Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
spelling 2b 4-12
- Voorlezen
- verleden tijd
- meervoud op -iën, ieën en -eën
- fictieopdracht
Slide 1 - Diapositive
voorlezen
- maken:
opdracht 1 en 2 op blz 65
én
opdracht 6 en 7 op blz 67/68
Slide 2 - Diapositive
spelling pv
persoonsvorm (pv)
- hij/zij/het én jij: stam +t (eindigt stam op -d dan schrijf je bij hij/zij/het +t ook al hoor je deze niet, zoals het verbrandt, hij wordt, zij bidt)
- hij/zij/het én jij: stam +t (geen extra t bij werkwoorden waarbij de stam eindigt op t, zoals hij zit, zij praat, jij zet)
Slide 3 - Diapositive
komma
,
- opsomming: meng de komkommer, sla, tomaten, uitjes en dressing.
- aanspreken: Frits, kun jij koffie halen?
- 2 pv's: als je klaar bent, kun je aan je fictieopdracht werken.