Grammatica 1.2

Grammatica 1.2
Naamwoorden en lidwoorden
Nu Nederlands
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Grammatica 1.2
Naamwoorden en lidwoorden
Nu Nederlands

Slide 1 - Diapositive

zelfstandig naamwoord

Slide 2 - Carte mentale

Zelfstandige naamwoorden (znw) 
  • mensen, dier, dingen, planten, plaatsen, namen
     Bijv.: timmerman, aap, emmer, sanseveria, Breda, Sanne
  • meestal kun je er een lidwoord voor zetten
    Bijv.: de dokter, de kat, het kastje, de cactus etc.

Slide 3 - Diapositive

bijvoeglijk naamwoord

Slide 4 - Carte mentale

Bijvoeglijk naamwoord (BNW)
  • Geven extra informatie over een ZNW                                                                        Het was een gezellige avond.

  • BNW staat meestal voor een ZNW
      Die rode auto daar, is van mij.

  • Maar soms staat het ook meer achteraan 
      De tandartsassistente is altijd erg lief voor mij.

Slide 5 - Diapositive

stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

Slide 6 - Carte mentale

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord (stof BNW)
  • zegt iets over het materiaal waar het van gemaakt is
     Bijv.: de gouden ring, de plastic tas, het stenen beeld

Slide 7 - Diapositive

Lidwoorden (LW)
  • lidwoorden kun je voor de meeste ZNW's plaatsen
  • de, het, een

Slide 8 - Diapositive

ZNW-BNW-stof BNW-LW
1. Een regenachtige dag als vandaag doet mijn humeur geen goed.
2. Een wollen trui is het aankomende weekend zeker nodig.
3. ’s Nachts slaap ik altijd met een pluchen beer.
4. De studenten kunnen allemaal een voorbeeld nemen aan de hardwerkende en altijd oplettende Lisa.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Lien