Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
week 39 nationaliteiten/getallen/maanden
Hola, buenos días
Hoy es miércoles el 26 de septiembre
¿Qué vamos a hacer?
repaso de verbos
paises y nacionalidades
meses y días
números
Je kunt straks je nationaliteit zeggen, wanneer je jarig bent en je telefoonnummer in het Spaans geven.
1 / 11
suivant
Slide 1:
Diapositive
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
11 diapositives
, avec
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
135 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Hola, buenos días
Hoy es miércoles el 26 de septiembre
¿Qué vamos a hacer?
repaso de verbos
paises y nacionalidades
meses y días
números
Je kunt straks je nationaliteit zeggen, wanneer je jarig bent en je telefoonnummer in het Spaans geven.
Slide 1 - Diapositive
los verbos
¿OS ACORDÁIS?
llamarse
tener
ser
vamos a cantar......
Slide 2 - Diapositive
0
Slide 3 - Vidéo
los verbos llamarse, ser, tener
¿Quieres la explicación? Quédate aquí.
Los demás van a trabajar ¡Tunes U 4.3, 4.5 y 4.6
Slide 4 - Diapositive
Pronombre personal
yo
tú
él/ella/usted
nosotros/as
vosotros/as
ellos/ellas/ustedes
Persoonlijk voornaamwoord
ik
jij
hij/zij/u
wij
jullie
zij/u meervoud
OJO:
ud. = usted
uds. = ustedes
Slide 5 - Diapositive
llamarse = heten
(yo) me llamo - ik heet
(tú) te llamas - jij heet
(él, ella, usted) se llama - hij/zij/u heet
(nosotros, nosotras) nos llamamos - wij heten
(vosotros, vosotras) os llamáis - jullie heten
(ellos, ellas, ustedes) se llaman - zij heten/u heet
Slide 6 - Diapositive
ser = zijn
(yo) soy - ik ben
(tú) eres - jij bent
(él, ella, usted) es - hij/zij is- u bent
(nosotros, nosotras) somos - wij zijn
(vosotros, vosotras) sois - jullie zijn
(ellos, ellas, ustedes) son - zij zijn/u bent
Slide 7 - Diapositive
tener = hebben
(yo) tengo - ik heb
(tú) tienes - jij hebt
(él, ella, usted) tiene - hij/zij/u heeft
(nosotros, nosotras) tenemos - wij hebben
(vosotros, vosotras) tenéis - jullie hebben
(ellos, ellas, ustedes) tienen - zij hebben/u heeft
Maak nu oefening 4 van blz. 19 en oef. 1.18 van blz. 5 uit je LA
Slide 8 - Diapositive
Ahora vosotros:
Yo ____________________ llamarse Carmen.
Pepe ______________________ (tener) 15 años.
Ana y María ____________________(ser) españolas.
Ellos __________________________(llamarse) Pepe y Paco.
Lucía y yo ______________________________(tener) 14 años.
¿Cúantos años ____________________________(tener) vosotros?
¿De dónde _____________________________(ser) vosotros?
Yo ________________________de Holanda y Javi ____________ de España.
Slide 9 - Diapositive
Hablar
begroeten
vragen hoe iemand heet
vragen waar iemand woont
vragen waar iemand vandaan komt
vragen hoe oud iemand is
vragen wanneer iemand jarig is
afscheid nemen
Slide 10 - Diapositive
werk verder in je leefboek aan je pagina Spaans
of
ga je lijsten aanvullen en oefenen in Wozzol
of
verzin een rap met de werkwoorden ser, tener of llamarse en neem deze op
Slide 11 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
week 37 les 2 informatie/llamarse, tener, ser
Septembre 2018
- Leçon avec
13 diapositives
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Herhaling werkwoorden
Mai 2021
- Leçon avec
35 diapositives
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Ser y los Pronombres
Octobre 2022
- Leçon avec
16 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
week 44
Novembre 2024
- Leçon avec
28 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
UNIDAD 1 Mi familia y yo - parte 1.5
Janvier 2022
- Leçon avec
38 diapositives
Spaans
MBO
Studiejaar 4
Extra oefening: herhaling werkwoorden
Avril 2021
- Leçon avec
25 diapositives
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Repaso
Octobre 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Tema 1 - clase 5
Septembre 2024
- Leçon avec
32 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2