x E1 Architectuur - Les 4: Datacommunicatie ('22)

Computer Architectuur (E)
Antje Roestenburg
a.roestenburg@minkema.nl
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
InformaticaMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Computer Architectuur (E)
Antje Roestenburg
a.roestenburg@minkema.nl

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Vorige les: Software

Huiswerk
Hard- en Software (E1):
  • lezen t/m hoofdstuk 5 (Software)
  • 5.2 - vraag 1 t/m 4
  • 5.6 - vraag 1 t/m 3
  • 5.7 - vraag 2 & 4

Slide 3 - Diapositive

Computerarchitectuur
Datacommunicatie

Slide 4 - Diapositive

Wat is datacommunicatie?
Datacommunicatie is de verzamelnaam voor allerlei vormen van informatie uitwisseling tussen computers. Dit kunnen computers in een bedrijfsnetwerk zijn, maar ook computers die verbonden zijn met het internet.

Slide 5 - Diapositive

Netwerk
"Twee of meer met elkaar verbonden apparaten"
Voor 1980:
Central processing
(terminals & mainframe)
Na 1980:
  • opkomst van PC
  • distributed processing
  • client / server model

Slide 6 - Diapositive

Netwerk
Binnen één gebouw of een groot gebied
  • LANlocal area network
  • WANwide area network

Voordelen:
  • Gegevens uitwisselen en raadplegen
  • Hulpbronnen zoals printers, gemeenschappelijk gebruiken
  • Centrale toegang tot internet: betere beveiliging

Slide 7 - Diapositive

Protocollen
Net zoals er bij veel dagelijkse dingen regels bestaan, zoals bijvoorbeeld verkeersregels, zijn er voor datacommunicatie ook regels opgesteld. Dit worden protocollen genoemd.

Slide 8 - Diapositive

Internet protocollen
Er zijn internet protocollen voor van alles, zoals:

  • Computers vindbaar maken op het intenet: TCP/IP 
  • Webpagina's versturen: HTTP, HTTPS (versleuteld)
  • e-mail versturen: POP3, IMAP

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

TCP/IP - model
Elke apparaat heeft binnen het Internet Protocol een uniek nummer op basis waarvan het in een netwerk geïdentificeerd kan worden. Zo'n adres is nodig om de afzender en geadresseerde van een pakket te definiëren.

Een IPv4-adres bestaat uit vier getallen, die gescheiden worden door een punt, b.v. 192.168.19.123
Er is ondertussen ook IPv6 in gebruik, dat meer adressen biedt.

Slide 11 - Diapositive

Bekabelde aansluitingen
Koperkabels:
  • Telefoon of tv kabels (oude huisaansluitingen)
  • Twisted-pair kabels (UTP)
  • Stroomkabels
Glasvezelkabels:
  • Onder oceaan
  • In woonwijken en bedrijventerreinen (veel in aanleg)
  • In datacenters

Slide 12 - Diapositive

Draadloze verbindingen
Wifi: "Draadloze versie" van bekabeld netwerk
4/5G: Via telefoonproviders 
Bluetooth: Verbinden van apparaten dichtbij (paar meter)
LoRaWAN (Long Range Wide Area Network):
  • Communicatie tussen sensoren (Internet of Things)
  • Zeer laag stroomverbruik (en traag, maar dat is niet erg)
  • Bereik van enkele kilometers

Slide 13 - Diapositive

Benodigde hardware
NIC (network interface card)
Hardware die voor aansluiting op het
netwerk zorgt.
Zowel Wifi als Ethernet (bedraad)

Soms losse hardware
Soms op moederbord (telefoon)

Slide 14 - Diapositive

Een switch wordt gebruikt om verschillende apparaten in een netwerk te verbinden.
Met behulp van een router kunnen twee of meer netwerken op elkaar aangesloten worden. Bijvoorbeeld jouw thuisnetwerk en het netwerk van de internetprovider (ISP)
  • Een switch verbindt verschillende apparaten in een netwerk . 
  • Een firewall beschermt een netwerk of computer tegen misbruik van buitenaf. 
  • Met een router kunnen twee of meer netwerken op elkaar aangesloten worden, bijvoorbeeld jouw thuisnetwerk en het netwerk van de internetprovider (ISP)
  • Een server is een computer of een programma dat diensten verleent aan clients, bijvoorbeeld een webserver of database server.

Slide 15 - Diapositive





Deep web vs public web

Slide 16 - Diapositive

Vragen?

Slide 17 - Diapositive

Huiswerk: Fundament

Hard- en Software (E1):
  • lezen t/m hoofdstuk 6 (Datacommunicatie)
  • 6.2 - vraag 2 & 3
  • 6.3 - vraag 1 t/m 3
  • 6.6 - vraag 1 & 2

Slide 18 - Diapositive