je weet wat; massacultuur, massamedia, hoge en lage kunst en postmodernisme zijn
Je weet wat de accenten binnen de Massacultuur zijn (die je moet beheersen voor je schoolexamen)

Lesplan:
Introductie cultuur van de Massa
Uitleg accenten Massacultuur
Beginnen aan de vragen van H9

Slide 33 - Diapositive

HUISWERK
LEZEN!!
Bespiegeling, Hoofdstuk 9 Massacultuur: Blz. 200- 211

Slide 34 - Diapositive

Massacultuur:

Samen vraag oefenen/doen


Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Vidéo

Watchmen versus
DC en Marvel

Slide 37 - Diapositive

Helden als Captain America en Superman symboliseren de status van de Verenigde Staten na de Tweede Wereldoorlog: cool, aantrekkelijk en sterk. Maar is dat ook het echte Amerika?

Slide 38 - Diapositive

HUISWERK
LEZEN!!
Bespiegeling, Hoofdstuk 9 Massacultuur: Blz. 200- 211

MAKEN: Vraag 1 (Watchmen vs. Superman)

Slide 39 - Diapositive