Woorden met th

SMS klas 5: Woorden met TH
Spelling thema 3.
Juf GT.
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
SpellingBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

SMS klas 5: Woorden met TH
Spelling thema 3.
Juf GT.

Slide 1 - Diapositive

Woorden met -th- klinkt als -t- zijn weetwoorden.

Slide 2 - Diapositive

Weet jij al woorden met een th?

Slide 3 - Diapositive

welke -th-woorden uit het verhaaltje weet je nog?

Slide 4 - Question ouverte

thee-woord
                                                                  je hoort t je schrijft th

Slide 5 - Diapositive

Een verhaaltje met een heleboel -th- woorden.
In de bibliotheek valt een theepot op de grond.
'Ssst', zegt een mevrouw boos, we zijn hier niet in een theater!'
En ze leest verder in haar boek.  Geen boek over een lastige theorie, maar een avontuurlijk verhaal.
Een verhaal over de avonturen van een katholiek meisje.

Slide 6 - Diapositive

Bedenk zoveel mogelijk woorden met -th-, die klinkt als t

Slide 7 - Question ouverte

Wat zie je hier? Tip het is een land.

Slide 8 - Question ouverte

Wat zie je hier?

Slide 9 - Question ouverte

Wat zie je hier?

Slide 10 - Question ouverte

Wat zie je hier?

Slide 11 - Question ouverte

Wat zie je hier?

Slide 12 - Question ouverte

Wat zie je hier?

Slide 13 - Question ouverte

Wat zie je hier?

Slide 14 - Question ouverte

Wat zie je hier?

Slide 15 - Question ouverte

Wat zie je hier?

Slide 16 - Question ouverte

Wat is dit?

Slide 17 - Question ouverte

Welk woord is goed
A
thermomether
B
thermometer
C
termomether
D
termometer

Slide 18 - Quiz

Welk woord is goed?
A
teater
B
teather
C
theater
D
theather

Slide 19 - Quiz

Welk woord is goed?
A
methode
B
metode
C
metoode
D
meetoodu

Slide 20 - Quiz

Welk woord is goed?
A
atene
B
Atene
C
athene
D
Athene

Slide 21 - Quiz

Welk woord is fout
A
therapeut
B
theezakje
C
termometer
D
apotheek

Slide 22 - Quiz

Ik heb veel geleerd en weet hoe ik woorden met een th schrijf!
Ja, ik ben master.
Ik wel nog een beetje meer oefenen.
Nee, ik ken de woorden nog steeds niet.

Slide 23 - Sondage

Schrijf netjes over in je dictee schrift.

Slide 24 - Diapositive