Recap Unit 2 part 1 VH1D

1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Let's talk about your holiday!
- 4 min
- Did you go on holiday?
- Try to name 3 things you did during the holiday 
timer
4:00

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Plurals/meervoud

Slide 4 - Diapositive

Je maakt in het Engels het meervoud door een ... achter het zelfstandig naamwoord te plakken

Slide 5 - Question ouverte

phone - phones

Slide 6 - Diapositive

Als het woord eindigt op een sisklank (s, ss, x, sh), krijg je in het meervoud ... achter het woord

Slide 7 - Question ouverte

kiss - kisses

Slide 8 - Diapositive

Als het woord eindigt op een -y, verandert -y in het meervoud in ...

Slide 9 - Question ouverte

party - parties

Slide 10 - Diapositive

Als het woord eindigt op één -f, verandert -f in het meervoud in ...

Slide 11 - Question ouverte

scarf - scarves

Slide 12 - Diapositive

Als het woord eindigt op dubbel -ff, dan krijg je in het meervoud ... achter het woord

Slide 13 - Question ouverte

sheriff - sheriffs

Slide 14 - Diapositive

Woorden die eindigen op een -o, krijgen in het meervoud ... achter het woord

Slide 15 - Question ouverte

hero - heroes

radio - radios

Slide 16 - Diapositive

Sommige woorden hebben een onregelmatig meervoud

child - children
sheep - sheep
man - men 

Slide 17 - Diapositive

Sommige woorden komen alleen in het meervoud voor

Do you have new glasses?
I have to get braces.
I have got new jeans

Slide 18 - Diapositive

Matching pairs

Slide 19 - Diapositive

This, that, these, those

Slide 20 - Diapositive

'this' en 'these' verwijzen naar iets wat ... is.
A
dichtbij
B
ver weg

Slide 21 - Quiz

... en ... verwijzen naar iets wat ver weg is.
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 22 - Quiz

... en ... zijn enkelvoud.
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 23 - Quiz

'these' and 'those' zijn ...
A
enkelvoud
B
meervoud

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Lien

Study Time

Slide 26 - Diapositive