boekenbattle oefening 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

boekenbattle oefening 2

Boekenbattle 

Doel

Aan het einde van de les weet je hoe je jouw debat moet voorbereiden en kun je een kort debat voeren.

Introduceer het leerdoel en leg uit wat er aan het einde van de les verwacht wordt

Debat basisregels

1. Luister naar de argumenten van de ander. 

2. Gebruik feiten en bewijzen; romananalyse van je boek.

3. Blijf respectvol.

Beschrijf de belangrijkste regels voor het voeren van een debat

Hoe ziet het boekendebat eruit?

• 1e ronde 10 minuten bespreking boek 1 en argumenten voor de stelling
  
• 2e ronde 10 minuten bespreking boek 2 en argumenten voor de stelling
  
• Time-out 2 minuten duo’s overleggen
  
• 3e ronde 10 minuten discussie
• Time-out 1 minuut duo’s overleggen
  
• 4e ronde max. 2 minuten slotwoord besprekers boek 1
  
• 5e ronde max. 2 minuten slotwoord besprekers boek 2

Docent + jury van 4 leerlingen bepaalt de winnaar.

Leg uit wat een debat is en hoe het verschilt van een discussie

Stelling

• Ons boek past het beste bij het thema.

Geef instructies over hoe leerlingen een onderwerp kunnen kiezen

voorbereiding ronde 1 en 2: bespreking

• korte inhoud

• tijd

• ruimte

• personages en karaktertekening en karakterontwikkeling

• spanning

• motto en titelverklaring

• de manier waarop het thema in het boek verwerkt is (arg.)

Beschrijf hoe leerlingen argumenten kunnen bedenken en begeleid hen indien nodig

voorbeeld: Paaz, Myrthe van der Meer

inhoud: jonge vrouw wordt opgenomen op de psychiatrische afdeling van een ziekenhuis. Ze is ervan overtuigd dat er een fout is gemaakt.

tijd: vertelde tijd van een paar maanden

ruimte: veel op de afdeling, opgesloten gevoel

personages: Emma, Sergei, Alice; relatie + kenmerken

spanning: emotionele/morele spanning

titel:  'psychiatrische afdeling algemeen ziekenhuis'; past bij de sfeer?

thema: wie is er hier gek; Emma of 'het systeem'?

Het debat VANDAAG

STELLING: "Alle trappen in school moeten vervangen worden door glijbanen."

•  ronde 1: argumenten VOOR (5 min)
• ronde 2: argumenten TEGEN (5 min)
• ronde 3: discussie (5 min)
• ronde 4: slotbetoog TEGEN (1 min)
• ronde 5: slotbetoog VOOR (1 min)

Beschrijf hoe het debat kan worden gestart en hoe leerlingen hun argumenten kunnen presenteren

Wie is de winnaar?

Weeg de argumenten van beide partijen af en bepaal wie de winnaar is.

• hoeveel argumenten zijn er gegeven?
• zijn de argumenten makkelijk weerlegbaar? (feitelijk/waarderend)
• hoe werd er ingegaan op de argumenten? (weerlegd/ontkracht/nieuwe argumenten)

Leg uit hoe leerlingen de argumenten van beide partijen kunnen afwegen en wie de winnaar bepaalt

Reflectie

Hoe verliep dit debat? Bespreek wat je hebt geleerd.

- wat moet je nog voorbereiden?

- zorg dat je weet wat er over het andere boek gezegd gaat worden

Geef instructies voor een reflectie op het debat en bespreek hoe debatvaardigheden in de toekomst kunnen worden toegepast.