QUIZ 7 + THEORIE Woordformules vergelijken

QUIZ 7 
WOORDFORMULES VERGELIJKEN
Blijf 3 keer per week oefenen, zodat je het in jouw lange termijngeheugen komt. 

En je geen tijdnood vooraf aan het schoolexamen krijgt. 
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

QUIZ 7 
WOORDFORMULES VERGELIJKEN
Blijf 3 keer per week oefenen, zodat je het in jouw lange termijngeheugen komt. 

En je geen tijdnood vooraf aan het schoolexamen krijgt. 

Slide 1 - Diapositive

Terugblik
  • Eerste wiskundeles

  • Kennismaking wiskundeboek

  • Startgevoel bij wiskunde

  • In 6 stappen naar een voldoende voor wiskunde

Slide 2 - Diapositive

Welke grafiek is het steilst?

Welke grafieken zijn even steil?

Welke grafieken hebben hetzelfde begingetal

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Goed onthouden!
Hoe steiler een grafiek hoe groter het stijggetal.

Even steil = hetzelfde stijggetal.

Hetzelfde beginpunt = hetzelfde begingetal

Slide 5 - Diapositive

QUIZ 7
WOORDFORMULES VERGELIJKEN

Slide 6 - Diapositive

Welk getal laat zien hoe steil een grafiek is?
A
begingetal
B
stijggetal

Slide 7 - Quiz

Vul in:
Hoe steiler een grafiek, hoe ....... het stijggetal.
A
groter
B
kleiner

Slide 8 - Quiz

Welke twee grafieken worden even steil?

Typ: nummer en nummer

Slide 9 - Question ouverte

Welke twee grafieken krijgen hetzelfde beginpunt?

Typ: nummer en nummer

Slide 10 - Question ouverte


Welke grafiek wordt het steilst?

Vul in: grafiek .... loopt het steilst.

Slide 11 - Question ouverte


Welke grafiek wordt het steilst?

Vul in: grafiek .... loopt het steilst.

Slide 12 - Question ouverte

Welke twee grafieken worden even steil?

Typ: nummer en nummer

Slide 13 - Question ouverte

Welke twee grafieken krijgen hetzelfde beginpunt?

Typ: nummer en nummer

Slide 14 - Question ouverte



Schrijf de formule op bij de fietstocht van Joost.
Typ zonder spaties.

Slide 15 - Question ouverte



Schrijf de formule op bij de fietstocht van Joost.
Typ zonder spaties.
blz. 87

Slide 16 - Question ouverte

blz. 87
Marlies is de zus van Joost. Zij fietst sneller en is in 8 minuten op school.

 
Teken de grafiek van Marlies bij die van Joost in het assenstelsel.

Slide 17 - Diapositive


A
Ik heb de grafiek goed getekend.
B
Ik heb de grafiek (nog) niet goed getekend.
C
Ik heb de grafiek niet getekend.

Slide 18 - Quiz

Maak de woordformule bij de grafiek van Marlies.


Slide 19 - Question ouverte

Slide 20 - Diapositive

Kyona woont drie keer zo ver van school als Joost en fietst even snel als Marlies.

Welke woordformule hoort hierbij?
Joost
Marlies

Slide 21 - Question ouverte

BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN -BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN - BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN - BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN - BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN- BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN - BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN - BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN - BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN 

Slide 22 - Diapositive