Bijles Dennis

Wie is de wetgevende macht (oftewel wie hebben de meeste macht) op provinciaal niveau?
A
Gemeenteraad
B
Provinciale Staten
C
Gedeputeerde Staten
D
Commissaris van de Koning
1 / 32
suivant
Slide 1: Quiz
BOAMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Wie is de wetgevende macht (oftewel wie hebben de meeste macht) op provinciaal niveau?
A
Gemeenteraad
B
Provinciale Staten
C
Gedeputeerde Staten
D
Commissaris van de Koning

Slide 1 - Quiz

Wie is de uitvoerende macht (oftewel het dagelijks bestuur) op gemeentelijk niveau?
A
College van B&W
B
Gemeenteraad
C
Burgemeester
D
Gedeputeerde Staten

Slide 2 - Quiz

Wie zijn de wetgevende macht op landelijk niveau?
A
Regering + Staten-Generaal
B
Staten-Generaal
C
Regering + Eerste Kamer
D
Kabinet

Slide 3 - Quiz

Wie vormen het kabinet?
A
Koning + ministers
B
Ministers + staatssecretarissen
C
Ministers + Staten-Generaal
D
Staten-Generaal

Slide 4 - Quiz

Wie vormen de regering?
A
Ministers
B
Ministers + staatssecretarissen
C
Koning + ministers
D
Ministers + Staten-Generaal

Slide 5 - Quiz

Wat staat er in materieel strafrecht? En in welk wetboek vind je dit vooral?
A
Procedures; Wetboek van Strafvordering
B
Wie en wat is strafbaar, welke straf; Wetboek van Strafrecht
C
Procedures; Wetboek van Strafrecht
D
Wie en wat is strafbaar, welke straf; Wetboek van Strafvordering

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

De wettelijke basis voor de benoeming van een buitengewoon opsporingsambtenaar is artikel ...

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Diapositive

Wie is de toezichthouder van de BOA's?
A
Hoofdofficier van justitie
B
Burgemeester
C
Korpschef nationale politie

Slide 16 - Quiz

Wie is de direct toezichthouder van de BOA's?
A
Hoofdofficier van justitie
B
Burgemeester
C
Korpschef nationale politie

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Wie is verantwoordelijk voor de BOA's?
A
Minister van Justitie en Veiligheid
B
Burgemeester
C
Politie
D
Openbaar Ministerie

Slide 19 - Quiz

Wat betekenen subsidiair en proportioneel?
A
Subsidiair = redelijk Proportioneel = gematigd
B
Subsidiair = gematigd Proportioneel = redelijk

Slide 20 - Quiz

Wanneer is iemand volgens artikel 27 WvSV 'verdachte'?

Slide 21 - Question ouverte

Slide 22 - Diapositive

Wanneer spreken we van een strafbaar feit? 4 voorwaarden

Slide 23 - Question ouverte

Slide 24 - Diapositive

In een wetsartikel staat: "zwaar lichamelijk letsel". Wat is dit?
A
Een bestanddeel van de norm
B
Een sanctie
C
Een kwalificatie

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Diapositive

Sven vraagt aan zijn geestelijk gehandicapte buurjongen om een reep chocola voor hem te stelen in de winkel. De buurjongen doet dit. Wat is Sven?
A
Pleger
B
Medepleger
C
Doen pleger
D
Uitlokker

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Diapositive

Wat is het verschil tussen aanhouden en staande houden?

Slide 29 - Question ouverte

Je ziet op heterdaad een vernieling. Je wil de verdachte aanhouden. De verdachte probeert zich te onttrekken aan zijn aanhouding door jou een harde duw te geven en schreeuwt "blijf van me af of ik sla je in elkaar". Welk strafbaar feit pleegt de verdachte naast vernieling?
A
Ambtsdwang
B
Wederspannigheid
C
Niet voldoen aan bevel of vordering
D
Bedreiging

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Diapositive

Over welke dwangmiddelen van de vorige dia heb je nog vragen?

Slide 32 - Question ouverte