Nog een paar toevoegingen t.o.v part 1
A) STATISCHE WERKWOORDENDit zijn werkwoorden die in de regel geen 'ing' krijgen. Deze werkwoorden moet je uit je hoofd leren:
like, want, need, prefer, know, realise, understand, recognise, believe, suppose, remember, mean, belong, fit, contain, consist, seem.
Deze werkwoorden gebruik je dus alleen in de present simple
B) Think
Als het werkwoord think 'geloof' betekent of gaat over een mening van iemand gebruik je geen 'ing' .
Als het werkwoord think gaat over 'nadenken over' kun je de 'ing' vorm wel gebruiken