Politieke partijen

Politieke partijen
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 28 diapositives, avec diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Politieke partijen

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen deze les
1.  Je weet welke politieke partijen er in de huidige Tweede Kamer zitten (los van eenmansfracties).
2. Je kan stromingen koppelen aan politieke partijen.
3. Je kan je eigen politieke partij bedenken en vormen.
4. Je kan politieke partijen indelen in politiek links en rechts.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Slide 4 - Vidéo

Politieke partijen Tweede Kamer
VVD                                                                       ChristenUnie
PVV                                                                        Partij voor de Dieren
CDA                                                                        SGP  
D66                                                                        DENK
GroenLinks                                                         50Plus
SP                                                                           Forum voor Democratie
PvdA                                                                      (3 losse personen)

Slide 5 - Diapositive

Linkse partijen en stromingen
*Links staat voor gelijkheid, actieve rol van de overheid.
Stromingen: socialisme, sociaal-democratie

Voorbeelden van bestaande partijen:
-SP
-PvdA
-GroenLinks

Slide 6 - Diapositive

Midden-partijen en stromingen
*Midden staat eerst voor samenwerking tussen burgers onderling, dan eventueel hulp van de overheid.
*Stromingen: Liberalisme, Confessionalisme
Voorbeelden van bestaande partijen:
-D66
-CDA
-ChristenUnie 

Slide 7 - Diapositive

Rechtse partijen en stromingen
*Rechts staat voor economische vrijheid en een kleine rol van de overheid. De eigen verantwoordelijkheid wordt benadrukt.
*Stromingen: Liberalisme, Populisme
*Voorbeelden van bestaande partijen:
-SGP
-VVD
-PVV

Slide 8 - Diapositive

Opdracht landelijke politieke partij
Bedenk in tweetallen het volgende en schrijf het op:
-Wat is de naam voor jullie eigen politieke partij?
-Welke 3 onderwerpen zijn voor jullie partij het belangrijkst?
-Wat willen jullie doen voor die 3 onderwerpen?
-Zijn jullie eerder links of rechts en waarom?
-Bij welke stroming past jullie partij?
Na de tijd bespreken we het klassikaal.

timer
10:00

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Stelling 1
'Er moeten meer wegen gebouwd worden om files te voorkomen'.


Slide 11 - Diapositive

Stelling 2
'Nederland moet meer geld geven aan arme landen'.

Slide 12 - Diapositive

Stelling 3
'Uitkeringen moeten minder makkelijk te krijgen zijn'.

Slide 13 - Diapositive

Stelling 4
'Er mag best een verschil zitten tussen arm en rijk'.

Slide 14 - Diapositive

Stelling 5
'Nederland moet net als andere landen meer geld geven aan defensie'.

Slide 15 - Diapositive

Stelling 6
'De overheid moet minder regels opleggen aan de bevolking'.

Slide 16 - Diapositive

Stelling 7
'Leerlingen moeten op scholen meer inspraak krijgen'.

Slide 17 - Diapositive

Stelling 8
'Werknemers moeten meer rechten hebben dan werkgevers'.

Slide 18 - Diapositive

0

Slide 19 - Vidéo

Stelling 9
'Nederland moet uit de Europese Unie stappen, het kost te veel geld'.

Slide 20 - Diapositive

Stelling 10
'Er moet meer worden gedaan voor de bescherming van het milieu'.

Slide 21 - Diapositive

Stelling 11
'Nederland moet de grenzen sluiten voor nog meer buitenlanders'.

Slide 22 - Diapositive

Stelling 12
'Winkeliers mogen zelf beslissen of ze op zondag open willen zijn'.

Slide 23 - Diapositive

Stelling 13
'Eigen verantwoordelijkheid is belangrijker dan voor elkaar zorgen'.

Slide 24 - Diapositive

Stelling 14
'De overheid moet meer geld uitgeven aan het openbaar vervoer'.

Slide 25 - Diapositive

Stelling 15
'Er moet veel veranderd worden in het huidige beleid van Nederland'.

Slide 26 - Diapositive

Uitslag

Slide 27 - Diapositive

Leerdoelen gehaald?
Noem een politieke partij + de stroming waar ze bij horen + of het bij links, midden of rechts hoort.

Voorbeeld: DENK, confessionalisme, midden.

Slide 28 - Diapositive