Cette leçon contient 29 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 80 min
Éléments de cette leçon
14.2 Cellen in het zenuwstelsel
Slide 1 - Diapositive
Deze les
- 14.1 Het centrale zenuwstelsel dl2
- Bespreken 14.1 opdr. welke vragen?
- 14.2 Cellen in het zenuwstelsel
Slide 2 - Diapositive
Anatomie hersenen (88C1)
Functies?
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Ruggenmerg (88J)
-Welke neuronen aan rugzijde?
-buikzijde?
-Waar gemengde zenuw?
Slide 5 - Diapositive
Gemengde Zenuw
Bundel van uitlopers van
neuronen.
Gemengde zenuw: zowel uitlopers van
sensorische als motorische neuronen.
Slide 6 - Diapositive
Hersenzenuwen (88L)
12 zenuwen ontspringen in
de hersenen zelf:
- I en II in de grote hersenen
(sensorisch zenuwen voor
reuk en zicht)
- de rest in de hersenstam.
Slide 7 - Diapositive
Reflexboog
Slide 8 - Diapositive
Reflex
De aansturing van de spieren/klieren zonder betrokkenheid van de grote hersenen.
Loopt meestal via het ruggenmerg en meteen weer terug.
Behalve als het via hersenzenuwen loopt, dan via de hersenstam (bijvoorbeeld pupilreflex, speekselreflex).
Slide 9 - Diapositive
Reflex
Een snelle reactie op een prikkel zonder dat daarvoor eerst bewustwording optreedt.
Vaak ter bescherming/ voorkoming van problemen.
Slide 10 - Diapositive
Opdracht Reflex
Beschrijf stap voor stap wat er gebeurt als je in een legoblokje stapt. Vermeld ook het type cellen dat betrokken is.
Slide 11 - Diapositive
Opdr. 8 Hersenbloeding
Een oom van Jennifer heeft een hersenbloeding gehad in de motorische schors van de linkerhersenhelft. Dit gebied activeert de beenspieren. De hersenbloeding heeft geleid tot een uitval van dit centrum.
Hij komt per ongeluk met z’n rechterbeen tegen een heet voorwerp.
Leg uit of hij:
- Dit voelt?
- Zijn been met een reflex kan wegtrekken?
- Zijn been via een bewuste beweging kan wegtrekken?
Slide 12 - Diapositive
Animale zenuwstelsel
versus
Autonome zenuwstelsel
Slide 13 - Diapositive
Animale zenuwstelsel
Zowel de bewuste bewegingen als de reflexen lopen via het animale zenuwstelsel: de zenuwen lopen van uitwendige zintuigen (receptoren) via het centrale zenuwstelsel naar de uitvoerders (=effectoren) (spieren en klieren)
Slide 14 - Diapositive
Indeling van het zenuwstelsel
Binas
het autonome zenuwstelsel
Slide 15 - Diapositive
parasympatisch orthosympatisch
Slide 16 - Diapositive
Autonome zenuwstelsel
Dit zenuwstelsel regelt de activiteit van de inwendige organen. Het bestaat uit twee delen:
-orthosympatisch deel (actie van je lichaam)
-parasympatisch deel (rust en herstel)
Slide 17 - Diapositive
Autonome zenuwstelsel
Slide 18 - Diapositive
Parasympatisch (88L)
Nummer X: Nervus vagus/ zwervende zenuw
maakt verbinding met veel organen.
Parasympatisch zenuwstelsel: voor rust en herstel
Slide 19 - Diapositive
Orthosympatisch: grensstreng
Slide 20 - Diapositive
Doel 14.2
Je leert uit welke cellen het zenuwstelsel is opgebouwd.
Je leert de bouw van neuronen.
Slide 21 - Diapositive
Neuronen
Myelineschede: isolerende laag rondom uitlopers (dendrieten of axonen)
Slide 22 - Diapositive
Sensorisch neuron
Waar in het zenuwstel vindt je sensorisch neuronen?
Slide 23 - Diapositive
Schakelneuron
Waar in het zenuwstel vindt je schakelneuronen?
Slide 24 - Diapositive
Motorisch neuron
Waar in het zenuwstel vindt je motorische neuronen?
Slide 25 - Diapositive
Gliacellen
Ondersteunende cellen in het zenuwstelsel zijn o.a.:
Cellen van Schwann: deze kennen!
Slide 26 - Diapositive
Cellen van Schwann
Vormen de myelineschede om de lange uitlopers van neuronen buiten het CZS, dus in het perifere zenuwstelsel.