H1A, H1D, H1B- 20.09.24: Les 6: §3 Meervouden

Nederlands

Cursus 7 - §3 - Meervouden 

Meervouden

20-09-2024




 
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Nederlands

Cursus 7 - §3 - Meervouden 

Meervouden

20-09-2024




 

Slide 1 - Diapositive

Spullen klaargelegd?
  • Lesboek
  • Schrift:  open op een nieuwe bladzijde. De datum is: 20.09.24
Het onderwerp is: Cursus 7 - §3 - Spelling: meervouden
  • Etui/ pen
  • i-Pad/ tablet 

                  Tas op de grond zo ver mogelijk onder de tafel 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Agenda
  • Landen en 10 min. lezen
  • Exit tickets vorige les/ vragen?
  • HW inleveren
  • Lesdoelen
  • Uitleg cursus 7- §3 Spelling: meervouden

  • Exit- ticket en (HW) opdracht 

Slide 4 - Diapositive


Eerst... 
lekker 10 minuten lezen! 
timer
10:00

Slide 5 - Diapositive

Agenda
  • Landen en 10 min. lezen
  • Exit ticket vorige les/ vragen?
  • HW inleveren
  • Lesdoelen
  • Uitleg cursus 7- §3 Spelling: meervouden

  • Exit- ticket en (HW) opdracht 

Slide 6 - Diapositive

Exit- ticket vorige les 

  • Exit- ticket vorige les deel ik nu uit.
  • Kijk naar de op- of aanmerkingen die ik erbij gezet heb.
  • Plak hem in je schrift! 
  • Zijn hier nog vragen over? 

Slide 7 - Diapositive

Agenda
  • Landen en 10 min. lezen
  • Exit ticket vorige les/ vragen?
  • HW inleveren
  • Lesdoelen
  • Nakijken bn wedstrijdje 
  • Uitleg cursus 7- §3 Spelling: meervouden
  • Exit- ticket en (HW) opdracht 

Slide 8 - Diapositive

HW opdracht inleveren 

  • Huiswerk was: maak opdracht 7 op blz. 247 van je lesboek op een apart blaadje
Let bij het schrijven van de opdracht op: hoofdletters, leestekens, de juiste vervoeging van het bn. 
  • Op je tafel voor mij klaar leggen met je naam erop; ik kom het zo ophalen!  

Slide 9 - Diapositive

Agenda
  • Landen en 10 min. lezen
  • Exit ticket vorige les/ vragen?
  • HW inleveren
  • Lesdoelen
  • Nakijken bn wedstrijdje 
  • Uitleg cursus 7- §3 Spelling: meervouden
  • Exit- ticket en (HW) opdracht 

Slide 10 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het einde van de les:
  • Weet ik hoe ik de meest gangbare (voorkomende) meervouden spelt
  • Heb ik geoefend met het spellen van het meervoud

Slide 11 - Diapositive

Agenda
  • Landen en 10 min. lezen
  • Exit ticket vorige les/ vragen?
  • HW inleveren
  • Lesdoelen
  • Nakijken bn wedstrijdje 
  • Uitleg cursus 7- §3 Spelling: meervouden
  • Exit- ticket en (HW) opdracht 

Slide 12 - Diapositive

Nakijken bn wedstrijdje!!! 

Slide 13 - Diapositive

Stoffelijke bijvoeglijk naamwoorden 2
  • Nog even dit: 
  • Als een stof/ materiaal gemaakt is van een modern materiaal, dan 
eindigt het niet op -en: 
 - Ik wil zo min mogelijk plastic bekers gebruiken.
- Die fabriek vervaardigt aluminium buizen.
- Haar nieuwe acrylnagels zijn nu al gescheurd. 
- Daar verkopen ze nylon panty's.  

Slide 14 - Diapositive

Agenda
  • Landen en 10 min. lezen
  • Exit ticket vorige les/ vragen?
  • HW inleveren
  • Lesdoelen
  • Nakijken bn wedstrijdje 
  • Uitleg cursus 7- §3 Spelling: meervouden
  • Exit- ticket en (HW) opdracht 

Slide 15 - Diapositive

Cursus 7- §3 Spelling: meervouden 
Boek: pag. 248


4 oktober

Slide 16 - Diapositive

Welke meervoudsuitgangen ken je nog van de lagere school
Noteer er 1 en geef een voorbeeld

Slide 17 - Carte mentale

Zelfstandige naamwoorden
= Namen van mensen, dieren of dingen
= De meeste zelfstandige naamwoorden hebben een enkelvoud en een meervoud.
= Je schrijft het meervoud meestal zoals je het uitspreekt.

Slide 18 - Diapositive

1) meervoud op: -en
2) meervoud op: -s en -'s
3) meervoud op: -eren 
4) meervoud op: -ën 
5) uitzonderingen
6) aparte gevallen
7) twee meervoudsvormen 

Slide 19 - Diapositive

1)   meervoud op: -en
  • veel zn'en hebben een meervoud op -en:
fiets- fietsen; kers- kersen; bord- borden; hond- honden
  • Soms moet je de laatste letter van het enkelvoud verdubbelen:                
zak - zakken; bal - ballen; pen - pennen
  • Soms moet je een a, e, o, of u weglaten:                       
aap - apen; uur - uren 
  • Woorden die eindigen op - f of - s worden soms in het meervoud -v of -z
brief - brieven; staaf -staven; grens - grenzen; saus - sauzen; 

 
Maar.....
fotograaf blijft fotografen
wens blijft wensen
kans blijft kansen 
kaars blijft kaarsen

Slide 20 - Diapositive

2)   meervoud op: -s en -'s
  • voeg een -s toe:                                        
haven - havens; café - cafés; garage - garages
  • voeg een apostrof + s --> 's toe: bij woorden die eindigen op:
oma - oma's; radio - radio's; ski - ski's; menu - menu's; baby - baby's 
EN
bij afkortingen: havo's; pc's; tv's
Maar: 
douche - douches
spray - sprays
Let op de uitspraak!!!!!
o u i a y

Slide 21 - Diapositive

3)   meervoud op: -eren 
  •  voeg -eren toe :                                       
kind - kinderen; blad - bladeren; ei- eieren
                                                           

Slide 22 - Diapositive

4) meervoud op: -ën 
  • Voeg -ën toe als het enkelvoud eindigt op -ee of op -ie:
MAAR: de klemtoon moet dan wel op de laatste lettergeep liggen.
knie - knieën; idee - ideeën; slee - sleeën             

Maar: 
kolonie - koloniën
bacterie - bacteriën
porie - poriën
EN:
dictee - dictees

Slide 23 - Diapositive

5) Uitzonderingen 




Ligt de klemtoon van het woord NIET op de laatste lettergreep?
Dan verdubbel je de laatste medeklinker niet.

monniken 
haviken
dreumesen

Slide 24 - Diapositive

Klemtoon?
- Lettergreep waar de nadruk op ligt.

- Spreek het woord voor jezelf uit op verschillende manieren.

klemtoon of klemtoon

Slide 25 - Diapositive

6) Aparte gevallen (1 van 2)
woorden op- man kunnen  als meervoud -lieden of -lui hebben:
zeeman - zeemannen - zeelui 
werkman - werklieden, werklui, werkmannen

soms verandert de klinker in het meervoud:
stad - steden
schip - schepen

Slide 26 - Diapositive

Aparte gevallen (2 van 2)
Latijnse woorden hebben Latijnse meervoudsuitgang:
museum - musea
medicus - medici

Sommige woorden hebben alleen enkelvoud of alleen meervoud:
rommel -rommel     rijst - rijst            inkomsten - inkomsten
veel - vee                     zand - zand       omstreken - omstreken


Slide 27 - Diapositive

7) woorden met twee meervoudsvormen
seconde:      secondes  / seconden
keuze:            keuzes / keuzen
datum:           data/ datums
appel:             appels/ appelen
aardappel:   aardappels/ aardappelen
groente:        groentes/ groenten
methode:      methodes/ methoden 

Slide 28 - Diapositive

Vragen? 

Slide 29 - Diapositive

Agenda
  • Landen en 10 min. lezen
  • Exit ticket vorige les/ vragen?
  • HW inleveren
  • Lesdoelen
  • Nakijken bn wedstrijdje 
  • Uitleg cursus 7- §3 Spelling: meervouden
  • Exit- ticket en (HW) opdracht 

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

HW voor vrijdag 27 september: 
  • je mag in tweetallen werken
  • je mag het in een filmpje verwerken 
(leukkk!!!) 
  • het resultaat (geschreven/ getypt 
of filmpje) moet je voor vrijdag 8:00 uur
uploaden op de Padlet. Link van de Padlet staat bij het HW op Magister van 27.09.24!
 

Slide 32 - Diapositive