3V H4 paragrafen 4 en 5

Oefenen
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Oefenen

Slide 1 - Diapositive

Overmaat is..............
A
evenveel beginstof als reactieproduct
B
te weinig beginstof
C
te veel reactieproduct
D
te veel van een beginstof hebben

Slide 2 - Quiz

Welke is in overmaat ?
A
S
B
O2

Slide 3 - Quiz

In een afgesloten vat bevindt zich 5,80 g aluminium en 4,80 g zuurstof. Massaverhouding aluminium : zuurstof = 108,00 : 96,00.
Welke stof is in ondermaat of overmaat aanwezig?
A
aluminium = overmaat zuurstof = ondermaat
B
aluminium = overmaat zuurstof = overmaat
C
aluminium = ondermaat zuurstof = overmaat
D
aluminium = ondermaat zuurstof = ondermaat

Slide 4 - Quiz

Er wordt 50 gram waterstof en 500 gram chloor bij elkaar gebracht in een reactievat. De massaverhouding waterstof : chloor is 2,016 : 70,90. Bereken welke stof in overmaat aanwezig is en hoeveel gram de overmaat is.

H2+Cl2>2HCl
A
Geen idee
B
67 gram chloor
C
450 gram chloor
D
36 gram waterstof

Slide 5 - Quiz

Voor het maken van Magnesiumoxide heb je Magnesium en Zuurstof nodig.
Magnesium en Zuurstof hebben de massaverhouding 1,5 : 1,0.


Bij de reactie is 750 gram Magnesium aanwezig en 1500 gram Zuurstof.
Magnesium is hier in...
A
Overmaat
B
Ondermaat
C
Precies voldoende

Slide 6 - Quiz

Stel: je laat 10 gram kwik reageren met 2 gram zuurstof. Welke stof is in overmaat?
 2 Hg (s) +  O2 (g) → 2 HgO (s)
 200,6 u  +   32 u   →  433,2 u
u
gram
O2
32
? = 1,6
Hg
200,6
10
In overmaat is dus:
Kwik
Zuurstof

Slide 7 - Question de remorquage

Wat verandert er aan een energiediagram wanneer je een katalysator toevoegt?
A
de boog van de activeringsenergie wordt smaller
B
de reactieproducten staan hoger dan de beginstoffen
C
de boog van de activeringsenergie wordt lager
D
de beginstoffen staan hoger dan de reactieproducten

Slide 8 - Quiz

Welk van de vijf factoren om reactiesnelheid te beïnvloeden kan worden verklaard met het botsende deeltjes model?
A
Verdelingsgraad en katalysator
B
Soort stof, concentratie en temperatuur
C
Alle 5 de factoren
D
Verdelingsgraad, concentratie en temperatuur

Slide 9 - Quiz

Dit is een energiediagram voor een...
A
exotherme reactie
B
endotherme reactie

Slide 10 - Quiz

Met welke letter
wordt de activeringsenergie
aangegeven?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 11 - Quiz

Sleep de omschrijving naar de juiste energiediagram
endotherm
exotherm
reactie heeft continu energie nodig
er komt energie vrij bij de reactie

Slide 12 - Question de remorquage

Hieronder is het energiediagram voor de verbranding van methaan weergegeven. Methaan reageert met zuurstof, er ontstaat koolstofdioxide en water. Sleep de namen naar de juiste plek.
methaan
water
koolstofdioxide
zuurstof
reactiewarmte
activeringsenergie

Slide 13 - Question de remorquage