Toetsvragen anatomie en functie hersenen

Toetsvragen anatomie en functie hersenen
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Toetsvragen anatomie en functie hersenen

Slide 1 - Diapositive

In de afbeelding zie je de hersenen van een mens. wat zijn de hersenen?
A
Een cel
B
Een orgaan
C
Een orgaanstelsel
D
Een organisme

Slide 2 - Quiz

In de grote hersenen
A
Worden prikkels vanaf je zintuigen verwerkt
B
Worden impulsen vanaf je zintuigen verwerkt
C
Worden bewegingen op elkaar afgestemd
D
Zetten prikkels om in impulsen

Slide 3 - Quiz

De hersenen zijn verdeelt in 4
A
Helften
B
Kwabben
C
Hemisferen

Slide 4 - Quiz

De hersenen bestaan uit...
A
Grote hersenen, kleine hersenen en ruggenmerg
B
Grote hersenen, hersenstam en ruggenmerg
C
Kleine hersenen, hersenstam en ruggenmerg
D
Groter hersenen, kleine hersenen en hersenstam

Slide 5 - Quiz

Tot welke leeftijd zijn je hersenen in ontwikkeling?
A
16 jaar
B
18 jaar
C
25 jaar
D
35 jaar

Slide 6 - Quiz

Hoeveel hersenkwabben hebben wij mensen?
A
3
B
5
C
6
D
4

Slide 7 - Quiz

Wat is de Latijnse naam voor 'grote hersenen'?
A
Cerebellum
B
Cerebrum
C
Dura mater
D
Liqour

Slide 8 - Quiz

Broca is het deel van de hersenen dat .....
A
het deel van de hersenen dat verantwoordelijk is voor het evenwicht
B
het deel van de hersenen dat verantwoordelijk is voor de muzikaliteit
C
het deel van de hersenen dat verantwoordelijk is voor het produceren van spraak.
D
het deel van de hersenen dat verantwoordelijk is voor het begrijpen

Slide 9 - Quiz

De hersenstam is de verbinding tussen de grote hersenen, kleine hersenen en het ruggenmerg
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Wat is de hersenstam?
A
Q
B
R
C
S
D
T

Slide 11 - Quiz

De hersenstam
A
Reguleert vitale functies
B
Reguleert reuk
C
Zorgt voor gezichtsvermogen
D
Coördineert bewegingen

Slide 12 - Quiz

Waar in de hersenen wordt de ademhaling geregeld
A
kleine hersenen
B
hersenstam
C
frontaal kwab
D
grote hersenen

Slide 13 - Quiz

De kleine hersenen
A
Zorgen er voor dat je kunt zien
B
Zorgen voor een juiste hartslag en bloeddruk
C
Zorgen voor een juiste coördinatie
D
Zorgen voor de juiste emoties

Slide 14 - Quiz

Benoem de hersenvliezen:
Schedel
1
2
3
Hersenen
zachte hersenvlies
harde hersenvlies
spinnenwebvlies

Slide 15 - Question de remorquage

Een zorgvrager is gevallen op het hoofd en heeft hierdoor een hersenbloeding opgelopen. wat voor soort hersenbloeding is het meest waarschijnlijk?
A
bloeding midden in het hersenweefsel
B
epidurale bloeding (tussen het bot en het harde hersenvlies)
C
subdurale bloeding (tussen het harde hersenvlies en het spinnenwebvlies)
D
Subarachnoidale bloeding (tussen het spinnewegvlies en het zachte vlies)

Slide 16 - Quiz

Voorhoofdskwab
Wandbeenkwab
Achterhoofdskwab
Kleine hersenen (cerebellum)
Hersenstam
Ruggenmerg
Slaapkwab
Grote hersenen (cerebrum)

Slide 17 - Question de remorquage

Uit welke kwabben bestaan onze grote hersenen?
A
Onderhoofdskwab, wandbeenkwab, slaapkwab, achterhoofdskwab
B
Voorhoofdskwab, wandbeenkwab, slaapkwab, achterhoofdskwab
C
Voorhoofdskwab, wandbeenkwab, snurkwab, achterhoofdskwab
D
Voorhoofdskwab, wandarmkwab, slaapkwab, achterhoofdskwab

Slide 18 - Quiz

Welke hersenkwab zorgt voor beheersing van gedrag en emoties?
A
Slaapkwab
B
Voorhoofdskwab
C
Achterhoofdskwab
D
Wandbeenkwab

Slide 19 - Quiz

In welke kwab bevindt zich de aansturing van reuk en gehoor?
A
Slaapkwab
B
Voorhoofdskwab
C
Wandbeenkwab
D
AChterhoofdskwab

Slide 20 - Quiz

Welke hersenkwab wordt aangegeven met het nummer 3?
A
Voorhoofdskwab
B
Achterhoofdskwab
C
Wandbeenkwab
D
Slaapkwab

Slide 21 - Quiz

Wanneer iemand niet goed kan zien zit het probleem in
A
voorhoofdskwab
B
wandbeenkwab
C
slaapkwab
D
achterhoofdskwab

Slide 22 - Quiz

John moet om 12:00 in Utrecht zijn.
welk deel van de hersenen is verantwoordelijk voor planning?
A
Voorhoofdskwab
B
Wandbeenkwab
C
Slaapkwab
D
Achterhoofdskwab

Slide 23 - Quiz

Welk hersenkwab is belangrijk voor het verwerken van informatie uit de zintuigen
A
voorhoofdskwab
B
wandbeenkwab
C
slaapkwab
D
achterhoofdskwab

Slide 24 - Quiz