Past simple met klas 2B








Gastles gegeven door mw. Jurg
Datum: 11-9-2022
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon








Gastles gegeven door mw. Jurg
Datum: 11-9-2022

Slide 1 - Diapositive

Wie ben ik?
  • 27 jaar
  • Voetbal
  • Amerika
  • Opleiding tot docent Engels 

Slide 2 - Diapositive

Read the following text
Last weekend, Spiderman walked home after work. Suddenly a giant monster attacked him. Spiderman jumped to a wall and kicked the giant monster in his eye. 

Slide 3 - Diapositive

Read the following text
Last weekend Spiderman walked home after work. Suddenly a giant monster attacked him. Spiderman jumped to a wall and kicked the giant monster in his eye. 

Slide 4 - Diapositive

Aan het einde van de les 
1. Kun jij in je eigen woorden uitleggen wat de Past Simple is;
2. Kun jij vijf Nederlandse zinnen, die zijn geschreven in de verleden tijd, vertalen naar het Engels.

Slide 5 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
  1. Uitleg geven over Past simple
  2. Gezamenlijk oefenen aan de hand van een filmpje
  3. Zelf aan de slag met een opdracht
  4. Evalueren op de lesdoelen
  5. Tips en tops opschrijven

Slide 6 - Diapositive

Wat is de past simple?
De past simple wordt gebruikt voor acties of situaties in het verleden.

Signaalwoorden: Last weekend, yesterday, in 2020, two years ago

Voorbeelden: 
- Last weekend, I walked home after school. 
- I talked to my teacher yesterday.
- Two years ago, we visited Barcelona.

Slide 7 - Diapositive

Hoe maak je de past simple?
Basisregel: stam van het werkwoord + ed

Het maakt hierbij niet uit op wie het werkwoord betrekking heeft 

I walked
Spiderman jump..

Slide 8 - Diapositive

Hoe maak je de past simple?
Basisregel: stam van het werkwoord + ed

Het maakt hierbij niet uit op wie het werkwoord betrekking heeft 

I walked
Spiderman jumped
It happen..

Slide 9 - Diapositive

Hoe maak je de past simple?
Basisregel: stam van het werkwoord + ed

Het maakt hierbij niet uit op wie het werkwoord betrekking heeft 

I walked
Spiderman jumped
It happened

Slide 10 - Diapositive

Uitzonderingen
Wat valt op aan het werkwoord deze zin?
  • Some of the students escaped.

Slide 11 - Diapositive

Uitzonderingen
Wat valt op aan het werkwoord deze zin?
  • Some of the students escaped.

To escape

1. Werkwoorden die eindigen op -e krijgen alleen een -d

Slide 12 - Diapositive

Uitzonderingen
Wat valt op aan het werkwoord in deze zin?
  • Spiderman tried to save the children.

Slide 13 - Diapositive

Uitzonderingen
Wat valt op aan het werkwoord in deze zin?
  • Spiderman tried to save the children.

To try

2. Werkwoorden die eindigen op een -y met een medeklinker ervoor (a,o,e,u,i) worden vervangen door –ied.

Slide 14 - Diapositive

Veel werkwoorden hebben een onregelmatige vorm in de verleden tijd
To be

I am > I ...
He/she/it is > He/she/it ...
You are > You ....
We are > We ....
They are > They ....


Slide 15 - Diapositive

Veel werkwoorden hebben een onregelmatige vorm in de verleden tijd
To be in de verleden tijd

I am > I was
He/she/it is > He/she/it ...
You are > You ....
We are > We ....
They are > They ....


Slide 16 - Diapositive

Veel werkwoorden hebben een onregelmatige vorm in de verleden tijd
To be in de verleden tijd

I am > I was
He/she/it is > He/she/it was
You are > You ....
We are > We ....
They are > They ....


Slide 17 - Diapositive

Veel werkwoorden hebben een onregelmatige vorm in de verleden tijd
To be in de verleden tijd

I am > I was
He/she/it is > He/she/it was
You are > You were
We are > We ....
They are > They ....


Slide 18 - Diapositive

Veel werkwoorden hebben een onregelmatige vorm in de verleden tijd
To be in de verleden tijd

I am > I was
He/she/it is > He/she/it was
You are > You were
We are > We were
They are > They ....


Slide 19 - Diapositive

Veel werkwoorden hebben een onregelmatige vorm in de verleden tijd
To be in de verleden tijd

I am > I was
He/she/it is > He/she/it was
You are > You were
We are > We were
They are > They were


Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

9

Slide 22 - Vidéo

00:05
Fill the gap
The doctor __________ (enter) the lab.

Slide 23 - Question ouverte

00:15
Fill the gap
She _________ (remove) Spiderman's mask.

Slide 24 - Question ouverte

00:24
Fill the gap
She _____ (poke) his stomach.

Slide 25 - Question ouverte

00:31
Fill the gap
Miles ______ (type) the password into the computer

Slide 26 - Question ouverte

00:48
Fill the gap

The doctor _____ (force) Spiderman to sit down.

Slide 27 - Question ouverte

00:53
Fill the gap

She ________ (look) into the microscope

Slide 28 - Question ouverte

00:57
Fill the gap

Miles ________ (carry) the computer towards the door.

Slide 29 - Question ouverte

01:06
Fill the gap
Spiderman _______ (glitch).

Slide 30 - Question ouverte

01:30
Fill the gap

She ________ (transform) into a villain.

Slide 31 - Question ouverte

Now it's your turn!

Slide 32 - Diapositive

Assignment A
[Screenshot van Handout]

Slide 33 - Diapositive

Assignment B
[Screenshot van Handout]

Slide 34 - Diapositive

1. Wat?

2. Hoe?


3. Hulp nodig?

4. Hoe lang?

5. Uitkomst?


6. Klaar?

  1. Maak opdracht A

2. Individueel, eventueel met behulp van de woorden uit je werkboek

3. Steek je vinger op

4. 10 minuten

5. Vijf Engelse zinnen geschreven in de verleden tijd

6.  Opdracht B
timer
10:00

Slide 35 - Diapositive

Fill the gap
1) The doctor ________________________ (enter) the lab.
2) She ________________________ (remove) Spiderman's mask.
3) She ________________________ (poke) his stomach.
4) Miles ________________________ (type) the password into the computer.
5) The doctor ________________________ (force) Spiderman to sit down.

Slide 36 - Diapositive

Nabespreken
1. Kun jij in je eigen woorden uitleggen wat de Past Simple is;
2. Heb jij vijf Engelse zinnen in de verleden tijd opgeschreven, vertaald vanuit het Nederlands.

Slide 37 - Diapositive

Tot slot ...
1 Tip 
  • Wat vond je minder goed aan de les of aan mij als docent?

1 Top
  • Wat vond je goed aan de les of aan mij als docent?

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive