4VM Pincode H4.2 Welke wetten werken

H4.2 Welke wetten werken
Leerdoelen:
  • Vier arbeidswetten en wie op de naleving ervan toeziet
  • Welke sociale zekerheden je als werknemer op de arbeidsmarkt hebt
  • Hoe vraag en aanbod op de arbeidsmarkt invloed hebben op het loon

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

H4.2 Welke wetten werken
Leerdoelen:
  • Vier arbeidswetten en wie op de naleving ervan toeziet
  • Welke sociale zekerheden je als werknemer op de arbeidsmarkt hebt
  • Hoe vraag en aanbod op de arbeidsmarkt invloed hebben op het loon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke ondernemingsvorm is de directeur in loondienst?
A
Eenmanszaak
B
VOF
C
CV
D
BV

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke van onderstaande bedrijven geeft aandelen uit?
A
NV
B
Eenmanszaak
C
CV
D
VOF

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke ondernemingsvorm wordt een bedrijf geleid door minimaal twee eigenaren die in geval van schulden aansprakelijk zijn met hun privévermogen?
A
NV
B
Eenmanszaak
C
CV
D
VOF

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke ondernemingsvorm geeft aandelen uit die vrij verhandelbaar zijn?
A
NV
B
BV
C
CV
D
VOF

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het voortbestaan van een eenmanszaak is afhankelijk van de eigenaar.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wetten

Slide 7 - Diapositive

Bedrijven zijn commercieel, dat betekent dat het doel van het bedrijf is om winst te maken. (Zie ook Commerciële reclame, paragraaf 1.2) Mocht het bedrijf er alles aan willen doen om zo veel mogelijk winst (Nettoresultaat, paragraaf 6.3) te maken, zullen ze proberen zo weinig mogelijk kosten te maken. Dat zal betekenen dat het personeel lang moet werken voor weinig loon en hun werk moet doen met spullen van een lage kwaliteit.


Om dit en andere vormen van uitbuiting te voorkomen, zijn er wetten die de werknemers beschermen tegen de macht van de werkgevers.
WETTEN TER BESCHERMING WERKNEMER

Slide 8 - Diapositive

Drie van deze wetten zijn:

De Arbeidstijdenwet: In deze wet staat beschreven hoe lang je achtereen mag werken en hoe veel recht op pauze of rusttijd werknemers hebben.

De Arbowet: Staat voor Arbeidsomstandigheden, beschrijft regels voor een veilige werkplek waar het personeel gezond en ongedeerd blijft.

Het Wettelijk minimumloon: Bij wet is bepaald dat iedereen een bepaald minimumloon hoort te krijgen, zodat werknemers eerlijk voor hun werk betaald krijgen.
SCHEMA VAN DE SOCIALE ZEKERHEID

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

ARBEIDSOVEREENKOMST

Slide 11 - Diapositive

Als je na de sollicitatie bent aangenomen om voor het bedrijf te komen werken, sluit je een arbeidsovereenkomst (Een werkafspraak). Zo’n arbeidsovereenkomst noem je ook wel een contract. In het contract staan verschillende dingen op een rijtje, waaronder: 

Taken: Wat moet je tijdens je werk allemaal doen en wat juist niet?

Tijden: Wanneer werk je en hoe lang werk je? Wanneer heb je pauze?

Loon: Hoe veel krijg je betaald? Per week of per maand?


Voor iedere bedrijfstak is er ook een Collectieve Arbeidsovereenkomst (CAO), hierin staan afspraken die voor alle bedrijven in een bedrijfstak gelden.
LOON

Slide 12 - Diapositive

Het loon dat je verdient, noem je het Brutoloon. Over dit Brutoloon moet belasting betaald worden, hierdoor neemt het loon af. Iedereen moet ook sociale premies betalen, dit zijn verzekeringspremies die er voor zorgen dat de overheid voor bijvoorbeeld de AOW (Volksverzekeringen, paragraaf 7.2) kan betalen. Hierdoor neemt het loon af.

Als de loonbelasting (inkomstenbelasting, Directe belastingen, paragraaf 7.4) en de sociale premies van het brutoloon zijn afgetrokken, blijft het nettoloon over. 

Het nettoloon is het bedrag dat uiteindelijk op je bankrekening gestort wordt.

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke sociale zekerheid ontvang je als je werkloos bent geworden?
A
AOW
B
WW
C
WIA
D
ZW

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen werknemersverzekering?
A
WW
B
ZW
C
WIA
D
AOW

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De WW is een werknemersverzekering.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat staat er NIET in een arbeidsovereenkomst?
A
werktijden
B
loon
C
pensioen-afspraken
D
vakantiedagen

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke wet staan regels over werktijden?
A
Algemene Ouderdomswet
B
Arbeidstijdenwet
C
Arbeidsomstandighedenwet
D
Wet Minimumjeugdloon

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de afkorting van de Arbeidsomstandighedenwet?
A
AOW
B
ABW
C
Arbowet
D
AWBZ

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat staat er in de Arbeidstijdenwet?
A
Wet waarin de regels staan over werktijden
B
Wet waarin de regels staan over rusttijden
C
Wet waarin de regels staan over lonen en vakantiedagen
D
Wet waarin de regels staan over werktijden en rusttijden

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De totale bevolkingsomvang van Alvaland is 1.200.000. Er zijn 620.000 werkenden en 350.000 werklozen die wel willen werken, maar nog niks gevonden hebben.

Vraag: bereken de arbeidsparticipatie
A
29,2%
B
29,1%
C
80,8%
D
81,0%

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Arbeidsparticipatie is het percentage van de bevolking dat tot de werkende beroepsbevolking hoort.
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Roberto is in loondienst en verdient bruto €3.000 per maand. Daar houdt hij netto €2.100 aan over. Hij is 16 jaar in dienst. Hij wordt vervolgens ontslagen, omdat er in het bedrijf niet genoeg werk is.

A. Bereken de transitievergoeding.

B. Volgens de WW heeft hij recht op een werkloosheidsuitkering van 75% van zijn loon in de eerste twee maanden, daarna 70%.

Hoeveel is de totale bruto WW-uitkering in het 1e jaar?
A
A. (€10.000 + €9000) = €19.000 B. = (€4.500 + €22.500) = €25.000
B
A. (€10.000 + €8000) = €18.000 B. = (€4.500 + €22.500) = €25.000
C
A. (€10.000 + €9000) = €19.000 B. = (€4.500 + €22.000) = €24.500
D
A. (€10.000 + €8000) = €18.000 B. = (€4.500 + €22.000) = €24.500

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Roberto is 16 en werkt 12 uur per week bij Alva en verdient het minimumloon.

De werkweek duurt 38 uur.

Hoeveel verdient Roberto per week?
A
€ 139 ÷ 38 × 12 = € 43,92
B
€ 139 ÷ 4 × 12 = € 34,75
C
€ 121,40 ÷ 4 = € 30,35
D
€ 121,40 ÷ 38 × 12 = € 38,34

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions